ECLI:NL:RBOVE:2013:3508

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
12 december 2013
Publicatiedatum
24 december 2013
Zaaknummer
C/08/147553 / KG ZA 13-405
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • G.G. Vermeulen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling en inzage in bescheiden in kort geding tussen OXYCOM FRESH AIR B.V. en [gedaagde 1]

In deze zaak, die zich afspeelt in het kort geding, vordert OXYCOM FRESH AIR B.V. betaling van een geldsom van € 141.436,18 van [gedaagde 1], alsook inzage in bepaalde bescheiden op grond van artikel 843a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De eiseres, OXYCOM, produceert componenten voor de airconditioningindustrie en heeft [gedaagde 1] als financieel directeur in dienst gehad. [gedaagde 1] is op 16 september 2013 ontslagen wegens ongeoorloofde privé-onttrekkingen. Na het ontslag heeft OXYCOM conservatoire beslagen gelegd ter verzekering van haar vordering van € 164.777,60, die voortvloeit uit de vermeende onrechtmatige onttrekkingen. De eiseres heeft een schadeclaim ingediend van € 208.319,71, waarop [gedaagde 1] heeft gereageerd met een tegenrapport waarin enkele posten worden betwist.

De voorzieningenrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat OXYCOM voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat er een vordering bestaat op [gedaagde 1] ter hoogte van € 141.436,18. De rechter heeft daarbij de belangen van beide partijen afgewogen en geconcludeerd dat er geen restitutierisico is, aangezien de vordering onbetwist is. De vordering tot betaling is toegewezen, maar de vordering tot inzage in bescheiden is afgewezen, omdat deze niet in lijn is met de bedoeling van de wetgever bij artikel 843a Rv. [gedaagde 1] is als grotendeels in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 6.682,32. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde is afgewezen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Almelo
zaaknummer / rolnummer: C/08/147553 / KG ZA 13-405
Vonnis in kort geding van 12 december 2013
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
OXYCOM FRESH AIR B.V.,
gevestigd te Apeldoorn,
eiseres,
advocaat mr. M. Hoekstra te Zwolle,
tegen

1.[gedaagde 1],

wonende te [woonplaats],
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde 2],
gevestigd te [vestigingsplaats],
gedaagden,
advocaat mr. S.A. Lang te Amsterdam.
Partijen zullen hierna Oxycom en [gedaagde 1] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met producties
  • de producties van [gedaagde 1]
  • de aanvullende producties van Oxycom
  • de mondelinge behandeling
  • de pleitnota van [gedaagde 1].
1.2.
Ten slotte is vonnis gevraagd. Het vonnis is bepaald op vandaag.

2.De feiten

2.1.
Oxycom produceert “core componenten” en “eindproduct-concepten” voor de airconditioningindustrie en brengt deze op de markt.
2.2.
[gedaagde 1] heeft - via zijn beheersmaatschappij [gedaagde 2] - tot
16 september 2013 als financieel directeur gewerkt bij Oxycom. Per die datum is
[gedaagde 1] vanwege ongeoorloofde privé-onttrekkingen per direct ontslagen en van zijn taken ontheven.
2.3.
Partijen hebben op 16 september 2013 een overeenkomst ondertekend met daarin opgenomen het onverwijlde ontslag, de constatering van de onttrekkingen, alsmede een aantal beëindigingsafspraken. [gedaagde 1] hebben nadien daarvan de nietigheid c.q. de vernietigbaarheid ingeroepen.
2.4.
Oxycom heeft, na daartoe op 17 september 2013 verkregen verlof van de voorzieningenrechter in deze rechtbank, op 19 september 2013 ten laste van [gedaagde 1] conservatoire (derden)beslagen laten leggen, ter verzekering van verhaal van de door Oxycom op [gedaagde 1] gepretendeerde vordering uit hoofde van de vermeende onrechtmatige onttrekkingen van € 164.777,60, een en ander zoals nader omschreven in het verzoekschrift tot het leggen van conservatoire (derden)beslagen van 17 september 2013.
2.7.
Oxycom heeft een onderzoek ingesteld naar de aard en de omvang van de vermeende onrechtmatige onttrekkingen door [gedaagde 1]. Uit dit onderzoek komt een schadebedrag naar voren van € 208.319,71. Oxycom heeft bij [gedaagde 1] een schadeclaim ingediend.
2.8.
[gedaagde 1] hebben op voornoemd onderzoek gereageerd met een eigen rapport, waarin een aantal door Oxycom gehanteerde posten wordt betwist.
2.9.
Oxycom wenst betaling van de door haar bij [gedaagde 1] ingediende schadeclaim en heeft, bij het achterwege blijven daarvan, de onderhavige procedure ingeleid.

3.Het geschil

3.1.
Oxycom vordert  samengevat - veroordeling van [gedaagde 1] tot betaling van € 141.436,18, vermeerderd met rente. Daarnaast vordert Oxycom afgifte van kopieën van c.q. inzage in (de digitale originelen van) alle rekeningafschriften van de door Oxycom in de dagvaarding onder B.en C. genoemde bankrekeningen in de periode van 1 juni 2013 tot en met de datum van het te wijzen vonnis. Alles op verbeurte van een dwangsom, met veroordeling van [gedaagde 1] in de kosten van dit geding, de beslagkosten inbegrepen, te vermeerderen met de wettelijke rente en nakosten.
3.2.
[gedaagde 1] voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Met betrekking tot een voorziening in kort geding, bestaande in veroordeling tot betaling van een geldsom, is terughoudendheid op zijn plaats. De rechter zal daarbij niet alleen hebben te onderzoeken of het bestaan van een vordering van de eiser op de gedaagde voldoende aannemelijk is, maar ook of daarnaast sprake is van feiten en omstandigheden die meebrengen dat uit hoofde van onverwijlde spoed een onmiddellijke voorziening is vereist, terwijl de rechter in de afweging van de belangen van partijen mede zal hebben te betrekken de vraag naar - kort gezegd - het risico van onmogelijkheid van terugbetaling, welk risico kan bijdragen tot weigering van de voorziening. Er is sprake van communicerende vaten, waarbij aan de ene kant de mate van waarschijnlijkheid van de vordering staat en aan de andere kant het spoedeisend belang en het restitutierisico.
4.2.
Ook al hebben [gedaagde 1] (buiten rechte) een beroep gedaan op de vernietigbaarheid van de overeenkomst van 16 september 2013, tussen partijen is niet in geschil dat [gedaagde 1] vanwege ongeoorloofde privé-onttrekkingen uit Oxycom, op grond waarvan [gedaagde 1] in privé ontslagen is en waarbij [gedaagde 1] zich hebben neergelegd, gehouden zijn de daardoor ontstane schade te vergoeden aan Oxycom. Partijen twisten (in deze procedure) enkel over de hoogte van het schadebedrag. Meer specifiek gaat het tussen partijen over het antwoord op de vraag welke posten kunnen worden aangemerkt als zakelijk en welke niet. [gedaagde 1] stellen zich herhaaldelijk op het standpunt dat de vordering deels door hen wordt betwist, nu een gedeelte van de vordering wel is aan te merken als zakelijke kosten. De voorzieningenrechter stelt voorop dat hij - gelet op de uiteenlopende stellingen en de beperkingen van de kort gedingprocedure - niet zal treden in een beoordeling van dat laatste.
4.3.
De vordering van Oxycom is als volgt opgebouwd: € 208.319,71 (uitkomst eigen onderzoek Oxycom) minus € 59.729,81 (betwist bedrag tegenonderzoek [gedaagde 1]) minus € 7.153,72 (tegenvordering [gedaagde 1]). Het tegenrapport van [gedaagde 1] hanteert, blijkens de stellingen van partijen, als uitganspunt het door Oxycom geconcludeerde bedrag van € 208.319,71. De hoogte van de door [gedaagde 1] betwiste posten, alsmede de hoogte van de tegenvordering laat zich eenvoudigweg afleiden uit de eerste pagina van het tegenrapport. [gedaagde 1] stellen dat het tegenrapport is opgesteld in het kader van een mogelijk te realiseren minnelijke regeling. Ook al zou moeten worden aangenomen dat het tegenrapport onder die condities is opgesteld, in de omstandigheid dat [gedaagde 1] niet (expliciet) hebben gesteld dat zij afstand nemen van (de inhoud en de uitgangspunten van) haar eigen tegenrapport, houdt de voorzieningenrechter het ervoor dat [gedaagde 1] van de gepretendeerde vordering van Oxycom ter hoogte van € 208.319,71, een bedrag van € 60.442,53 (€ 59.729,81 plus € 7.153,72) betwisten. Indien [gedaagde 1] een hoger bedrag hebben beoogd te betwisten, dan had het op hun weg gelegen zulks afdoende te stellen en te onderbouwen. Dat hebben zij - ook ter zitting, hoewel daartoe uitdrukkelijk in de gelegenheid gesteld - nagelaten.
4.4.
In het licht van het bovenstaande oordeelt de voorzieningenrechter dat Oxycom het bestaan van een vordering van Oxycom op [gedaagde 1] ter hoogte van € 141.436,18, alsmede haar spoedeisend belang hierbij, voldoende aannemelijk heeft gemaakt. Een restitutierisico is niet aan de orde, nu de vordering onbetwist moet worden geacht en het aldus zeer onwaarschijnlijk is dat Oxycom zulks zal hebben terug te betalen.
4.5.
De geldvordering zal worden toegewezen, met dien verstande dat voor oplegging van een dwangsom geen plaats is, nu het hier gaat om een hoofdveroordeling tot betaling van een geldsom. De wettelijke rente zal worden toegewezen vanaf de dag van betekening van dit vonnis.
4.6.
Resteert de vordering van Oxycom tot afgifte en inzage van de betreffende door haar in de dagvaarding onder B. en C. genoemde bescheiden op grond van artikel 843a Rv.
Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is deze vordering nauw verwant met de primaire hoofdvordering, zodat de proceseconomisch ermee gebaat is dat in dit kort geding ook hierover wordt beslist.
4.7.
Als uitgangspunt geldt dat de vordering beoordeeld dient te worden naar de inhoud en strekking van het bepaalde in art. 843a Rv. Het artikel beoogt een partij bij een mogelijk geschil onder de in de wet omschreven voorwaarden inzage te geven in bescheiden teneinde die partij in staat te stellen, hetzij om zijn vordering of verweer aan de hand van deze bescheiden verder met feiten te onderbouwen, hetzij om na kennisname van deze bescheiden de conclusie te trekken dat zijn vordering of verweer voldoende feitelijke grondslag ontbeert.
4.8.
Oxycom baseert haar rechtmatig belang op het inzichtelijk krijgen van haar verhaalsmogelijkheden gelet op de executie van de in dit kort geding verlangde veroordeling tot betaling van de geldvordering. [gedaagde 1] verweren zich gemotiveerd hiertegen.
Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft het inzichtelijk krijgen van verhaalsmogelijkheden, zoals Oxycom wenst, geen betrekking op de verplichting om inzage te geven in bescheiden ten behoeve van bewijslevering, nu gesteld noch gebleken is in hoeverre de gegevens zouden kunnen bijdragen aan een ondersteuning van haar standpunten in het geschil tussen partijen. De vordering zoals door Oxycom ingesteld moet daarom niet in lijn worden geacht met de bedoeling van de wetgever bij (de totstandkoming) van artikel 843a Rv en zal worden afgewezen.
4.9.
[gedaagde 1] zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure, de beslagkosten inbegrepen. De kosten aan de zijde van Oxycom worden begroot op:
- griffierecht €  3.715,00
- explootkosten beslag 1.743,32
- salaris advocaat
816,00 + € 408,00 (1/2 punt voor beslag)
Totaal €  6.682,32.
4.10.
De gevorderde veroordeling in de nakosten zal worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
veroordeelt [gedaagde 1] hoofdelijk om binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis aan Oxycom te betalen een bedrag van € 141.436,18 (honderdéénenveertigduizend vierhonderd zesendertig euro en achttien cent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de van dag van betekening van het vonnis tot aan de dag der algehele voldoening,
5.2.
veroordeelt [gedaagde 1] in de proceskosten van Oxycom, met bepaling dat indien deze kosten niet binnen twee weken na betekening van dit vonnis zijn betaald, zij daarover de wettelijke rente zijn verschuldigd vanaf dat moment tot aan de dag der algehele voldoening. De kosten aan de zijde van Oxycom worden begroot op € 6.682,32,
5.3.
veroordeelt [gedaagde 1] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 131,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat [gedaagde 1] niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 68,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak,
5.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.5.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen te Almelo door mr. G.G. Vermeulen en in het openbaar uitgesproken op 12 december 2013 in tegenwoordigheid van de griffier.