Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het procesverloop
2.De feiten
andere - aanpassingen zijn gemaakt met betrekking tot het isolatiemateriaal. De voorgestelde besparingsmaatregel om Alumo Polystyreen te monteren verviel.
22 april 2013 een betalingsregeling getroffen.
2.7. Het Bauamt van de gemeente heeft de stal van [gedaagde] (nog) niet goedgekeurd.
3.Het geschil
Primair:
1. Betaling van een bedrag van € 335.100,49, althans een bedrag bij wijze van voorschot op een eventueel te voeren bodemprocedure in goede justitie door de voorzieningenrechter te bepalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 9 november 2013 over € 330.178,11.
Subsidiair:
2. Betaling van een bedrag van € 267.364,49, althans een bedrag bij wijze van voorschot op een eventueel te voeren bodemprocedure in goede justitie door de voorzieningenrechter te bepalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 9 november 2013 over € 198.897,76.
3. Betaling van de kosten van dit geding, waaronder begrepen de beslagkosten, te vermeerderen met de nakosten.
4. Alles een en ander te voldoen binnen twee dagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis en voor het geval voldoening van de nakosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt te vermeerderen met de wettelijke rente over de nakosten rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening, binnen veertien dagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis.
€ 335.100,49 is opgebouwd uit het totaalbedrag van de onbetaald gebleven facturen, vermeerderd met de wettelijke rente.
3.4. Subsidiair stelt [gedaagde] dat Altez geen gerechtvaardigd beroep kan doen op de betalingsregeling. Na het sluiten hiervan is immers de problematiek met het isolatiemateriaal opgekomen. De schuur blijkt niet te zijn voorzien van isolatiemateriaal overeenkomstig de eisen van het ‘Brandschutzkonzept’. Op grond hiervan heeft [gedaagde] het recht zijn betalingsverplichting op te schorten, aangezien het werk nog niet is opgeleverd en Altez toerekenbaar tekort is geschoten.
4.De beoordeling
Brandschutzkonzept’) gestelde norm: “
schwerentflammbar und nicht brennend abtropfend”. CRP komt in feite slechts tot de conclusie dat dit product in gemonteerde toestand voldoet aan die norm. CRP heeft de stal van [gedaagde] echter niet bezocht en dus niet zelf geconstateerd of in de stal gebruik is gemaakt van Powerline WLS 025, en of dat isolatiemateriaal op de juiste wijze is bevestigd.
“schwer entflammbar und in Brandfall nicht brennend abtropfend”, nu zij niet voldoen aan de uiterlijke kenmerken van Powerline en niet volgens de voorschriften zijn gemonteerd.
Brandschutzkonzept’.
alleopenstaande facturen onbetaald te laten, maar alleen tot het beloop van de te verwachten kosten van het (alsnog) aanbrengen van Powerline. De voorzieningenrechter volgt die redenering niet. Als mocht blijken dat Altez geen Powerline isolatiemateriaal volgens de fabrieksvoorschriften heeft gemonteerd zal dat waarschijnlijk alsnog moeten gebeuren, en dan zal (naar valt aan te nemen) de al aangebrachte isolatie eerst moeten worden verwijderd. [gedaagde] heeft door overlegging van offertes voldoende aannemelijk gemaakt dat de vervangingskosten € 255.595,60 (excl. btw) of meer kunnen bedragen, omdat naast de vervanging van isolatieplaten ook rekening moet worden gehouden met de kosten van (tijdelijke) demontage en vervolgens opnieuw aanbrengen van nu al aanwezige installaties.