ECLI:NL:RBOVE:2013:4138
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling afgewezen en verlengd
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 21 oktober 2013 uitspraak gedaan in een verzoek tot tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling van de schuldenaar. De bewindvoerder had verzocht om de schuldsaneringsregeling te beëindigen, omdat de schuldenaar niet voldeed aan haar informatie- en sollicitatieplicht en geprobeerd had haar schuldeisers te benadelen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de schuldenaar een schadevergoeding van € 614,75 had ontvangen en twee bromfietsen op haar naam had laten zetten zonder dit te melden aan de bewindvoerder. Tijdens de zitting heeft de schuldenaar verklaard dat zij dacht dat zij de bromfietsen op naam mocht hebben en dat zij niet op de hoogte was van haar verplichtingen. De rechtbank heeft echter besloten om de schuldsaneringsregeling niet tussentijds te beëindigen, maar deze met tien maanden te verlengen, omdat de schuldenaar en haar beschermingsbewindvoerder onvoldoende begrip hadden van de verplichtingen die voortvloeien uit de schuldsaneringsregeling. De rechtbank heeft de schuldenaar erop gewezen dat zij zich gedurende de resterende looptijd van de schuldsaneringsregeling aan alle verplichtingen moet houden en dat het niet nakomen van deze verplichtingen kan leiden tot beëindiging van de regeling. De rechtbank heeft de beslissing genomen om de schuldsaneringsregeling te verlengen tot 1 november 2016.