In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Overijssel op 11 december 2013 uitspraak gedaan in een geschil tussen de ouders van de minderjarige [X]. De vader verzocht om wijziging van de hoofdverblijfplaats van [X] naar hem toe, en om vaststelling van een co-ouderschapsregeling. De moeder verzocht om handhaving van de huidige situatie, waarbij [X] bij haar woont en de vader een beperkte zorgregeling heeft. De kinderrechter heeft de zaak behandeld op basis van rapporten van de Raad voor de Kinderbescherming, die adviseerde om de hoofdverblijfplaats bij de moeder te handhaven en de zorgregeling te wijzigen naar een weekendregeling van om de week. De kinderrechter overwoog dat het belang van de minderjarige voorop staat en dat de huidige situatie bij de moeder in het belang van [X] is. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de co-ouderschapsregeling niet meer functioneert zoals in het verleden en dat de minderjarige behoefte heeft aan stabiliteit en continuïteit in zijn opvoeding. De kinderrechter heeft het verzoek van de vader tot wijziging van de hoofdverblijfplaats afgewezen en de zorgregeling gewijzigd naar een weekendregeling, waarbij de minderjarige om de week van donderdagmiddag tot maandagochtend bij de vader verblijft. De proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt.