Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- de dagvaarding met producties
- de conclusie van antwoord met producties
- de conclusie van repliek met producties
- de conclusie van dupliek.
2.De feiten
7.Conclusie
Op grond van de trillingsmeting wordt het volgende geconcludeerd:
3.Het geschil
4.De beoordeling
“In de praktijk zijn we vaker tegen gekomen dat er schade ontstaat tijdens het aanbrengen of verwijderen van heiwerk / damwanden.”.
“is het mogelijk dat gebreken, (…), ontstaan”en “
sluiten wij niet uit dat er sprake is van een causaal verband”(Hanselmangroep) of
“het is zeer goed mogelijk dat”en “
Om te kunnen stellen dat deze scheurvorming volledig te wijten is aan de trillingen zal er verder onderzoek plaats moeten vinden.”(Alferink-Van Schieveen)
.Uit de door [eiser] overgelegde stukken volgt derhalve slechts dat er weliswaar een kans / een mogelijkheid bestaat dat de scheurvorming en het gaan werken van het huis door de werkzaamheden is veroorzaakt, maar zeker is dat allerminst. De rapporten zijn op zichzelf dan ook onvoldoende om een c.s.q.n.-verband aan te nemen. Het c.s.q.n.-verband is aanwezig als gesproken kan worden van een redelijke mate van zekerheid. De door [eiser] overgelegde stukken geven die redelijke mate van zekerheid niet. Daar komt bij dat de door de Gemeente bij antwoord overgelegde stukken het gestelde verband tussen de werkzaamheden en de schade uitdrukkelijk weerspreken. Nadere bewijslevering is dan ook noodzakelijk. Echter, om tot bewijslevering te worden toegelaten dient aan de stelplicht te zijn voldaan. De stelplicht en de bewijslast ten aanzien van het bestaan van het causaal verband tussen daad en schade rusten op grond van artikel 150 Rv op [eiser]. Naar het oordeel van de rechtbank had van [eiser] in het licht van de door de Gemeente overgelegde stukken, waaruit onbestreden blijkt dat de trillingswaarden de norm slechts licht hebben overschreden, een nadere invulling van zijn stelplicht verwacht mogen worden. [eiser] kon, gelet op de door de Gemeente overgelegde rapportage bij antwoord, niet volstaan met de zeer summiere en in algemene termen (dat trillingen mogelijk scheuren veroorzaken) gestelde rapportage zoals door hem in het geding gebracht. Hieraan doet niet af dat [eiser] bij repliek nadere stukken heeft overgelegd, zoals het rapport van Alferink-Van Schieveen, nu dit laatste rapport vermeldt dat nader onderzoek moet plaatsvinden en gelet op de inhoud zo mogelijk nog minder redengevend is dan het rapport van de Hanselmangroep. Nu [eiser] niet aan de op hem rustende stelplicht heeft voldaan komt de rechtbank aan bewijslevering niet toe en is het causaal verband niet komen vast te staan.
904,00(2,0 punten × tarief € 452,00)