ECLI:NL:RBOVE:2013:4668

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
17 april 2013
Publicatiedatum
11 juli 2014
Zaaknummer
C/08/128261 HA ZA 12-146
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M. Koopmans
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid voor letselschade na een eenzijdig ongeval door gebrekkige wegmarkering en verkeersborden

In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Overijssel, is Menzis Zorgverzekeraar N.V. als eiseres opgetreden tegen een gedaagde partij in verband met een letselschadeclaim. De zaak betreft een ongeval dat plaatsvond op 16 juni 2006, waarbij de heer [X] ten val kwam met zijn motorfiets door een gevaarlijke situatie op de weg, veroorzaakt door de gedaagde partij. Menzis vorderde onder andere een verklaring voor recht dat de gedaagde aansprakelijk is voor de kosten van medische behandelingen die zij voor [X] heeft betaald, alsook een schadevergoeding van in totaal € 198.477,30, vermeerderd met rente en kosten.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de gedaagde partij als deskundig aannemer onrechtmatig heeft gehandeld door een te dikke laag split aan te brengen op de weg, wat heeft geleid tot verhoogd slipgevaar. Bovendien was de bebording ter plaatse onvoldoende om weggebruikers adequaat te waarschuwen voor de gevaarlijke situatie. Menzis stelde dat de gedaagde niet alleen aansprakelijk is voor de schade die [X] heeft geleden, maar ook voor de kosten die Menzis heeft gemaakt in verband met de medische behandelingen van [X].

De gedaagde partij heeft de aansprakelijkheid betwist en aangevoerd dat zij voldaan heeft aan haar waarschuwingsplicht en dat de bebording adequaat was. Ook werd gesteld dat [X] mogelijk zelf schuld had aan het ongeval door te hard te rijden. De rechtbank heeft besloten om een comparitie van partijen te gelasten om meer inlichtingen te verkrijgen en een schikking te beproeven. De zaak is aangehouden voor verdere behandeling, waarbij de rechtbank de partijen heeft opgedragen om op een nader te bepalen datum te verschijnen voor de rechter.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Almelo
zaaknummer: C/08/128261 HA ZA 12-146
datum vonnis: 17 april 2013 (mljk)
Vonnis van de rechtbank Overijssel, enkelvoudige kamer voor burgerlijke zaken, in de zaak van:
inzake:

de naamloze vennootschapMenzis Zorgverzekeraar N.V.,

statutair gevestigd te Wageningen, mede kantoorhoudende te Groningen,
eiseres,
verder te noemen Menzis,
advocaat mr. M. Kremer te Groningen,
en

[gedaagde],

gevestigd en kantoorhoudende te [vestigingsplaats],
gedaagde,
verder te noemen [gedaagde],
procesadvocaat mr. F.A.M. Knüppe te Arnhem,
behandelend advocaat mr. R.H.J. Wildenburg te Arnhem.

De weergave van het procesverloop

1.
De volgende gedingstukken zijn gewisseld:
  • de inleidende dagvaarding van 10 april 2012;
  • de conclusie van antwoord van 4 juli 2012;
  • de conclusie van repliek van 3 oktober 2012;
  • de conclusie van dupliek van 9 januari 2013;
  • akte uitlating producties aan de zijde van Menzis van 23 januari 2013.
2.
Tot slot is vonnis gevraagd waarvan de uitspraak na enige aanhouding is bepaald op heden.

Waarvan kan worden uitgegaan

3.
Op 16 juni 2006 vond nabij de overgang van de Beltrumseweg naar de Zwarteweg te Borculo (gemeente Berkelland) een “eenzijdig” ongeval plaats, waarbij betrokken is geweest de heer [X] wonende te [woonplaats]. [X] is aldaar als bestuurder van zijn motorfiets ten val gekomen. Hij kwam vanuit de richting Borculo en reed in de richting van Beltrum over de Zwarteweg.
4.
Ter plaatse ging het weggedeelte van de Zwarteweg met asfalt dekking over op een in een bocht gelegen weggedeelte waarop daarvoor door [gedaagde] een nieuwe slijtlaag was aangebracht in de vorm van een laag split. Die overgang naar die nieuwe slijtlaag was gelegen voor een bocht naar links, bekeken vanuit de rijrichting van [X]. De weg is gelegen buiten de bebouwde kom.
5.
Komend vanuit de richting Borculo was pas enkele meters voor de genoemde overgang van het asfalt naar het split bebording geplaatst, te weten een paal met daarop drie verkeersborden: bord J25, losliggende stenen; bord J20, slipgevaar en een geel vierkant bord met de tekst: “wegmarkering ontbreekt”.
6.
[X] heeft ten gevolge van dat ongeval ernstig letsel opgelopen waaronder hoofdletsel, inwendige bloedingen, een gebroken arm en een gebroken been.

Het standpunt van Menzis

7.
Menzis vordert bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
I. voor recht te verklaren dat [gedaagde] aansprakelijk is voor de tengevolge van het ongeval van [X] door Menzis voldane en eventueel nog te betalen kosten van medische behandelingen;
II. [gedaagde] te veroordelen tot betaling aan Menzis van:
- een bedrag van € 198.477,30, vermeerderd met de wettelijke rente hierover met ingang van de dag dat de diverse betalingen zijn verricht tot aan de dag der algehele voldoening, ter zake van de reeds door Menzis voldane kosten van medische behandeling van [X];
- een bedrag van € 50,- ter zake van de interne administratiekosten van Menzis en een bedrag € 558,17 ter zake van de door haar gemaakte buitengerechtelijke kosten van rechtsbijstand, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
III. zulks met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van de procedure, te vermeerderen met nakosten ten belope van € 131,00 dan wel – indien betekening van het vonnis plaatsvindt – ten belope van € 199,00, zulks met bepaling dat daarover wettelijke rente verschuldigd zal zijn met ingang van veertien dagen na de datum van het in deze te wijzen vonnis.
8.
Zij stelt daartoe dat [gedaagde] als deskundig aannemer jegens [X] onrechtmatig/gevaarzettend (artikel 6:162 BW) heeft gehandeld en dat hierdoor het ongeval is ontstaan. Dit ook nu ter plaatse onvoldoende/ondeugdelijk is gewaarschuwd voor de gevaarlijke situatie die zij zelf had gecreëerd. De aangebrachte laag split was te dik doordat er teveel split was aangebracht. Niet is gebleken dat de opdrachtgever van [gedaagde] een te dikke laag split had voorgeschreven. Ook waren er problemen met de hechting van het split aan de ondergrond. Reden waarom [gedaagde] later het uitgevoerde werk opnieuw heeft moeten uitvoeren. Door een en ander was sprake van verhoogd slipgevaar. Bovendien was de bebording niet adequaat omdat er geen snelheidsbeperking gold en de wel geplaatste borden eerst kort voor het bereiken van de overgang zichtbaar werden. Weersproken wordt dat in casu aan het begin van de Zwarteweg een bord met een snelheidsbeperking van 30 km/u stond opgesteld (naar aanleiding van het eerdere ongeval). Verbalisanten hebben in hun proces-verbaal juist vastgesteld dat ter plaatse van het ongeval geen snelheidsbeperking van toepassing was. [gedaagde] en niet [Y] was het die belast was en bleef met het omzetten en verzetten van de bebording. Zo dit toch anders mocht zijn dan brengt 6:171 BW mee dat [gedaagde] risicoaansprakelijk is voor fouten van [Y]. Ter plaatse hebben zich dus meer ongevallen voorgedaan. De gemeente Berkelland – opdrachtgever van [gedaagde] – heeft jegens [X] zelf de aansprakelijkheid uit hoofde van 6:174 BW erkend voor de gebrekkige toestand van de weg ter plaatse.
9.
Van eigen schuld van [X] is geen sprake. Er was immers geen sprake van een snelheidsbeperking tot 30 km/u.
10.
Door Menzis zijn de kosten van medische behandeling van [X] voldaan tot een bedrag van € 198.477,30. Omdat niet valt uit te sluiten dat Menzis ook in de toekomst nog kosten voor medische behandeling(en) van [X] zal moeten voldoen, wordt mede een verklaring voor recht gevorderd. Menzis is uit hoofde van artikel 7:961 lid 1 BW gesubrogeerd in de rechten van [X] jegens [gedaagde].

Het standpunt van [gedaagde]

11.
heeft geconcludeerd tot afwijzing van het door Menzis gevorderde onder aanvoering van de volgende - samengevatte - verweren:
- van aansprakelijkheid van [gedaagde] kan geen sprake zijn om diverse hierna te noemen redenen;
- [gedaagde] treft geen verwijt en is daarom niet aansprakelijk te achten. Door haar is een juiste hoeveelheid split (11,1 kg per m2 conform “de geldende richtlijnen” en minder dan in het bestek is vastgelegd) aangebracht. [gedaagde] biedt hiervan bewijs aan. Ook heeft [gedaagde] voldaan aan haar waarschuwingsplicht door voldoende adequaat te waarschuwen voor zowel losliggende stenen als voor slipgevaar. In het proces-verbaal opgemaakt van het ongeval ter plaatse op 13 juni 2008 (drie dagen eerder; productie 1 bij antwoord) wordt ook uiteengezet hoe de bebording ter plaatse was. De bebording is naar aanleiding van dat eerste ongeval ter plaatse op last van de politie verplaatst tot een kleinere afstand tot de wegovergang van bitumen naar split. De betreffende verbalisant heeft waargenomen dat aan zijn verzoek is voldaan en dat de borden toen daadwerkelijk zijn verplaatst tot ca. 30 meter voor de wegovergang (productie 1, proces-verbaal aanrijding, blad 10). Daarvoor stonden deze borden op een afstand van 600 meter voor de overgang van bitumen naar split, maar de politie vond deze afstand te groot. Bovendien was aan het begin van de Zwarteweg door [gedaagde] een verkeersbord geplaatst met een snelheidsaanduiding van 30 km/u (zie bijlagen 5 en 6 bij Antwoord) en met daarboven geplaatst een bord “werk in uitvoering“. Ook hiervan wordt door [gedaagde] bewijs aangeboden. Tot slot verdient vermelding dat ook de gemeente geen aansprakelijkheid heeft erkend op grond van artikel 6:162 BW;
- In het onverhoopte geval dat in rechte mocht komen vast te staan dat de bebording toch niet deugdelijk heeft plaatsgevonden, is niet [gedaagde] maar [Y] daarvoor aansprakelijk. [Y] was opgedragen de bebording op juiste wijze en op juiste afstand te plaatsen, en was ook belast met de controle/het onderhoud en tussentijdse aanpassingen van de bebording en het omzetten en het verzetten van de bebording. [gedaagde] had daar niets mee van doen;
- [X] heeft te hard gereden en heeft zijn snelheid niet aangepast aan de kenbare omstandigheden, terwijl dat wel had gemoeten. Naar eigen zeggen zou hij ten tijde van het ongeval 70 km/u hebben gereden, wat veel sneller is dan de ter plaatse toegestane snelheid van 30 km/u. Daarom is sprake van eigen schuld in de zin van artikel 6:101 BW, en wel in die mate dat de gestelde schade geheel althans grotendeels voor rekening van Menzis moet komen;
- de gestelde schadeomvang wordt om meer redenen weersproken.

De beoordeling

De rechtbank acht het in dit stadium van het geding geraden om eerst een comparitie van partijen te gelasten teneinde (meer) inlichtingen in te winnen en ook om een vergelijk te beproeven. De comparitie van partijen zal aanvangen in het gerechtsgebouw te Almelo en kan - zo daar noodzaak toe zou bestaan en zulks met partijen te bespreken ter comparitie - worden voortgezet ter plaatse alwaar voormeld ongeval heeft plaatsgevonden.
In het bijzonder de volgende punten wenst de rechtbank ter comparitie aan de orde te stellen:
  • de bewijslastverdeling in een zaak als deze;
  • de dikte van de splitlaag en de hechting daarvan op de ondergrond;
  • de door [gedaagde] gestelde 30 km/u aanduiding;
  • de omvang en de vastlegging van het onderzoek ter plaatse door de politie;
  • de kern van het verwijt dat [gedaagde] door Menzis wordt gemaakt.
De rechtbank zal in afwachting van het resultaat van de comparitie van partijen elk nadere beslissing aanhouden.

De beslissing

De rechtbank:
I. beveelt partijen in persoon en vertegenwoordigd door iemand die volledig van de zaak op de hoogte is en bovendien gemachtigd is om rechtshandelingen te verrichten, om op een nader te bepalen dag te verschijnen in het gerechtsgebouw te Almelo voor mr. Koopmans om inlichtingen te verstrekken en een vereniging te beproeven;
II. verwijst de zaak naar de civiele rolzitting van woensdag 1 mei 2013 voor dagbepaling comparitie en draagt Menzis op om ervoor zorg te dragen dat uiterlijk de vrijdag voordien schriftelijk bericht ter griffie is ontvangen betreffende de verhinderdata van beide partijen;
III. houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen te Almelo door mr. Koopmans en op woensdag 17 april 2013 in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.