ECLI:NL:RBOVE:2013:BZ8907

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
22 april 2013
Publicatiedatum
22 juni 2013
Zaaknummer
657318HA 13-55
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • H.C. Moorman
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van de arbeidsovereenkomst en proceskostenveroordeling na intrekking verzoek

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Overijssel op 22 april 2013 uitspraak gedaan naar aanleiding van een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst. De werkgever, aangeduid als verzoeker, heeft tijdens de zitting op 8 april 2013 het verzoek tot ontbinding ingetrokken, zonder de werknemer, aangeduid als verweerder, een vergoeding voor de gemaakte proceskosten aan te bieden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de intrekking van het verzoek niet in strijd is met de wet, maar dat dit wel gevolgen heeft voor de proceskosten.

De kantonrechter heeft in zijn beoordeling aangegeven dat de beginselen van een goede procesorde vereisen dat de verzoeker, die het verzoek intrekt, ook de kosten die de verweerder heeft gemaakt in de procedure dient te vergoeden. De verweerder heeft zich laten bijstaan door een professionele rechtshulpverlener en heeft daardoor kosten gemaakt. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de verzoeker in dit geval in de proceskosten moet worden veroordeeld, omdat de intrekking van het verzoek zonder vergoeding in strijd is met de beginselen van behoorlijk procesgedrag.

De kantonrechter heeft de verzoeker veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die zijn begroot op € 200,- aan de zijde van de verweerder. Deze uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige omgang met proceskosten en de verantwoordelijkheden van partijen in een procedure.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL
Team kanton en handelsrecht
zaaknr.: 657318 HA VERZ 13-55
datum : 22 april 2013
Beschikking naar aanleiding van een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst
in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[VERZOEKER].,
gevestigd te [plaats] en kantoor houdende te [plaats],
[verzoeker],
gemachtigde mr. M. Hofsté-Leidekker,
tegen
[VERWEERDER],
wonende te [plaats],
[verweerder],
gemachtigde mr. M.B. Beerentsen, advocaat te Zwolle.
Partijen zullen verder worden aangeduid als [verzoeker] respectievelijk [verweerder].
De procedure
De kantonrechter heeft kennis genomen van het verzoekschrift d.d. 4 april 2013 met aangehechte bijlagen.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 8 april 2013. Verschenen zijn:
- [verzoeker], vertegenwoordigd door [naam], P&O manager en [naam], objectleidster, bijgestaan door mr. Hofsté-Leidekker voornoemd;
- [verweerder], bijgestaan door mr. Beerentsen voornoemd.
De beschikking is bepaald op 22 april 2013.
Bij brief van 12 april 2013 heeft [verzoeker] verzocht om de ontbindingsprocedure door te halen omdat zij inmiddels van het UWV toestemming heeft gekregen de arbeidsverhouding met [verweerder] op te zeggen.
Het geschil
Verzoeker verzoekt, voor zover vereist, om ontbinding van de arbeidsovereenkomst met [verweerder] primair op grond van een dringende reden, subsidiair vanwege veranderingen in de omstandigheden en meer subsidiair vanwege bedrijfseconomische redenen en zulks zonder toekenning van een vergoeding.
[Verweerder] heeft zich verzet tegen toewijzing van het verzoek.
De beoordeling
De kantonrechter verstaat het verzoek tot doorhaling als een mededeling dat het verzoek tot ontbinding wordt ingetrokken, zodat daarop niet meer behoeft te worden beslist.
Ingevolge het Procesreglement verzoekschriftprocedures zal de rechter, in geval van intrekking van het verzoek, indien bij het verweer om een kostenveroordeling is gevraagd en dit na intrekking wordt gehandhaafd, daarop alsnog moeten beslissen. Namens [verweerder] is niet verzocht om proceskostenveroordeling.
De kantonrechter is ook bevoegd om ambtshalve een proceskostenveroordeling uit te spreken en ziet daartoe in dit geval aanleiding. [verweerder] heeft ter zitting verweer gevoerd en zich daarbij laten bijstaan door een professionele rechtshulpverlener, waaruit volgt dat hij kosten heeft gemaakt voor zijn verweer. Na de behandeling ter zitting is het verzoek ingetrokken. Ten gevolge daarvan heeft [verweerder] nodeloos kosten gemaakt. Er is geen regel die bepaalt dat een verzoek niet mag worden ingetrokken. Intrekking zonder de wederpartij vergoeding aan te bieden van - inmiddels nodeloos - in de procedure gemaakte kosten moet echter in strijd worden geacht met de beginselen die normeren hoe partijen in een procedure zich jegens elkaar hebben te gedragen. Nu [verzoeker] het verzoek heeft ingetrokken zonder een vergoeding aan te bieden, is er reden om haar te veroordelen in de proceskosten.
De beslissing
De kantonrechter:
- verstaat dat het verzoek is ingetrokken;
- veroordeelt [verzoeker] in de proceskosten, tot op heden aan de zijde van [verweerder]
begroot op € 200,-.
Aldus gegeven door mr. H.C. Moorman, kantonrechter, en uitgesproken in de openbare terechtzitting van 22 april 2013, in tegenwoordigheid van de griffier.