ECLI:NL:RBOVE:2013:BZ8907
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- H.C. Moorman
- Rechtspraak.nl
Ontbinding van de arbeidsovereenkomst en proceskostenveroordeling na intrekking verzoek
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Overijssel op 22 april 2013 uitspraak gedaan naar aanleiding van een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst. De werkgever, aangeduid als verzoeker, heeft tijdens de zitting op 8 april 2013 het verzoek tot ontbinding ingetrokken, zonder de werknemer, aangeduid als verweerder, een vergoeding voor de gemaakte proceskosten aan te bieden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de intrekking van het verzoek niet in strijd is met de wet, maar dat dit wel gevolgen heeft voor de proceskosten.
De kantonrechter heeft in zijn beoordeling aangegeven dat de beginselen van een goede procesorde vereisen dat de verzoeker, die het verzoek intrekt, ook de kosten die de verweerder heeft gemaakt in de procedure dient te vergoeden. De verweerder heeft zich laten bijstaan door een professionele rechtshulpverlener en heeft daardoor kosten gemaakt. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de verzoeker in dit geval in de proceskosten moet worden veroordeeld, omdat de intrekking van het verzoek zonder vergoeding in strijd is met de beginselen van behoorlijk procesgedrag.
De kantonrechter heeft de verzoeker veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die zijn begroot op € 200,- aan de zijde van de verweerder. Deze uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige omgang met proceskosten en de verantwoordelijkheden van partijen in een procedure.