ECLI:NL:RBOVE:2013:CA1173
Rechtbank Overijssel
- Kort geding
- W.K.F. Hangelbroek
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van vorderingen tot verlenging van een huisverbod in kort geding
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Overijssel op 24 mei 2013 uitspraak gedaan in een kort geding. Eiseres, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. D. Beuving, heeft vorderingen ingediend tegen gedaagde, die niet in rechte is verschenen. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de dagvaarding op de juiste wijze is betekend, waarbij eiseres aan de wettelijke formaliteiten heeft voldaan. De zitting vond plaats op 24 mei 2013, waar eiseres haar vorderingen heeft toegelicht.
De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van eiseres afgewezen. De afwijzing is gebaseerd op het feit dat er geen wettelijke grondslag is voor de gevorderde verlenging van het huisverbod. Volgens artikel 2 van de Wet Tijdelijk Huisverbod kan een huisverbod worden opgelegd, en artikel 9 biedt de mogelijkheid om dit huisverbod te verlengen tot maximaal vier weken na oplegging, indien er een voortzetting van dreiging of gevaar is. In dit geval is er echter geen aanleiding gebleken om het huisverbod te verlengen, en eiseres heeft geen rechtsmiddelen aangewend tegen de beëindiging van het huisverbod op 25 mei 2013.
De voorzieningenrechter concludeert dat het systeem van de wet geen ruimte biedt voor het treffen van een voorziening die materieel neerkomt op een verlenging van het huisverbod. Eiseres is als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van het geding, die aan de zijde van gedaagde op nihil zijn begroot. Het vonnis is uitgesproken in Almelo, in aanwezigheid van de griffier.