Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
- de dagvaarding met 10 producties,
- de conclusie van antwoord met 10 producties,
- de conclusie van repliek met de producties 11 tot en met 20,
- de conclusie van dupliek.
1.[eiseres] had op 22 maart 2013 gedagvaard:
8.[eiseres] onderbouwt haar vorderingen als volgt.
9.Gedaagden hebben tegen de vorderingen het volgende verweer gevoerd.
.
die ten tijde van het sluiten van de overeenkomst maat waren(cursivering Rb). Verhaal kan dan plaatsvinden op de privévermogens.
op het tijdstip dat de betrokken schuld van de maatschap ontstaat, is daarvoor voor een gelijk deel aansprakelijk op grond van artikel 7A:1679-1681 BW. Anders dan het hof tot uitgangspunt heeft genomen, vallen geen nadere eisen te stellen voor persoonlijke aansprakelijkheid van de maten.
na welk tijdstip een deel van de door eiseres gestelde schulden is ontstaan, en in het geval van verweerder 4 dat hij maat was
toen de opdrachten door de maatschap werden aanvaard of toen de door eiseres gestelde schulden zijn ontstaan.” (Cursivering Rb).
ontstaanvan een schuld. Bovendien loopt er altijd rente (althans, als schade in de vorm van geld is geleden), dus dat kan geen reden zijn om nieuwe vennoten aansprakelijk te achten.