Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.[eiser],
[eiseres]
1.De procedure
- de dagvaarding
- de mondelinge behandeling
Rechtbank Overijssel
In deze zaak, behandeld door de voorzieningenrechter van de Rechtbank Overijssel, gaat het om een buren- en familieruzie tussen eisers en gedaagde over de naleving van een erfdienstbaarheid en de mogelijkheid voor eisers om onderhoudswerkzaamheden aan hun schuur uit te voeren. Eisers hebben een schuur gebouwd op hun perceel, dat zich dicht bij de erfgrens met gedaagde bevindt. Gedaagde heeft een erfdienstbaarheid van gootrecht, wat inhoudt dat hij moet toestaan dat eisers onderhoudswerkzaamheden aan de schuur kunnen uitvoeren. Echter, gedaagde heeft na een eerdere uitspraak van de voorzieningenrechter, waarin hij werd veroordeeld om openhaardhout van het perceel van eisers te verwijderen, het hout opnieuw op zijn eigen perceel geplaatst, maar op een manier die het onderhoud van de schuur bemoeilijkt.
Eisers hebben gedaagde herhaaldelijk verzocht om het hout te verwijderen, maar gedaagde heeft hieraan geen gehoor gegeven. Daarnaast heeft gedaagde verschillende objecten geplaatst, zoals een gele houten plaat en nepcamera's, die door eisers als hinderlijk en onrechtmatig worden ervaren. In het kort geding vorderen eisers dat gedaagde het hout verwijdert en de objecten verwijdert die zij als hinderlijk beschouwen. Gedaagde voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen.
De voorzieningenrechter oordeelt dat eisers een spoedeisend belang hebben bij hun vorderingen. De rechter stelt vast dat gedaagde, ondanks eerdere veroordelingen, het recht van erfdienstbaarheid frustreert. De vorderingen van eisers tot verwijdering van het openhaardhout en de materialen die gedaagde aan de schuur heeft toegevoegd worden toegewezen. De vorderingen tot verwijdering van de nepcamera's en de gele houten plaat worden afgewezen, omdat deze niet onrechtmatig zijn. Gedaagde wordt veroordeeld in de proceskosten en er worden dwangsommen opgelegd voor het niet naleven van de uitspraak.