ECLI:NL:RBOVE:2014:1409

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
18 maart 2014
Publicatiedatum
20 maart 2014
Zaaknummer
Awb 13/2363
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • W.F. Bijloo
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen legesaanslag voor bouwkosten van omgevingsvergunning

In deze zaak heeft eiser, wonende te Hellendoorn, beroep ingesteld tegen een legesaanslag die door de heffingsambtenaar van de gemeente Hellendoorn is opgelegd. De aanslag, gedateerd op 13 mei 2013, betrof een bedrag van € 1.176,72 en was gebaseerd op de bouwkosten van € 39.200,00 voor het vervangen van de kap van zijn woning. Eiser betwistte de hoogte van de leges en voerde aan dat onderhoudskosten die niet vergunningsplichtig zijn, niet tot de bouwkosten gerekend mogen worden. Hij stelde dat de kap van zijn woning in slechte staat verkeerde en dat de vervangingen onder groot onderhoud vielen, wat vergunningsvrij zou zijn geweest. Eiser had een omgevingsvergunning aangevraagd, waarbij hij de bouwkosten op € 5.760,00 had geschat, maar de gemeente ging uit van een veel hoger bedrag.

De rechtbank heeft de zaak op 24 februari 2014 behandeld, waarbij eiser werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde en de gemeente door H. Harting-Ekkel en S.H.H. Ponsteen-Jurrien. De rechtbank heeft de argumenten van beide partijen overwogen. Eiser verwees naar uitspraken van andere gerechtshoven, maar de rechtbank oordeelde dat de gemeente de leges op juiste wijze had vastgesteld. De rechtbank concludeerde dat de door de gemeente berekende bouwkosten van € 39.200,00 terecht waren, en dat de legesaanslag correct was opgelegd. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.

De uitspraak werd gedaan door mr. W.F. Bijloo en openbaar uitgesproken in aanwezigheid van griffier Y van der Zaan-van Armhem. De uitspraak is op 20 maart 2014 verzonden.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Bestuursrecht
Zittingsplaats Zwolle
Registratienummer: Awb 13/2363
uitspraak van de enkelvoudige belastingkamer in het geschil tussen
[eiser],
wonende te Hellendoorn, eiser,
gemachtigde: [eiser],
en
de heffingsambtenaar van de gemeente Hellendoorn,
verweerder.
13/2363

1.Ontstaan en loop van het geding

Met dagtekening 13 mei 2013 heeft verweerder eiser een aanslag bouwleges opgelegd van € 1.176,72.
Bij uitspraak op bezwaar van 5 september 2013 heeft verweerder het tegen deze aanslag gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Eiser heeft beroep ingesteld. Verweerder heeft een verweerschrift ingezonden.
Het beroep is op 24 februari 2014 ter zitting behandeld
.Eiser is verschenen bij zijn gemachtigde.
Verweerder heeft zich doen vertegenwoordigen door H. Harting-Ekkel en S.H.H. Ponsteen-Jurrien.
De rechtbank heeft vervolgens het onderzoek gesloten.

2.De feiten

Op 13 februari 2013 heeft eiser aan het college van burgemeester en wethouders van Hellendoorn een omgevingsvergunning gevraagd voor het vervangen van de kap van de woning gelegen aan de Veldhuizenweg 8A te Hellendoorn.
Op het aanvraagformulier is aangegeven dat de geschatte bouwkosten € 5.000,00 zullen bedragen.
Bij besluit van 6 mei 2013 heeft het college van burgemeester en wethouders de gevraagde omgevingsvergunning verleend.
In verband met het in behandeling nemen van de aanvraag om omgevingsvergunning heeft verweerder eiser een aanslag bouwleges opgelegd van € 1.176,72. In deze aanslag is aangegeven dat de bouwkosten zijn geraamd op € 39.200,00 en dat de verschuldigde leges als volgt zijn vastgesteld:
gem. leges omgevingsvergunning voor het onderdeel bouwen: € 1.000,92
advieskosten welstandscommissie: € 118,00
advertentiekosten voor publicatie:
€ 57,80
Totaal verschuldigde leges: € 1.176,72

3.Het geschil

In geschil is de hoogte van de aan eiser in rekening gebrachte leges.
Eiser heeft aangevoerd dat uit een recente publicatie van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) blijkt dat, overeenkomstig uitspraken van de gerechtshoven van Leeuwarden en Amsterdam, onderhoudskosten welke niet vergunningsplichtig zijn, niet tot de bouwkosten gerekend kunnen worden en derhalve hierover ook geen leges kosten kunnen worden geheven.
De kap van de woning aan de Veldhuizenweg was in dermate slechte staat door aantasting van houtboorders en ongeïsoleerd, dat deze vervangen zou moeten worden in het kader van groot onderhoud, hetgeen vergunningsvrij zou zijn geweest. Door het verhogen van de kap werd de inhoud vergroot. Naar de mening van eiser moet een splitsing gemaakt worden tussen het onderhoud en de uitbreiding. De oppervlakte van het huidig dakvlak wordt vergroot met circa 48 m². Volgens de berekening conform bouwleges-toets van het Regionaal Overleg Eindhoven Bouwtoezicht (ROEB) dient gerekend te worden met € 120,00 per m². Op grond hiervan heeft eiser de bouwkosten berekend op € 5.760,00.
Verweerder stelt zich op het standpunt dat de aanslag tot een juiste hoogte is opgelegd.
Voor een meer uitvoerige weergave van de standpunten van partijen verwijst de rechtbank naar de gedingstukken.

4.Beoordeling van het geschil

Ingevolge artikel 1, aanheft en onder a, van de Verordening op de heffing en invordering van leges 2013 (hierna: de Verordening), vastgesteld door de Raad van de gemeente Hellendoorn op 8 november 2012, worden onder de naam “leges” rechten geheven voor het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten, een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Titel 2 van de tarieventabel heeft betrekking op dienstverlening vallend onder de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning).
Artikel 2.1.1.2 van de tarieventabel bepaalt dat voor de toepassing van titel 2 onder bouwkosten wordt verstaan: de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeerd zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft.
Artikel 2.3.1.1 van de tarieventabel bepaalt dat het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor bouwactiviteiten als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo € 154,20 bedraagt.
Dit bedrag wordt ingevolge artikel 2.3.1.1.1. vermeerderd met 2,16% van de bouwkosten.
Uit het bepaalde in artikel 2.3.1.1. van de tarieventabel blijkt reeds dat leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag. Vaststaat dat eiser een omgevingsvergunning heeft aangevraagd en dat deze aanvraag in behandeling is genomen. Deze aanvraag heeft betrekking op het vervangen van de kap van de woning van eiser. Dit blijkt ook uit de bij de aanvraag gevoegde tekeningen.
Voor de stelling van eiser dat een onderscheid moet worden gemaakt tussen groot onderhoud van de kap en de uitbreiding van de kap, heeft eiser verwezen naar de door de VNG genoemde uitspraak van het gerechtshof Amsterdam van 11 februari 2003.
De rechtbank overweegt hieromtrent dat het gerechtshof Den Haag in de uitspraak van 2 september 2003, ECLI:NL:GHSGR:20034:AN8118, een dergelijk onderscheid ook heeft gemaakt, doch deze uitspraak is door de Hoge Raad op 2 december 2005, ECLI:NL:HR:2005:AU7360, vernietigd. De Hoge Raad heeft hierbij overwogen dat werkzaamheden die behoren tot het groot onderhoud – dat wil zeggen die onderhoudswerkzaamheden welke noodzakelijk zijn om te voorkomen dat het voortbestaan van de woning als zodanig in gevaar komt – alsmede aanpassingen aan de eisen van de tijd, niet kunnen worden aangemerkt als gewoon onderhoud.
De hoogte van de leges heeft verweerder vastgesteld op grond van de berekende bouwkosten van € 39.200,00. Verweerder is hierbij uitgegaan van de gerealiseerde inhoud van de kap van 196 m³. Vervolgens heeft verweerder gerekend met een bedrag van € 200,00 per m³ op grond van de richtprijzentabel gebaseerd op de NEN-norm.
Eiser is van mening dat de bouwkosten berekend moeten worden op grond van de tabel van het ROEB. De rechtbank kan eiser hier niet in volgen, te meer nu eiser bij zijn berekening van de bouwkosten slechts uit is gegaan van de grootte van de uitbreiding.
Rekening moet worden gehouden met de vervanging van de gehele kap. De door eiser opgevoerde bouwsom van € 5.000,00, zoals vermeldt in de bouwaanvraag, of de door eiser berekende bouwsom van € 5.760,00 komt de rechtbank, gelet op de te realiseren kap op de woning van eiser, onaannemelijk voor.
De rechtbank is derhalve van oordeel dat verweerder op juiste wijze de bouwkosten van de te vervangen kap berekend heeft en op grond daarvan een juiste legesaanslag aan eiser heeft opgelegd.
Het beroep dient derhalve ongegrond te worden verklaard.

5.Proceskosten

Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

6.Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. W.F. Bijloo, rechter, en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van Y van der Zaan-van Armhem als griffier, op
Afschrift verzonden op: