Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.[verzoeker 1];
,
Rechtbank Overijssel
Op 16 april 2014 heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, een beslissing genomen in een wrakingsprocedure. Verzoekers, bestaande uit meerdere personen, hebben op 21 maart 2014 een verzoek tot wraking ingediend tegen de rechters H. Bottenberg-van Ommeren, W.K.F. Hangelbroek en J.H. van der Veer, die belast waren met de behandeling van een civiele zaak geregistreerd onder C/08/127144 HA ZA 12-82. De verzoekers voerden aan dat de rechters partijdig waren en de schijn van partijdigheid op zich hadden genomen, onder andere door het niet tijdig wijzen van een eindvonnis en door de gemeente Borne te bevoordelen in hun beslissingen.
De rechters hebben op 26 maart 2014 schriftelijk gereageerd op het wrakingsverzoek en hebben de beschuldigingen van partijdigheid weersproken. De mondelinge behandeling van het wrakingsverzoek vond plaats op 3 april 2014, waarbij verzoeker 1 aanwezig was met zijn advocaat, mr. M. Wullink. De gemeente Borne en haar advocaat waren niet verschenen.
De rechtbank oordeelde dat de grieven van de verzoekers voornamelijk gericht waren tegen de inhoud van de eerdere beslissing van de rechters, wat geen grond voor wraking kan opleveren. De rechtbank benadrukte dat de vrees voor partijdigheid objectief gerechtvaardigd moet zijn en dat verzoekers geen concrete feiten of omstandigheden hebben aangedragen die deze vrees onderbouwen. De rechtbank concludeerde dat het verzoek tot wraking ongegrond was en heeft het verzoek afgewezen. De beslissing werd openbaar uitgesproken door de rechters A. van Eerden, M. van Aerde en Z. Zweers, in aanwezigheid van griffier mr. Morskieft.