Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[verzoeker],
het college van burgemeester en wethouders van Borne,
Procesverloop
Overwegingen
ten tijde van de vergunningaanvraaggeen sprake was van een bestaande intensieve veehouderij. Verweerder heeft hierbij aansluiting gezocht bij de jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State met betrekking tot voortgezet gebruik in het kader van de beschermende werking van het overgangsrecht in bestemmingsplannen ten aanzien van gebruik. Verweerder van mening is dat deze jurisprudentie analoog kan worden toegepast voor de uitleg van het begrip “bestaande intensieve veehouderij” in de onderhavige bestemmingplannen.
op het tijdstip van terinzagelegging van het reconstructieplangeen intensieve veehouderij aanwezig is, in een verwevingsgebied niet mogelijk is. De voorzieningenrechter verwijst hierbij naar de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 30 oktober 2013, zaaknummer 201211936/1/R1, ECLI:NL:RVS:2013:1722.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond en vernietigt het bestreden besluit;
- veroordeelt verweerder in de door verzoeker gemaakte proceskosten ad € 974,--, door verweerder te betalen aan verzoeker;
- verstaat dat verweerder aan verzoeker het door hem in verband met het verzoek en het beroep betaalde griffierecht van in totaal € 330,-- vergoedt.
- wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.