ECLI:NL:RBOVE:2014:2248
Rechtbank Overijssel
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Betaling huurachterstand en opschorting van huurverplichtingen in kort geding
In deze zaak, behandeld door de voorzieningenrechter van de Rechtbank Overijssel op 25 april 2014, vorderde de eiser, vertegenwoordigd door mr. D.L.A. van Voskuilen, betaling van een huurachterstand van € 35.973,12 van de gedaagden, Ferteco B.V., Nyenborgh Beheer B.V. en Gio B.V., vertegenwoordigd door mr. M.D. Ubbink. De eiser stelde dat de gedaagden de huur over de maanden december 2013 tot en met maart 2014 gedeeltelijk niet hadden betaald en dat er geen recht op opschorting van de huurbetalingen bestond, aangezien de gedaagden geen nieuwe gebreken hadden aangevoerd die de huurbetalingen zouden rechtvaardigen.
De gedaagden voerden verweer en stelden dat er gebreken aan het gehuurde waren die opschorting van de huurbetalingen rechtvaardigden. De voorzieningenrechter oordeelde dat de gedaagden niet konden aantonen dat de gebreken zodanig waren dat een algehele opschorting van de huur gerechtvaardigd was. Wel werd erkend dat er mogelijk gebreken waren, maar deze rechtvaardigden hoogstens een partiële opschorting van de betalingsverplichting.
Uiteindelijk oordeelde de voorzieningenrechter dat de gedaagden hoofdelijk moesten voldoen aan de vordering van de eiser en dat zij een voorschot van € 40.000,00 moesten betalen, vermeerderd met de wettelijke handelsrente. De gedaagden werden ook veroordeeld in de proceskosten. Dit vonnis werd uitgesproken in het openbaar op 25 april 2014 in Almelo.