ECLI:NL:RBOVE:2014:267
Rechtbank Overijssel
- Voorlopige voorziening
- G.G. Vermeulen
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vorderingen omwonende tegen Grolsch wegens geuroverlast
In een kort geding heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Overijssel op 22 januari 2014 uitspraak gedaan in een zaak tussen een omwonende van de Grolsch brouwerij en de brouwerij zelf. De omwonende, eiser, had vorderingen ingesteld tegen de Koninklijke Grolsch N.V. met betrekking tot geuroverlast die hij ervoer. Hij eiste onder andere de plaatsing van snuffelpalen en het instellen van een alarmnummer. De rechtbank oordeelde echter dat de eiser de verkeerde rechtspersoon had gedagvaard, aangezien de Grolsche Bierbrouwerij B.V. de feitelijke exploitant is. Hierdoor werden de eisen van de omwonende afgewezen.
De voorzieningenrechter overwoog dat de omwonende niet voldoende bewijs had geleverd dat de Grolsch brouwerij haar vergunning overtrad en dat de geuroverlast niet onrechtmatig was. De rechtbank stelde vast dat de gemeente Enschede het verzoek van de eiser om handhavend op te treden had afgewezen, omdat er geen overtredingen waren geconstateerd. Bovendien bleek uit de verklaringen van de eiser dat hij sinds september 2013 geen geuroverlast meer had ervaren, wat de noodzaak van de gevorderde maatregelen verder ondermijnde.
De voorzieningenrechter concludeerde dat de vorderingen van de eiser niet alleen op formele gronden, maar ook inhoudelijk niet konden worden toegewezen. De rechtbank wees de vorderingen af en veroordeelde de eiser in de proceskosten, die aan de zijde van Grolsch werden begroot op een totaal van € 1.405,--. Dit vonnis werd uitgesproken in het bijzijn van de griffier en is uitvoerbaar bij voorraad.