Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
2.De beoordeling
Mr. Duiveman geeft namens de moeder aan dat ze wel wil worden opgeroepen.
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft een vader op 15 mei 2014 een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. A. Smedes, kinderrechter bij de Rechtbank Overijssel. Dit verzoek volgde na een uitspraak ter zitting in een procedure die betrekking had op de ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing van zijn twee minderjarige kinderen. De vader was van mening dat de kinderrechter partijdig was en dat er onvoldoende aandacht was besteed aan zijn positie als vader. Tijdens de zitting had de kinderrechter een machtiging tot uithuisplaatsing afgewezen, waarbij de vader zijn onvrede over de uitspraak uitte en de kinderrechter beschuldigde van partijdigheid. De kinderrechter schorste de zitting kort om later te verklaren dat hij niet berustte in de wraking en dat er een proces-verbaal van de uitspraak zou worden opgemaakt.
De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat de wet niet voorziet in de mogelijkheid om wraking te verzoeken van een rechter die al een einduitspraak heeft gedaan. Aangezien mr. Smedes de einduitspraak had gedaan voordat het wrakingsverzoek werd ingediend, heeft de rechtbank geoordeeld dat de vader niet-ontvankelijk is in zijn verzoek tot wraking. De beslissing is op 23 mei 2014 openbaar uitgesproken door de wrakingskamer van de Rechtbank Overijssel, waarbij de rechtbank de vader in zijn verzoek niet-ontvankelijk verklaarde.