Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- de dagvaarding met bijbehorende producties;
- de mondelinge behandeling;
- de pleitnota van de Ontvanger en de specificatie van de belastingschuld.
Rechtbank Overijssel
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Overijssel op 21 mei 2014, heeft eiseres, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. K.M.C. Jansen, een kort geding aangespannen tegen de Ontvanger van de Belastingdienst Oost, gevestigd te Almelo. Eiseres vorderde de opheffing van het beslag dat door de Ontvanger was gelegd op haar auto, alsook de stopzetting van de aangekondigde executoriale verkoop. Eiseres stelde dat zij niet in staat was om een betalingsregeling te treffen vanwege haar slechte gezondheid en dat de Ontvanger geen medewerking verleende aan haar verzoeken om specificatie van de belastingschuld.
De voorzieningenrechter overwoog dat het algemeen belang van de invordering van belastingschulden zwaarwegend is en dat dit slechts in uitzonderlijke gevallen moet wijken voor de belangen van de belastingschuldige. De rechter stelde vast dat eiseres de verschuldigde belastingschuld niet had betwist en dat het beslag rechtmatig was gelegd. Eiseres had niet voldoende aangetoond dat zij effectief om een betalingsregeling had verzocht, en de Ontvanger had gemotiveerd uiteengezet dat eiseres niet voldeed aan de voorwaarden voor een betalingsregeling.
De voorzieningenrechter concludeerde dat er geen misbruik van bevoegdheid was door de Ontvanger en dat er geen reden was om het beslag op de auto op te heffen of de executoriale verkoop te verbieden. De vorderingen van eiseres werden afgewezen, en zij werd veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de Ontvanger werden begroot op € 608,--. Dit vonnis werd openbaar uitgesproken op 21 mei 2014.