ECLI:NL:RBOVE:2014:3067
Rechtbank Overijssel
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot opheffing conservatoir beslag in kort geding
In deze zaak, behandeld door de voorzieningenrechter van de Rechtbank Overijssel op 23 mei 2014, hebben eisers verzocht om de opheffing van conservatoir beslag dat door gedaagden was gelegd op verschillende onroerende zaken die in eigendom toebehoren aan eisers. De eisers, die in financiële problemen verkeerden en niet aan hun verplichtingen jegens de Rabobank Noord Twente voldeden, stelden dat het beslag vexatoir was en dat het hen belemmerde in hun pogingen tot herfinanciering. Gedaagden, die het beslag hadden gelegd, voerden verweer en stelden dat het beslag noodzakelijk was om hun vordering veilig te stellen.
De voorzieningenrechter oordeelde dat eisers onvoldoende aannemelijk hadden gemaakt dat het beslag vexatoir was. De rechter benadrukte dat de beoordeling van vexatoir beslag afhankelijk is van de concrete omstandigheden van het geval, waaronder de hoogte van de vordering en de waarde van de beslagen goederen. Eisers hadden geen bewijsstukken overgelegd van de herfinanciering die zij stelden te hebben gevonden, waardoor de rechter niet kon vaststellen of het beslag hen daadwerkelijk belemmerde in hun mogelijkheden om te herfinancieren.
De voorzieningenrechter concludeerde dat er geen grond was om het belang van eisers om executoriale verkoop te voorkomen te laten prevaleren boven het belang van gedaagden bij het veiligstellen van hun vordering. De vorderingen van eisers werden afgewezen en zij werden veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak werd op 2 juni 2014 gemotiveerd door de voorzieningenrechter, die de beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaarde.