In een kort geding heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Overijssel op 24 juni 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen een huurder en de campinghouders van camping 't Veentje in De Pol, gemeente Steenwijkerland. De huurder, die een caravan op de camping had geplaatst, vorderde dat de campinghouders hem zouden toelaten tot zijn staanplaats. De campinghouders hadden de huurovereenkomst niet rechtsgeldig opgezegd of beëindigd, en bovendien was er geen bewijs geleverd dat de huurder overlast veroorzaakte, wat door de huurder werd ontkend.
De procedure begon met een dagvaarding en een mondelinge behandeling op 10 juni 2014. De huurder had in april 2014 een caravan gekocht en een huurovereenkomst afgesloten voor een staanplaats op de camping. De campinghouders sommeerden de huurder op 21 april 2014 om de camping te verlaten, met de bewering dat hij zich niet aan de campingregels hield en overlast veroorzaakte. De huurder betwistte deze claims en verzocht de campinghouders om hem toegang te verlenen tot zijn staanplaats.
De voorzieningenrechter oordeelde dat de campinghouders niet voldoende bewijs hadden geleverd voor hun claims en dat de huurovereenkomst niet rechtsgeldig was beëindigd. De rechter oordeelde dat de vorderingen van de huurder toewijsbaar waren, en legde de campinghouders op om de huurder toegang te verlenen tot zijn staanplaats en zich te onthouden van gedragingen die dit gebruik zouden belemmeren. Tevens werd een dwangsom opgelegd voor het geval de campinghouders in gebreke bleven. De campinghouders werden ook veroordeeld in de proceskosten van de huurder.