Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
[verzoeker],
[belanghebbende],
Het procesverloop
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen op 23 oktober 2013;
- het verweerschrift met bijlagen, binnengekomen op 9 december 2013.
De feiten
1 januari 2013 een bedrag van € 134,75 per kind per maand.
Het verzoek
22 april 2013, dan wel met ingang van een nader te bepalen datum, nader vast te stellen op een zodanig bedrag als de rechtbank juist acht. Daarnaast verzoekt de man te bepalen dat de vrouw aan hem dient terug te betalen hetgeen als gevolg van deze beschikking onverschuldigd zal blijken te zijn betaald.
Het verweer
De beoordeling
is de rechtbank van oordeel dat sprake is van een relevante wijziging van omstandigheden die een hernieuwd onderzoek naar de behoefte en de draagkracht noodzakelijk en gerechtvaardigd maakt. De man kan daarom worden ontvangen in zijn verzoek.
22 april 2013 is blijven voldoen. Door een eventuele verlaging met terugwerkende kracht zou de vrouw met een terugbetalingsverplichting worden geconfronteerd. De vrouw heeft verklaard dat de ontvangen alimentatie volledig aan de kinderen is besteed.
24 juni 2013 tot en met 31 december 2013 ontving de man een inkomen uit arbeid als chauffeur voor [Y] via Timing Uitzendteam BV en daarnaast ontving hij in de periode van 22 april 2013 tot en met 31 december 2013 een (aanvullende)
WW-uitkering van het UWV. Omdat de rechtbank de draagkracht van de man beoordeelt met ingang van de datum van het verzoekschrift, houdt de rechtbank geen rekening met het inkomen dat de man genoot bij [X]. Dat inkomen genoot de man toen immers niet meer.
9 februari 2014 ziet immers voor een deel op de situatie waarin de man nog via Timing werkzaam was bij [Y].
9 maart 2014 en over de periode van 10 maart 2014 tot en met 6 april 2014.
De beslissing
G.M. Keupink als griffier en in het openbaar uitgesproken op 24 maart 2014.