In deze zaak gaat het om de omgevingsvergunning die op 3 oktober 2012 van rechtswege is verleend aan Vriend GGZ voor het afwijkend gebruik van een pand in Enschede, dat fungeert als vriendenhuis. De eisers, bestaande uit Tandartsenpraktijk Soons BV en twee natuurlijke personen, hebben beroep ingesteld tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Enschede, dat het bezwaar tegen de vergunning ongegrond heeft verklaard. De rechtbank heeft op 18 oktober 2013 de zaak behandeld, waarbij eisers en hun gemachtigde aanwezig waren, evenals de vertegenwoordigers van de verweerder en de derde-belanghebbende.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eisers als belanghebbenden kunnen worden aangemerkt, omdat zij op een afstand van respectievelijk 35 tot 45 meter, 30 tot 40 meter en 15 tot 25 meter van het vriendenhuis wonen of gevestigd zijn. De rechtbank heeft ook overwogen dat de omwonenden die de eisers steunen, geen zelfstandig beroep hebben ingesteld en daarom niet als procespartij kunnen worden aangemerkt.
De rechtbank heeft vervolgens de procedure rondom de omgevingsvergunning beoordeeld. De vergunning is verleend op basis van de reguliere voorbereidingsprocedure, en de rechtbank heeft vastgesteld dat de vergunning niet in strijd is met de wettelijke bepalingen. De rechtbank oordeelt dat de belangen van de eisers door verweerder zijn afgewogen en dat het bestreden besluit in stand kan blijven. Het beroep van de eisers is ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door rechter W.F. Bijloo en griffier R.K. Witteveen, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak staat voor belanghebbenden en het bestuursorgaan hoger beroep open, dat binnen zes weken na verzending van de uitspraak moet worden ingesteld.