Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.[eiser 1],
[eiser 2],
1.De procedure
- de dagvaarding met producties
- de conclusie van antwoord met producties
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van [eiser 1] c.s.
- de pleitnota van Equinix c.s.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
- Equinix c.s. heeft gehandeld in strijd met de op haar rustende waarheidsplicht, onder meer doordat zij het verweer van [eiser 1] c.s. tegen de in de bodemzaak ingestelde vordering niet of nauwelijks in het beslagrekest heeft weergegeven, althans samengevat,
- Equinix c.s. heeft de digitale documenten, waarop zij bewijsbeslag wilde doen leggen, niet volgens de eisen van artikel 843a Rv. concreet en specifiek genoeg aangeduid in relatie tot concrete, door Equinix c.s. in de bodemprocedure te stellen en te bewijzen feiten,
- het beslagrekest heeft (daarom) in feite de strekking van een ‘fishing expedition’,
- er is summierlijk gebleken van de ondeugdelijkheid van de beweerde vorderingsrechten van Equinix c.s.,
- het beslag is onnodig gelegd, en
- Equinix c.s. heeft met deze beslaglegging misbruik gemaakt van procesrecht.
ex parte(zonder dat de gerekwestreerde eerst wordt gehoord) pleegt te worden beslist, kan misleiding door onvoldoende toelichting in het beslagrekest de voorzieningenrechter reden geven om een latere vordering tot opheffing van het beslag reeds om die reden toe te wijzen.
concrete en specifieke feiten, waarop haar eis berust, maar ook die ontbrak in het rekest. Ook in dit kort geding is die niet verstrekt.