In deze zaak heeft eiser, wonende te Enschede, beroep ingesteld tegen een aanslag leges van € 4.075,00 die door verweerder, de directeur van het Gemeenschappelijk Belastingkantoor Twente, was opgelegd in verband met een aanvraag om omgevingsvergunning voor het bouwen van een woning. De aanslag was gebaseerd op de legesverordening van de gemeente Enschede, waarbij de leges werden berekend op basis van de bouwkosten. Eiser betwistte de hoogte van de leges, omdat verweerder zijn woning ten onrechte als 'vrijstaand' had aangemerkt, terwijl deze in werkelijkheid deel uitmaakt van een rij woningen.
De rechtbank heeft de feiten en de argumenten van beide partijen zorgvuldig overwogen. Eiser had op 2 november 2012 een omgevingsvergunning aangevraagd, die op 6 februari 2013 werd verleend. De leges waren berekend op basis van de bouwkosten van € 148.200,00, die waren vastgesteld op basis van de legesverordening. Eiser stelde dat zijn woning een geschakelde woning is en dat de leges daarom op een lager tarief van € 200,00 per m³ berekend hadden moeten worden.
De rechtbank oordeelde dat de woning van eiser inderdaad in een rijtje staat en niet als vrijstaand kan worden aangemerkt. De rechtbank concludeerde dat de legesverordening geen categorie voor 'rijwoningen met bijzondere architectuur' bevatte, en dat de leges dus op basis van de feitelijke situatie moesten worden berekend. Dit leidde tot een herberekening van de leges tot € 2.850,00, wat resulteerde in een vermindering van de aanslag met € 855,00.
De rechtbank heeft verweerder ook veroordeeld in de proceskosten van eiser, die op € 22,40 werden vastgesteld. De uitspraak werd gedaan door mr. A. Oosterveld, met Y. van der Zaan-van Arnhem als griffier. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en de rechtbank heeft de eerdere uitspraak op bezwaar vernietigd.