Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.[belanghebbende 1],
2.mr. B.A.M. Oude Breuil, bijzondere curator,
- de vrouw, bijgestaan door mr. Tijken;
- de man, bijgestaan door mr. Ter Brake;
- mr. Oude Breuil, in zijn hoedanigheid als bijzondere curator.
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 26 mei 2014 een beschikking gegeven in een verzoekschrift van een vrouw, die de erkenning van haar minderjarige kind door de man wilde laten vernietigen. De vrouw, bijgestaan door haar advocaat mr. M. Tijken, stelde dat de man niet de biologische vader van het kind was en dat het in het belang van het kind was dat zij alleen het ouderlijk gezag zou uitoefenen. De man, vertegenwoordigd door mr. M. ter Brake, gaf aan zich niet te verzetten tegen de vernietiging van de erkenning en de wijziging van het gezag. De bijzondere curator, mr. B.A.M. Oude Breuil, ondersteunde het verzoek van de vrouw en stelde dat de erkenning moest worden vernietigd omdat de man geen contact meer had met het kind sinds de beëindiging van de relatie in september 2012.
De rechtbank oordeelde dat de erkenning van de man moest worden vernietigd, omdat hij niet de biologische vader was en er geen contact meer was tussen hem en het kind. De rechtbank benadrukte dat het belang van het kind voorop stond en dat het niet in het belang van het kind was om een man die niet zijn biologische vader was in de geboorteakte te vermelden. De rechtbank wees het verzoek van de vrouw om de geslachtsnaam van het kind te wijzigen af, omdat de vernietiging van de erkenning terugwerkende kracht had en het kind daardoor automatisch de geslachtsnaam van de moeder zou krijgen.
Daarnaast werd het gezamenlijk gezag van de man en de vrouw opgeheven, omdat de erkenning geacht werd nimmer gevolg te hebben gehad. De rechtbank droeg de griffier op om de relevante instanties in kennis te stellen van de uitspraak. De beschikking werd openbaar uitgesproken en partijen kregen de mogelijkheid om binnen drie maanden hoger beroep in te stellen.