Een proces-verbaal van verhoor van aangever, d.d. 4 september 2012, opgenomen op pagina 35 e.v. van het dossier, inhoudende de verklaring van [slachtoffer 2]:
Afgelopen donderdagavond, 29 augustus 2012, omstreeks 20.00 uur, was ik samen met
ene [verdachte] in het park bij het station. (..)
Toen ik daar dus met [verdachte] was, bevond zich ook nog een andere man bij ons. Ik ben zijn naam vergeten. Het is een beetje een indo-type van een jaar of 30. (..)
Op een gegeven moment zaten we met ons drieën op het bankje. Dus [verdachte], die Indo-man
en ik. Die Indo-man zat in het midden. Plotseling zag en voelde ik dat die Indo-man met kracht een verwurging om mijn keel aanlegde. Ik voelde dat die man veel kracht gebruikte. Ik merkte dat hij dat met zijn rechterarm deed. Ik kon hem niet verstaan. Ik hoorde wel dat hij wat zei. Ik kon amper nog lucht krijgen. Ik kon nog tegen hem zeggen: “los”.
Ik voelde dat hij nog meer kracht zette. Ik had het erg benauwd en ik realiseerde me
dat ik mij los moest wrikken. (..) Ik heb mij dus losgewrikt. Ik wist dat hij mij niet uit zichzelf los zou laten.
Toen ik dus losgekomen was, zag ik dat die Indo-man opnieuw de bokshouding aannam
met gebalde vuisten en ik hoorde dat hij meerdere keren tegen mij zei: “Ik maak jou
dood, kom maar”. Ik hoorde dat dit niet vriendelijk klonk. Ik zag dat die Indo-man
mij enkele keren opzettelijk en met kracht probeerde om mij stompen met zijn
gebalde vuist op mijn gezicht te geven. Ik kon die klappen afweren. Ik ben dus niet
geraakt. Op het moment dat die Indo-man mij probeerde te stompen, merkte ik dat mijn gehoorapparaat uit mijn rechteroor viel. (..) Ik koos er daarna voor om te vluchten. Ik rende weg en die Indo-man kwam achter mij aan.