Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
[gedaagde 2],
Rechtbank Overijssel
In deze zaak, behandeld door de voorzieningenrechter van de Rechtbank Overijssel, gaat het om een geschil tussen de bestuurders van twee besloten vennootschappen, BHR Solutions B.V. en Verhuisvriend.nl B.V. De eisers, vertegenwoordigd door de heer [X], hebben een kort geding aangespannen tegen de gedaagde, RMAN Holding B.V., vertegenwoordigd door de heer [gedaagde 2]. De kern van het geschil draait om de vraag of de bestuurders verwijtbaar hebben gehandeld door het vennootschapsbelang te laten ondersneeuwen. De eisers vorderen onder andere terugboeking van een bedrag van € 27.744,34 en het waarborgen van de operationele systemen van hun onderneming.
Tijdens de mondelinge behandeling op 24 april 2014 is het kort geding geschorst om partijen de gelegenheid te geven tot schikkingsonderhandelingen. Ondanks deze schorsing zijn partijen er niet in geslaagd om tot een oplossing te komen, wat heeft geleid tot de heropening van het kort geding. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat beide bestuurders in een impasse zijn geraakt, wat het gezamenlijk bestuur van de vennootschappen belemmert. De rechter heeft geconcludeerd dat de gedragingen van beide bestuurders, waaronder het voldoen van nota’s voor rechtsbijstand en het platleggen van operationele systemen, als onbehoorlijk kunnen worden gekwalificeerd.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter geoordeeld dat artikel 2:239 BW aan een beoordeling van het kort geding in de weg staat, omdat beide bestuurders het vennootschapsbelang laten ondersneeuwen. De vorderingen van de eisers zijn afgewezen, en de proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt. Dit vonnis is uitgesproken op 20 juni 2014 in Almelo.