In deze zaak gaat het om een beroep tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Borne, waarbij een omgevingsvergunning is verleend voor het ombouwen van een voormalig badhuis tot een uitvaarthuis. De rechtbank Overijssel heeft op 10 juli 2014 uitspraak gedaan in deze zaak, geregistreerd onder nummer Awb 14/389. De eisers, bewoners van Borne, hebben tegen dit besluit beroep ingesteld, omdat zij van mening zijn dat de vergunning niet in overeenstemming is met het bestemmingsplan en dat er onvoldoende rekening is gehouden met de parkeerdruk in de omgeving.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de derde partij, die de vergunning heeft aangevraagd, eigenaar is van het pand en dat het pand als rijksmonument is aangemerkt. De rechtbank heeft de ontvankelijkheid van de eisers beoordeeld en geconcludeerd dat vier van hen niet ontvankelijk zijn, omdat zij geen zienswijzen tegen het ontwerpbesluit hebben ingediend. De rechtbank heeft vervolgens de inhoudelijke bezwaren van de overige eisers behandeld, waaronder de vraag of de functie van uitvaarthuis past binnen de bestemming van het perceel volgens het bestemmingsplan.
De rechtbank heeft geoordeeld dat het gebruik van het pand als uitvaarthuis past binnen de bestemming 'Gemengd - 2' en dat er geen wettelijke grondslag is voor het stellen van voorwaarden aan de openingstijden van het uitvaarthuis. Wat betreft de parkeerdruk heeft de rechtbank vastgesteld dat de berekeningen van de benodigde parkeerplaatsen door verweerder voldoende zijn onderbouwd. De rechtbank heeft echter geconstateerd dat het bestreden besluit onvoldoende gemotiveerd is met betrekking tot de benodigde parkeerruimte voor condoleancebijeenkomsten, en heeft het besluit vernietigd. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om opnieuw op het bezwaar van eisers te beslissen, met inachtneming van de uitspraak.