Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure in conventie en in voorwaardelijke reconventie
2.De feiten in conventie en in voorwaardelijke reconventie
3.De beoordeling in conventie
816,00
Rechtbank Overijssel
In deze zaak, die voor de Rechtbank Overijssel is behandeld, betreft het een kort geding tussen Climate Systems B.V. (eiser) en Bouwbedrijf B.V. (gedaagde) over de toegang tot een parkeerterrein en kantoorgedeelte. De voorzieningenrechter heeft op 6 augustus 2014 uitspraak gedaan. Eerder was er al een tussenvonnis gewezen op 21 juli 2014. De eiser, Climate Systems B.V., had een Design & Build overeenkomst gesloten met de gedaagde partij voor de bouw van een nieuw kantoorgebouw en bedrijfshal. De gedaagde heeft in juli 2014 een retentierecht ingeroepen op het kantoorgedeelte vanwege openstaande facturen van in totaal € 440.132,75. De eiser betwistte de rechtmatigheid van dit retentierecht en vorderde toegang tot het kantoorgedeelte en parkeerterrein.
De voorzieningenrechter oordeelde dat de gedaagde het recht had om het retentierecht uit te oefenen, omdat de eiser niet had voldaan aan de openstaande facturen. De rechter stelde vast dat de eiser niet voldoende had aangetoond dat het kantoorgedeelte volledig in gebruik was genomen, en dat de gedaagde niet de feitelijke macht over het kantoorgedeelte had prijsgegeven. De rechter oordeelde dat de belangenafweging in het voordeel van de gedaagde uitviel, omdat de openstaande vordering substantieel was en niet door de eiser was betwist.
De vordering van de eiser om toegang tot het kantoorgedeelte werd afgewezen, terwijl de vordering tot toegang tot het parkeerterrein gedeeltelijk werd toegewezen. De eiser werd veroordeeld in de proceskosten. De reconventionele vordering van de gedaagde tot betaling van de openstaande facturen werd afgewezen, omdat deze geschillen door de Raad van Arbitrage voor de Bouw moesten worden beslecht. De voorzieningenrechter concludeerde dat de gedaagde als in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten werd veroordeeld.