Uitspraak
Rechtbank Overijssel
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
nummertde bij dagvaarding met parketnummer
08.730420-14onder 1 en 2 ten laste gelegde
feiten als 3 en4 en het bij dagvaarding met parketnummer
08.730421-14ten laste gelegde
feit als 5.
3.De vordering van de officier van justitie
4.De voorvragen
5.De beoordeling van het bewijs
6.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
7.De strafbaarheid van de verdachte
8.De op te leggen straf of maatregel en de gronden daarvoor
9.De schade van benadeelden
- plaatsing nooddeur € 786,50;
- vervanging glazen deur € 1.082,95.
10.De toegepaste wettelijke voorschriften
11.De beslissing
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder 5 tenlastegelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart bewezen, dat verdachte het onder 1, 2, 3 en 4 tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder 1, 2, 3 en 4 meer of anders is tenlastegelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders, voor de tijd van
twee jaren, met
aftrekvan de hiervoor onder 8 vermelde periode van
vijf weken;
tussentijdse beoordelingvan de noodzaak van de voortzetting van de tenuitvoerlegging van de maatregel als bedoeld in art. 38s Sr zal plaatsvinden en bepaalt als termijn daarvoor
zes maanden, te rekenen vanaf de aanvang van de tenuitvoerlegging;
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- wijst de vordering van de benadeelde partij voor het overige (de btw) af;
- legt de
- bepaalt dat als veroordeelde heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als veroordeelde aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;