ECLI:NL:RBOVE:2014:5626

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
9 september 2014
Publicatiedatum
22 oktober 2014
Zaaknummer
C/08/160748 / FA RK 14-1899
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • E.V.A. Groener
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om alleenstaand gezag over minderjarige na beëindiging ondertoezichtstelling

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Overijssel op 9 september 2014 uitspraak gedaan in een verzoek van de moeder om alleen met het gezag over haar minderjarige kind belast te worden. De vader van het kind was niet in staat om zijn eigen belangen ondergeschikt te maken aan die van het kind, wat leidde tot de beslissing van de kinderrechter. De moeder had eerder verzocht om alleen met het gezag belast te worden, omdat de communicatie tussen de ouders ernstig verstoord was. De vader had zijn betrokkenheid bij de opvoeding van het kind verwaarloosd en weigerde samen te werken met de hulpverlening. De ondertoezichtstelling was eerder opgeheven omdat de vader zich niet hield aan afspraken en geen gehoor gaf aan aanwijzingen van de gezinsvoogd. De kinderrechter oordeelde dat gezamenlijk gezag alleen mogelijk is als ouders in staat zijn om samen beslissingen te nemen, wat in dit geval niet het geval was. De vader had zich negatief uitgelaten over de moeder op sociale media, wat de situatie verder verergerde. De kinderrechter besloot daarom dat het in het belang van het kind was dat de moeder alleen met het gezag werd belast. De proceskosten werden gecompenseerd, aangezien de partijen gehuwd waren geweest en de procedure het gezag over hun kind betrof.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Zittingsplaats Almelo
Team jeugdrecht
zaaknummer: C/08/160748 / FA RK 14-1899 (SL(O)
beschikking van de kinderrechter in de rechtbank Overijssel d.d. 9 september 2014
inzake

[verzoekster],

verder ook de moeder te noemen,
wonende te [woonplaats 1], [adres 1]
verzoekster,
advocaat: mr. W. Geersen-Janssen,
en

[belanghebbende],

verder ook de vader te noemen,
wonende te [woonplaats 2], [adres 2],
belanghebbende,
in persoon verschenen.

Het procesverloop

Bij op 10 augustus 2014 ter griffie ingekomen verzoekschrift met bijlagen heeft de vrouw verzocht om haar alleen met het gezag te belasten over na te melden minderjarige [naam].
Op 26 augustus 2014 heeft de vrouw aanvullende stukken in het geding gebracht.
De zaak is behandeld ter zitting van 19 augustus 2014. Ter zitting zijn verschenen:
de moeder, bijgestaan door mr. Geersen-Janssen, de vader, de heer [J] namens
de Raad voor de Kinderbescherming en mevrouw [M] namens de Stichting Bureau Jeugdzorg Overijssel. De standpunten zijn toegelicht. Van de behandeling heeft de griffier aantekeningen gemaakt.

De vaststaande feiten

De ouders zijn gehuwd geweest. Uit dit huwelijk is geboren:
- [naam], geboren te [woonplaats 3] op [geboortedatum].
Bij beschikking van de rechtbank Almelo van [datum] is de echtscheiding uitgesproken. De ouders zijn gezamenlijk belast met het ouderlijk gezag over [naam].
De hoofdverblijfplaats van [naam] is bij de moeder.
Bij beschikking van de kinderrechter in de rechtbank Overijssel van 18 februari 2014 is [naam] onder toezicht gesteld voor de duur van een jaar, met benoeming van Stichting Bureau Jeugdzorg Overijssel.
Bij beschikking van de kinderrechter in de rechtbank Overijssel van 9 september 2014 is de ondertoezichtstelling op verzoek van de Stichting Bureau Jeugdzorg Overijssel opgeheven.

De standpunten van partijen

De moeder verzoekt de kinderrechter om haar alleen met het gezag over [naam] te belasten.
Zij stelt – kort en zakelijk weergegeven – dat Bureau Jeugdzorg inmiddels heeft verzocht om de ondertoezichtstelling te beëindigen. Volgens Bureau Jeugdzorg zijn er geen verdere gronden voor een ondertoezichtstelling aanwezig, omdat vader iedere samenwerking weigert.
Het lukt partijen niet om samen afspraken te maken over [naam]. Er is geen enkele communicatie mogelijk. [naam] raakt hierdoor klem en verloren tussen beide ouders. Tijdens de ondertoezichtstelling zijn ouders in contact gekomen met All in the Family. Dit traject is helaas niet afgerond als gevolg van de weigerachtige houding van vader. Op korte termijn moeten belangrijke beslissingen voor [naam] worden genomen, bijvoorbeeld over de schoolkeuze. Met vader is hierover geen enkel overleg mogelijk. Moeder verwacht niet dat er op korte termijn verandering in de situatie valt te verwachten.
De vader voert verweer tegen het verzoek. Hij wil het gezag over [naam] niet verliezen. Hij heeft [naam] al tien maanden niet gezien. Volgens vader heeft moeder de afgelopen tien maanden alles alleen voor [naam] bepaald. Hij vermoedt dat moeder altijd al van plan is geweest om het gezag alleen uit te oefenen. Vader ontvangt van moeder geen enkele informatie over [naam]. Volgens vader verandert er niet veel als hij niet langer het gezag over [naam] uitoefent. Hij wil graag weer contact met [naam]. Volgens vader worden er over hem veel onwaarheden verteld door moeder en door Bureau Jeugdzorg.
De gezinsvoogd heeft verklaard dat Bureau Jeugdzorg zich niet verzet tegen het verzoek van moeder. Volgens de gezinsvoogd zullen er tussen de ouders problemen gaan ontstaan als de ondertoezichtstelling wordt beëindigd. Die problemen veroorzaken dan veel onrust bij [naam].
De Raad voor de Kinderbescherming heeft aangeboden te onderzoeken of het in het belang van [naam] is om moeder alleen met het gezag over hem te belasten. Vader heeft destijds zijn betrokkenheid getoond door de ondertoezichtstelling te verzoeken. De Raad acht wel van belang dat vader zijn medewerking verleent.

De beoordeling van het verzoek en de motivering van de beslissing

De kinderrechter is van oordeel dat voor gezamenlijk gezag is vereist dat de ouders in feite in staat zijn tot een behoorlijke gezamenlijk gezagsuitoefening en dat zij beslissingen van enig belang over [naam] in gezamenlijk overleg kunnen nemen, althans tenminste in staat zijn vooraf afspraken te maken over situaties die zich rond [naam] kunnen voordoen, zodanig dat [naam] niet klem of verloren zal raken tussen de ouders.
Uit de overgelegde stukken en de afgelegde verklaringen tijdens de mondelinge behandeling is de kinderrechter gebleken dat de voor de uitoefening van gezamenlijk gezag benodigde communicatie van partijen dusdanig is verstoord dat het gezamenlijk nemen van beslissingen over [naam] op dit moment niet mogelijk. De communicatie tussen de ouders levert continu strijd op. Vader heeft een aantal keren zijn frustraties en teleurstellingen over de situatie waarin de ouders en [naam] verkeren via Facebook gedeeld. Hij heeft zich hierbij op een onvolwassen en zeer negatieve wijze uitgelaten over moeder en Bureau Jeugdzorg. Vader verwijt moeder dat zij een spel met hem speelt met [naam] als inzet en dat zij [naam] manipuleert en indoctrineert. Hij noemt moeder een aantal keren een monster en hij beticht haar van leugens. Deze grove beschuldigingen op Facebook dragen niet bij aan een goede verstandhouding met moeder. De verhoudingen tussen de ouders zijn dusdanig verstoord geraakt dat het vader uiteindelijk niet meer lukt om zijn eigen belang ondergeschikt te maken aan het belang van [naam]. Vader blijkt niet in staat om kritisch naar zijn eigen handelen en nalaten te kijken. Hij legt de schuld telkens buiten zichzelf.
De kinderrechter acht voorts van belang dat bij afzonderlijke beschikking van
9 september 2014 de ondertoezichtstelling is opgeheven. Door het wegvallen van de ondertoezichtstelling wordt er niet langer over de schouders van de ouders meegekeken door de gezinsvoogd. De ondertoezichtstelling was een goede gelegenheid om in de praktijk te bezien of het ouders in samenwerking met de gezinsvoogd zou gaan lukken om op een verantwoorde manier invulling aan het gezamenlijk ouderschap te geven en afspraken te maken over de omgang tussen vader en [naam]. Omdat vader zich niet hield aan de gemaakte afspraken, hij geen gehoor gaf aan de schriftelijke aanwijzingen van de gezinsvoogd en hij ieder contact met de gezinsvoogd en de hulpverlening weigerde, is de ondertoezichtstelling opgeheven.
Gelet op dit alles, is de kinderrechter van oordeel dat moeder alleen met het gezag moet worden belast. Gelet op het voorgaande en de weigerachtige houding van vader, acht de kinderrechter een onderzoek door de Raad voor de Kinderbescherming niet opportuun.
Het verzoek van moeder wordt daarom toegewezen.
De kinderrechter zal de proceskosten compenseren nu partijen gehuwd zijn geweest en de procedure het gezag over de hieruit geboren minderjarige betreft.

De beslissing

De kinderrechter:
1. Belast de moeder met ingang van heden alleen met het ouderlijk gezag over:
[naam], geboren te Enschede op [geboortedatum].
2. Verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
3. Compenseert de kosten van deze procedure in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Deze beschikking is gegeven door mr. E.V.A. Groener, in tegenwoordigheid van
G.M. Keupink als griffier en in het openbaar uitgesproken op 9 september 2014.