Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- de dagvaarding met de producties 1 tot en met 6
- de producties 1 tot en met 3 van [gedaagde]
- productie 7 van [eiser]
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van [eiser]
- de pleitnota van [gedaagde]
- de aanhouding ten behoeve van minnelijk overleg tussen partijen
- de brief van [eiser] d.d. 17 oktober 2014.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
noodzakelijkis om de tuin van [gedaagde] als tijdelijke doorgang te gebruiken. In dit verband is van belang dat niet is gebleken dat [eiser] voldoende heeft onderzocht of het mogelijk is om de materialen door middel van een telekraan over zijn woning heen te tillen. [eiser] heeft weliswaar gewezen op de verklaring van zijn hovenier, maar een hovenier kan niet worden aangemerkt als een deskundige op het gebied van de inzet van telekranen. Op basis van die verklaring kan vooralsnog niet worden aangenomen dat het niet mogelijk is om een telekraan in te zetten. Het had naar het oordeel van de voorzieningenrechter ten minste op de weg van [eiser] gelegen om bij een verhuurbedrijf in telekranen navraag te doen naar de (on)mogelijkheden. Daarnaast komt het de voorzieningenrechter voor dat de overlast voor de buurt bij de inzet van een telekraan minder groot is dan door [eiser] is gesteld, omdat de straat in een lus loopt, waardoor de woningen en de parkeerplaatsen bereikbaar kunnen blijven. Bovendien kan een telekraan op afgesproken momenten komen voorrijden, waardoor het niet nodig is dat deze continu voor het huis van [eiser] staat. De huurkosten zullen daardoor wellicht ook minder hoog uitvallen dan door [eiser] is aangevoerd. Voorts neemt de voorzieningenrechter in aanmerking dat niet aannemelijk is geworden dat de door [eiser] gewenste tuininrichting enkel volgens de door de hovenier voorgestelde werkwijze kan worden gerealiseerd. Door [eiser] is immers niet onderzocht of de werkzaamheden ook op een voor [gedaagde] minder belastende manier kunnen worden uitgevoerd, bijvoorbeeld door het gebruik van minder groot materieel, meer handmatige werkzaamheden en/of de aan- en afvoer van materialen door zijn eigen woning. Ten slotte valt geenszins in te zien dat een belangenafweging in het voordeel van [eiser] dient uit te vallen, gelet op de voorgestane ingrijpende wijze waarop hij gebruik wenst te maken van de – in 2012 gerenoveerde – tuin van [gedaagde], te weten met rijplaten over de gehele lengte van de kavel met een breedte van twee meter.
816,00