Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1. Het procesverloop
- de dagvaarding met producties;
- akte overlegging productie;
- conclusie van antwoord;
- conclusie van repliek met producties, tevens voorwaardelijk verzoek tot bevel ex artikel 22 Burgerlijke Rechtsvordering;
- conclusie van dupliek met producties;
- akte uitlating producties;
- akte zijdens [gedaagde];
- antwoordakte van de kant van [eiseres].
2.De feiten
- [eiseres] is in december 2012 met AA Fireprotection B.V.
- De levering zal plaatsvinden ten behoeve van project “DAF Paccar Parts Distribution Center” (hierna: DAF Project) te Geldrop;
- Wijnen Bouw Someren B.V. is de hoofdaannemer van het project en heeft AA Fireprotection als onderaannemer ingeschakeld voor de levering en montage van sprinklerinstallaties;
- Uit de handelsregisterhistorie blijkt dat de statutaire naam en handelsnaam
- Sprinklertechniek Enschede B.V. is met ingang van 17 juli 2013 in staat van faillissement verklaard.
3.De vordering
(nr. 12.568) en 6 december 2012 (nr. 12.654) een offerte aan AA Fireprotection uitgebracht. AA Fireprotection heeft door middel van een e-mailbericht d.d. 10 december 2012 de bestelling voor het leveren van het leidingwerk bevestigd. Vervolgens heeft [eiseres] door middel van de orderbevestigingen d.d. 10 december 2012 (nr. 12645) ad € 126.000,- en van 13 december 2012 (nr. 12568) ad € 34.000,- de bestellingen bevestigd. Nadien zijn partijen, vanwege een wijziging inzake het conserveren van de leidingen, minderwerk ten bedrage van € 29.000,- overeengekomen.
.
[gedaagde] bij conclusie van dupliek in het geding gebrachte notariële akte, waaruit de aard van de rechtsverhouding tussen [gedaagde] en AA Fireprotection met betrekking tot de leveringen van de sprinklerleidingen en materialen kan worden afgeleid.
Primair: op grond van de overname van de activiteiten van AA Fireprotection veroordeling van [gedaagde] tot betaling van het onbetaald gebleven totale factuurbedrag van € 137.829,59, de verschenen contractuele rente ad € 5.513,18 en de contractuele rente na 10 juni 2013, dan wel de wettelijke handelsrente over de aan [gedaagde] verzonden facturen;
(Meer) subsidiair: op grond van risicoaansprakelijkheid, dan wel onrechtmatige daad, dan wel ongerechtvaardigde verrijking [gedaagde] te veroordelen tot betaling van een bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente;
4.Het verweer
5.De beoordeling
[gedaagde] is een in het arrondissement Overijssel (Nederland) gevestigde vennootschap. Uit de in het geding gebrachte stukken blijkt de rechtbank niet dat partijen zich gemotiveerd hebben uitgelaten over de bevoegdheid van de rechtbank. Zowel België als Nederland zijn lidstaten van de Europese Unie. Aangezien [gedaagde] als verweerder is opgeroepen voor de rechtbank Overijssel, locatie Almelo, is de rechtbank op grond van artikel 2 lid 1 van Vo (EG) nr. 44/2001 in samenhang met artikel 6 Wetboek Burgerlijke Rechtsvordering bevoegd van het geschil kennis te nemen.
AA Fireprotection alle activiteiten met terugwerkende kracht per 1 januari 2013 heeft overgedragen aan [gedaagde], en dat (‘vanaf heden’) daarom alle activiteiten van
AA Fireprotection kunnen en zullen worden voortgezet onder de naam van [gedaagde], en dat het hele team van AA Fireprotection meegaat naar [gedaagde]. Deze overname impliceert, zo stelt [eiseres], dat de door haar in januari 2013 met betrekking tot het DAF-project geleverde leidingen in feite zijn geleverd en ontvangen door [gedaagde], althans dat de geleverde leiding door AA Fireprotection moeten zijn aangenomen in naam en voor rekening van [gedaagde].
8 februari 2013, waarop [eiseres] primair haar vorderingen heeft gebaseerd, zal
(zo nodig) later onderwerp van bespreking zijn.
1 januari 2013.
artikel 6:159 BW.
[gedaagde]. Aan dat vereiste is voldaan. Vast staat immers, dat AA Fireprotection en [gedaagde] hun overeenkomst van koop en verkoop in een (notariële) akte hebben vastgelegd.
AA Fireprotection overeengekomen overdracht. [eiseres] heeft in haar akte van
19 februari 2014 gesteld dat zij aan de overdracht instemming heeft verleend door:
AA Fireprotection. Vervolgens heeft AA Fireprotection op grond van de tussen haar en
[gedaagde] gesloten koopovereenkomst de leidingen met toebehoren aan [gedaagde] geleverd. Enige (stilzwijgende) medewerking van [eiseres] aan de door haar gestelde contractsoverneming door [gedaagde] kan daaruit echter niet worden afgeleid.
AA Fireprotection aan [gedaagde] zijn overgedragen en worden voortgezet door en onder de naam van [gedaagde]. In de brief wordt de nadruk gelegd op de (toekomstige) ontwikkeling van de activiteiten. Daarin wordt echter niet gesproken over een contractsovername door
.
[gedaagde] betwist dat sprake is van overname van schulden van AA Fireprotection. Gezien deze stellingen van partijen zal de rechtbank aan de hand van die stellingen en het feitencomplex beoordelen of er sprake is van schuldoverneming door [gedaagde].
het verkochte”, zullen zo spoedig mogelijk na vandaag (18 januari 2013 – rechtbank), door partijen in goed overleg lijsten worden opgesteld, aan partijen voldoende bekend, zodat zij afzien van een nadere omschrijving ter zake, ……”.
één januari tweeduizend dertien, waaronder …..”.
bijbehorende(onderstreping – rechtbank) zaken, rechten en contractuele verhoudingen.
AA Fireprotection zou overnemen. Dat verweer gaat niet op.
bijbehorende(onderstreping – rechtbank) zaken en contractuele verhoudingen, zoals partijen in de akte hebben opgenomen.
januari 2013 zijn gestart en dat [eiseres] in januari 2013, na levering van leidingen met toebehoren, opeisbare vorderingen had. De leidingen met toebehoren zijn in eerste instantie aan AA Fireprotection geleverd, die vervolgens door middel van koop en verkoop het materiaal aan [gedaagde] (brevi manu) heeft geleverd. Immers, onbetwist is dat [gedaagde] al op het DAF project met het geleverde materiaal constructie werkzaamheden uitvoerde op het moment dat AA Fireprotection en [gedaagde] hun contractuele verhouding in de notariële akte neerlegden.
DAF project met de bijbehorende contractuele verhoudingen aan [gedaagde] is verkocht en geleverd, onder de last dat [gedaagde] de verplichtingen, waaronder de betalingsverplichting vanaf 1 januari 2013 voor haar rekening neemt, heeft [gedaagde] op grond van schuldoverneming de betalingsverplichting van de onbetaald gebleven facturen op zich genomen.
zal koper geen schulden van verkoper overnemen.” Ook dit verweer treft geen doel. Naar het oordeel van de rechtbank vallen, gezien het hiervoor overwogene, de door [eiseres] gefactureerde bedragen juist onder de bepaling van de ‘komende verplichtingen’ die voortvloeien uit de ‘lopende contractsverhoudingen’.
[A] voor en na 18 januari 2013 (de datum waarop de notariële akte is gepasseerd) heeft verzekerd dat [gedaagde] de facturen zou betalen. Dat [eiseres] deze toestemming heeft gegeven, blijkt ook uit de onbetwiste feiten dat zij de desbetreffende facturen naar
[gedaagde] heeft gezonden, en dat zij de facturen, die zij naar AA Fireprotection had gestuurd, heeft gecrediteerd.
[gedaagde] heeft toegezegd dat zij zou betalen, overtuigend gemotiveerd met het in het geding brengen van de verklaringen van [Z] en [X] en [Y].
8 februari 2013 staat dat [A] lid van het management van [gedaagde] werd, en dat
[Z] heeft verklaard dat [A] namens [gedaagde] extra materialen en monteurs voor het DAF Project bestelde. Op grond van die feiten en omstandigheden mocht [eiseres] aannemen, dat [A] namens [gedaagde] sprak en mocht spreken.
10 juni 2013 de tijd gaf om de betreffende facturen te betalen, met aanzegging dat daarna rente en kosten in rekening zullen worden gebracht, zal de rechtbank naar redelijkheid en billijkheid beslissen dat [gedaagde] vanaf 1 juli 2013 rente over het te betalen bedrag aan [eiseres] moet betalen. Aangezien schuldoverneming de identiteit van de verbintenis tussen AA Fireprotection en [eiseres] onaangetast laat, zal de rechtbank beslissen dat
[gedaagde] de wettelijke handelsrente moet betalen.