Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- de dagvaarding
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van [eiseres]
- de pleitnota van ABN AMRO.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
904,00
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft eiseres, een eigenaar van twee onroerende zaken, een kort geding aangespannen tegen ABN AMRO Bank N.V. vanwege een voorgenomen executie van haar panden. Eiseres heeft financieringen ontvangen van ABN AMRO voor de aankoop van deze onroerende zaken, maar is in betalingsachterstand geraakt. ABN AMRO heeft daarop de volledige hoofdsom opeisbaar gesteld en de executie van de panden aangekondigd. Eiseres vordert in dit kort geding dat de executie wordt gestaakt, omdat zij van mening is dat ABN AMRO misbruik maakt van haar recht van parate executie. Eiseres stelt dat de bank haar zorgplicht heeft geschonden door haar een te hoge financiering te verstrekken, wat heeft geleid tot een onhoudbare restschuld na de executie.
De voorzieningenrechter heeft de spoedeisendheid van de zaak erkend en de feiten van de zaak in overweging genomen. Eiseres heeft hypotheken verstrekt gekregen voor de onroerende zaken, maar heeft niet kunnen aantonen dat ABN AMRO in strijd met haar zorgplicht heeft gehandeld. De rechter oordeelt dat de bank voldoende dekking had voor de verstrekte kredieten en dat de door eiseres aangevoerde gronden voor misbruik van recht niet kunnen worden aangenomen. De voorzieningenrechter wijst de vorderingen van eiseres af en veroordeelt haar in de proceskosten, die aan de zijde van ABN AMRO zijn begroot op € 1.512,00.