Uitspraak
Rechtbank Overijssel
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
(subsidiair)heeft geprobeerd [naam] zwaar te mishandelen dan wel
(meer subsidiair)de gezondheid van [naam] heeft benadeeld.
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 11 november 2014 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die ten laste was gelegd dat zij een man zwaar had mishandeld, dan wel had geprobeerd hem zwaar te mishandelen, dan wel de gezondheid van de man had benadeeld. De feiten vonden plaats in de periode van januari 2013 tot en met 27 november 2013 in Denekamp, waar de verdachte de man de noodzakelijke en voorgeschreven medicatie heeft onthouden en andere medicijnen heeft verstrekt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte volledig vanuit haar waan heeft gehandeld, overtuigd dat zij de man redde door haar handelingen. Dit leidde tot de conclusie dat niet wettig en overtuigend is bewezen dat de verdachte opzettelijk de gezondheid van de man heeft benadeeld.
De rechtbank sprak de verdachte vrij van alle ten laste gelegde feiten, waaronder de zware mishandeling en de poging daartoe. De officier van justitie had gevorderd dat de verdachte wegens ontoerekeningsvatbaarheid zou worden ontslagen van alle rechtsvervolging en in een psychiatrisch ziekenhuis zou worden geplaatst. De rechtbank heeft de geldigheid van de dagvaarding en de ontvankelijkheid van de officier van justitie vastgesteld en heeft de bewijsvoering beoordeeld. De deskundigen concludeerden dat de verdachte leed aan een waanstoornis, wat haar in staat stelde om haar wil niet in vrijheid te bepalen. Dit was cruciaal voor de beslissing van de rechtbank, die oordeelde dat de verdachte niet opzettelijk de gezondheid van de man had benadeeld, en sprak haar vrij van alle beschuldigingen.