Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
[gedaagde 2],
1.De procedure
- de dagvaarding met 11 producties;
- de brief van [eiseres] van 24 oktober 2014 met productie 12;
- de brief van TRG c.s. van 24 oktober 2014 met 21 producties;
- het faxbericht van TRG c.s. van 27 oktober 2014 met productie 22;
- de mondelinge behandeling op 28 oktober 2014;
- de pleitnota van TRG c.s.
2.De feiten
3.Het geschil
of zoveel eerder als kan. Daarop heeft [gedaagde 2] in zijn e-mail van 24 juli 2014 aan Vermue gevraagd of het mogelijk is dat hij kort na 9 augustus 2014 (terugkeer [eiseres] uit Thailand) reeds een sleutel kan krijgen zodat hij e.e.a. kan voorbereiden. In zijn e-mail van 27 augustus 2014 heeft Alofs aangegeven dat weliswaar is overeengekomen dat de huurovereenkomst op 1 september 2014 zou ingaan, maar dat [eiseres] zich – in verband met de opzegging van [gedaagde 2] van de huur van het bedrijfspand aan de [adres 2] te [plaats 2] – bereid heeft verklaard [gedaagde 2] alvast toegang te verschaffen tot het gehuurde, mits de eerste huurtermijn (september 2014) en de waarborgsom zijn betaald. Ook staat in deze e-mail dat [gedaagde 2] de cilinders van de sloten op kosten van [eiseres] mocht vervangen, hetgeen hij heeft laten doen. De verklaring van Alofs van 23 oktober 2014 strookt in zoverre niet met de inhoud van zijn e-mail van 27 augustus 2014: Alofs heeft immers onder meer verklaard dat op 21 augustus 2014 in zijn aanwezigheid tussen [eiseres] en [gedaagde 2] is overeengekomen dat [gedaagde 2] eerder dan op 1 september 2014 het gehuurde in gebruik mag nemen op voorwaarde dat de waarborgsom en de huur van de maand september 2014 zijn betaald
en aansluitend zou er dan een officiële oplevering plaatsvinden met een sleuteloverdracht (daar de heer [eiseres] niet de juiste/voldoende sleutels had mocht de heer [gedaagde 2] vanaf moment van opleveren de cilinders vervangen), terwijl in zijn e-mail van 27 augustus 2014 niet over een officiële oplevering met een sleuteloverdracht wordt gesproken. Vervolgens heeft [gedaagde 2] op 29 augustus 2014 de waarborgsom en – onder verrekening van de kosten van vervanging van de sloten – een deel van de huur van de maand september 2014 betaald. De factuur van [gedaagde 2] ter zake van de vervanging van de sloten is door [eiseres] niet betwist en zonder protest behouden. Naar voorshands oordeel heeft [gedaagde 2] uit voormelde e-mails, in onderlinge samenhang bezien, mogen afleiden dat hij het gehuurde eerder dan op 1 september 2014 mocht betreden en in gebruik nemen en voorts dat hij – in afwijking van het bepaalde in artikel 18.1 van de algemene bepalingen behorende bij de huurovereenkomst – bevoegd was tot verrekening van de kosten van vervanging van de sloten met de huurprijs. In ieder geval heeft [eiseres] de betreffende stelling van TRG c.s. –
de reeds gemaakte kosten voor het toegankelijk maken van het hekwerk en het vervangen van de sloten zijn zoals besproken verrekend met de huur van september(zie productie 21 van TRG c.s.) – niet betwist, zodat vooralsnog moet worden aangenomen dat partijen terzake een van voormeld artikel afwijkende afspraak hebben gemaakt. [gedaagde 2] heeft niettemin op 12 september 2014 het restant van de huur van de maand september 2014 betaald. Al met al betekent dit dat de gevorderde ontruiming van het gehuurde niet op de primaire grondslag (onrechtmatige daad) kan worden gebaseerd.
Zoals reeds eerder besproken gebruiken jullie tot het gereedkomen van de wanden en de roldeur, hal 12. [eiseres] heeft niet weersproken dat bedoelde (tussen)wanden eerst op 11 oktober 2014 gereed zijn gekomen. TRG voert verder als verweer aan dat aan gemelde verklaring van 2 oktober 2014 niet de door [eiseres] gewenste waarde kan worden gehecht: de verklaring is afgegeven door de bestuurder van [eiseres] ([naam 3]), zijn zoon, een buurjongen van hem en andere kennissen; genoemde personen zijn niet onafhankelijk. De gestelde gang van zaken op 2 oktober 2014 wordt uitdrukkelijk betwist. Niet duidelijk is wie [naam 5] is, nu zijn achternaam niet wordt genoemd. De stelling dat [gedaagde 2] op facebook belastende uitspraken heeft gedaan, is niet onderbouwd. TRG betwist dat zij de arbeidsinspectie en gemeente heeft gebeld. Het is niet duidelijk door wie de verklaring is opgesteld, nu sprake is van één gelijkluidende verklaring die door meerdere personen is ondertekend. TRG betwist uitdrukkelijk dat zij [eiseres] of andere door haar ingeschakelde personen heeft bedreigd en/of geïntimideerd. Niet wordt aangegeven waaruit de gestelde bedreiging en/of intimidatie zouden hebben bestaan en [eiseres] heeft geen aangifte bij de politie gedaan.
- griffierecht € 1.892,00
- salaris advocaat