ECLI:NL:RBOVE:2014:6235

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
19 november 2014
Publicatiedatum
26 november 2014
Zaaknummer
C/08/155068 / HA ZA 14-213
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag van instantie in het kader van wettelijke schuldsanering

In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 19 november 2014 uitspraak gedaan in een civiele procedure waarbij eiser, [A], betrokken was. Eiser had een verzoek ingediend om de procedure voort te zetten, maar de gedaagden, [B] en [C], vroegen om ontslag van instantie. De rechtbank heeft vastgesteld dat op het moment van oproepen van de bewindvoerder het vonnis tot tussentijdse beëindiging van de wettelijke schuldsanering nog niet in kracht van gewijsde was gegaan. Hierdoor was de bewindvoerder nog bevoegd om het geding over te nemen. Aangezien de bewindvoerder niet heeft gereageerd op de oproeping, heeft de rechtbank het verzoek om ontslag van instantie toegewezen.

De procedure was geschorst vanwege de wettelijke schuldsanering die op eiser van toepassing was verklaard. Gedaagden hadden de bewindvoerder opgeroepen om het geding over te nemen, maar deze heeft hier geen gevolg aan gegeven. Eiser stelde dat hij weer zelfstandig bevoegd was om in rechte op te treden, maar de rechtbank oordeelde dat het vonnis tot tussentijdse beëindiging van de schuldsanering van kracht was, waardoor eiser in staat van faillissement verkeerde. Dit leidde tot de conclusie dat de bewindvoerder op het moment van oproepen nog bevoegd was, maar niet heeft gereageerd.

De rechtbank heeft gedaagden ontslagen van instantie en eiser veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 1.186,00. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. M.H.S. Lebens-de Mug.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zwolle
zaaknummer / rolnummer: C/08/155068 / HA ZA 14-213
Vonnis van 19 november 2014
in de zaak van
[A],
wonende te [plaats 1],
eiser,
advocaat mr. M.A. Knobben te Deventer,
tegen

1.[B],

wonende te [plaats 2],
2.
[C],
wonende te [plaats 1],
gedaagden,
advocaat mr. M.W.G. Versendaal te Zwolle.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 18 juni 2014
  • het proces-verbaal van comparitie, gehouden op 1 september 2014.
- het verzoek om schorsing van de procedure van gedaagden
- het exploot tot oproeping van de bewindvoerder van eiser in de WSNP
- het verzoek om ontslag van instantie van gedaagden
- de uitlating ex artikel 2.11 procesreglement van eiser.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
De procedure is na een daartoe strekkend verzoek van gedaagden geschorst in verband met de door de rechtbank Zwolle-Lelystad, locatie Zwolle, bij vonnis van 2 juli 2012 ten aanzien van eiser van toepassing verklaarde wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP).
Gedaagden hebben vervolgens de bewindvoerder in de WSNP van eiser, het Budget Adviesbureau Deventer te Deventer, op de voet van artikel 313 juncto artikel 27 van de Faillissementswet bij exploot van 12 september 2014 opgeroepen om het geding over te nemen ter rolle van 1 oktober 2014.
De bewindvoerder heeft aan deze oproeping geen gevolg gegeven, reden waarom gedaagden hebben verzocht om ontslag van instantie.
2.2.
Eiser heeft zich in reactie hierop uitgelaten ter rolle van 15 oktober 2014 en gewezen op een ontbrekende bevoegdheid van de bewindvoerder in verband met de uitkomst van hoger beroep van eiser tegen het vonnis van de rechtbank tot tussentijdse beëindiging van de WSNP ten aanzien van eiser. Eiser heeft aangevoerd dat dit vonnis in hoger beroep is bekrachtigd, hetgeen meebrengt dat eiser weer zelfstandig bevoegd is om in rechte op te treden, zodat de procedure kan worden voortgezet.
2.3.
De rechtbank acht dit standpunt niet juist. Het vonnis van de rechtbank Overijssel, Zittingsplaats Zwolle van 4 augustus 2014 tot tussentijdse beëindiging van de toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling heeft meegebracht dat eiser van rechtswege in staat van faillissement verkeert, zodra het vonnis in kracht van gewijsde is gegaan.
Bij arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 2 oktober 2014 is voornoemd vonnis bekrachtigd. Niet gebleken is dat eiser tegen dit arrest beroep in cassatie heeft ingesteld. Dit brengt mee dat eiser in staat van faillissement verkeert per 11 oktober 2014.
2.4.
Het vorenstaande brengt mee dat het vonnis tot tussentijdse beëindiging van de wettelijke schuldsanering ten tijde van het oproepen van de bewindvoerder nog niet in kracht van gewijsde was gegaan, zodat de bewindvoerder op 1 oktober 2014 (nog) bevoegd moe(s)t worden geacht het onderhavige geding over te nemen. Nu hij daartoe niet is overgegaan en evenmin anderszins heeft gereageerd, kan het door gedaagden gevraagde ontslag van instantie worden toegewezen.
Bij het vorenstaande heeft de rechtbank in aanmerking genomen dat bij vonnis van de rechtbank van 4 augustus 2014 tot curator in het faillissement van eiser is benoemd
A. Palas, werkzaam bij Budget Adviesbureau Deventer te Deventer. Met andere woorden, de bewindvoerder is de curator geworden.
Onder deze omstandigheden zal de rechtbank gedaagden ontslaan van de instantie, met verwijzing van eiser in de proceskosten.
2.5.
Eiser zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van gedaagden worden begroot op:
- griffierecht 282,00
- salaris advocaat
904,00(2,0 punten × tarief € 452,00)
Totaal € 1.186,00

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
ontslaat gedaagden van de instantie,
3.2.
veroordeelt eiser in de proceskosten, aan de zijde van gedaagden tot op heden begroot op € 1.186,00,
3.3.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.H.S. Lebens-de Mug en in het openbaar uitgesproken op 19 november 2014.