Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.[B],
[C],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 18 juni 2014
- het proces-verbaal van comparitie, gehouden op 1 september 2014.
2.De beoordeling
904,00(2,0 punten × tarief € 452,00)
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 19 november 2014 uitspraak gedaan in een civiele procedure waarbij eiser, [A], betrokken was. Eiser had een verzoek ingediend om de procedure voort te zetten, maar de gedaagden, [B] en [C], vroegen om ontslag van instantie. De rechtbank heeft vastgesteld dat op het moment van oproepen van de bewindvoerder het vonnis tot tussentijdse beëindiging van de wettelijke schuldsanering nog niet in kracht van gewijsde was gegaan. Hierdoor was de bewindvoerder nog bevoegd om het geding over te nemen. Aangezien de bewindvoerder niet heeft gereageerd op de oproeping, heeft de rechtbank het verzoek om ontslag van instantie toegewezen.
De procedure was geschorst vanwege de wettelijke schuldsanering die op eiser van toepassing was verklaard. Gedaagden hadden de bewindvoerder opgeroepen om het geding over te nemen, maar deze heeft hier geen gevolg aan gegeven. Eiser stelde dat hij weer zelfstandig bevoegd was om in rechte op te treden, maar de rechtbank oordeelde dat het vonnis tot tussentijdse beëindiging van de schuldsanering van kracht was, waardoor eiser in staat van faillissement verkeerde. Dit leidde tot de conclusie dat de bewindvoerder op het moment van oproepen nog bevoegd was, maar niet heeft gereageerd.
De rechtbank heeft gedaagden ontslagen van instantie en eiser veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 1.186,00. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. M.H.S. Lebens-de Mug.