Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
Het procesverloop
- de producties 14 tot en met 16 van de zijde van [eiseres];
- het proces-verbaal van de comparitie van partijen d.d. 19 september 2014.
Rechtbank Overijssel
In deze zaak is een geschil ontstaan tussen een besloten vennootschap, eiseres, en de gemeente Almelo, gedaagde, over de nakoming van een overeenkomst inzake incassowerkzaamheden. De overeenkomst, die op 8 en 12 augustus 2013 werd ondertekend, voorzag in het incasseren van vorderingen van circa 1.275 debiteuren met een totaal uitstaand saldo van ongeveer € 6.932.063,00. Echter, eind augustus 2013 bleek dat de gemeente slechts 285 debiteuren kon aanleveren. Eiseres heeft de gemeente aangesproken op nakoming van de overeenkomst, maar de gemeente heeft dit niet kunnen waarmaken, wat leidde tot een tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst.
De gemeente stelde dat er een nadere overeenkomst was gesloten, waarbij eiseres had aangegeven de opdracht te willen uitvoeren tegen de eerder geoffreerde incassoprovisies, ondanks de gewijzigde omvang van het debiteurenbestand. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat er geen bewijs was voor een dergelijke nadere afspraak. De gemeente heeft bewijs aangeboden, en de rechtbank heeft besloten de gemeente toe te laten tot bewijslevering om aan te tonen dat er een gewijzigde overeenkomst was.
De rechtbank heeft verder overwogen dat eiseres schadevergoeding vorderde wegens de ontbinding van de overeenkomst door de gemeente in februari 2014. De gemeente had de overeenkomst ontbonden op basis van de stelling dat eiseres niet bereid was om werkafspraken te maken. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de uitkomst van de vordering afhankelijk is van de bewijslevering door de gemeente. De zaak is aangehouden voor verdere behandeling en bewijslevering.