Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
,
1.De procedure
- de dagvaarding met de producties 1 tot en met 11
- de producties 1 tot en met 4 van [gedaagde]
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van [gedaagde].
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
816,00
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 12 november 2014 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, eiseres, en een gedaagde die zich bezighoudt met het vervaardigen van waterbeheersingsartikelen. Eiseres vorderde een geldsom van € 60.118,76, vermeerderd met rente en buitengerechtelijke incassokosten, op de grond dat zij onverschuldigd aan gedaagde had betaald. Eiseres stelde dat zij kampt met een liquiditeitstekort en dat het gevorderde bedrag hard nodig was voor haar bedrijfsvoering. Gedaagde voerde verweer en stelde dat er afspraken waren gemaakt over de terugbetaling van de geïnde bedragen, en dat hij zich aan deze afspraken had gehouden.
De rechtbank oordeelde dat eiseres niet aannemelijk had gemaakt dat gedaagde tekortgeschoten was in de nakoming van de overeenkomst, en dat er geen ingebrekestelling had plaatsgevonden. Hierdoor was er geen sprake van verzuim aan de zijde van gedaagde, en kon de overeenkomst niet rechtsgeldig worden ontbonden door eiseres. De voorzieningenrechter concludeerde dat de vorderingen van eiseres niet voldoende aannemelijk waren en dat er een aanzienlijk restitutierisico bestond. Daarom werden de vorderingen van eiseres afgewezen en werd zij veroordeeld in de proceskosten van gedaagde, die op € 1.684,00 werden begroot. Het vonnis is openbaar uitgesproken op 12 november 2014.