ECLI:NL:RBOVE:2014:6482

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
9 december 2014
Publicatiedatum
9 december 2014
Zaaknummer
08/955793-13
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak voor verdachte in zaak van stalking en vernieling

In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Overijssel op 9 december 2014, stond de verdachte terecht op verdenking van stalking en vernieling. De rechtbank heeft op basis van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 25 november 2014, waar de officier van justitie mr. A. Hermelink en de verdediging, vertegenwoordigd door mr. L. van der Werff, aanwezig waren, de zaak beoordeeld. De tenlastelegging omvatte onder andere het stelselmatig inbreuk maken op de persoonlijke levenssfeer van het slachtoffer door het versturen van beledigende sms-berichten en het vernielen van eigendommen van het slachtoffer.

De officier van justitie had een werkstraf van 120 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden geëist, maar de rechtbank oordeelde dat niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat de verdachte de tenlastegelegde feiten had gepleegd. Hierdoor sprak de rechtbank de verdachte vrij van de beschuldigingen. Tevens werden de benadeelde partijen, waaronder het slachtoffer en andere betrokkenen, niet ontvankelijk verklaard in hun vorderingen, aangezien de verdachte was vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten. De rechtbank benadrukte dat de benadeelde partijen hun vorderingen enkel bij de burgerlijke rechter konden indienen.

Dit vonnis is uitgesproken door een meervoudige kamer van de rechtbank, bestaande uit drie rechters, en is openbaar gemaakt op dezelfde datum als de uitspraak.

Uitspraak

Rechtbank Overijssel

Afdeling Strafrecht
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08/955793-13
Datum vonnis: 9 december 2014
Vonnis (promis) op tegenspraak van de rechtbank Overijssel, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1969 in [geboorteplaats],
wonende in [woonplaats], [adres].

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 25 november 2014. De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. A. Hermelink en van hetgeen door de verdachte en diens raadsvrouw mr. L. van der Werff, advocaat te Enschede, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1:[slachtoffer] heeft gestalkt;
feit 2:goederen heeft vernield en/of beschadigd.
Voluit luidt de tenlastelegging aan de verdachte, dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 01 oktober 2012 tot en met de maand juni
2013 te Losser en/of Hengelo (O) en/of Borne en/of Oldenzaal, in elk geval in
Overijssel, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op
de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer], in elk geval van een ander,
met het oogmerk die persoon, in elk geval die ander te dwingen iets te doen,
niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen, immers
= heeft hij, verdachte, die persoon veelvuldig (sexueel getinte en/of
beledigende) sms-jes gestuurd en/of meermalen gebeld en/of
= heeft hij, verdachte, meermalen de afrastering van de bij die [slachtoffer] in
gebruik zijnde weiland(en) vernield, althans geforceerd en/of het toegangshek
van die/dat weiland(en) opengezet (o.a. forceren van een slot en/of
doorknippen van een lint) en/of het in dat/die weilanden aanwezige
(paarden)voer vermengd met middelen die ongeschikt zijn voor consumptie door
dieren;
2.
hij in of omstreeks de periode van 01 augustus 2011 tot en met de maand juni
2013 te Losser, althans in Overijssel, opzettelijk en wederrechtelijk
= heeft hij, verdachte, meermalen de afrastering van de bij die [slachtoffer] in
gebruik zijnde weiland(en) en/of
= het toegangshek van die/dat weiland(en) en/of
= het in dat/die weilanden aanwezige (paarden)voer en/of
= een of meerdere hooibalen en/of
= bedrading van een (paarden)trailer,
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of
beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;

3.De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake de feiten sub 1 en sub 2 wordt veroordeeld tot een werkstraf voor de duur van 120 uren subsidiair 60 dagen hechtenis met aftrek van het voorarrest, en een gevangenisstraf voor de duur van twee maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. Ten aanzien van de vorderingen van de benadeelde partijen heeft de officier van justitie geconcludeerd tot toewijzing van de vordering van [slachtoffer] tot een bedrag van € 1000,-- wegens immateriële schade met oplegging daarbij van de schadevergoedingsmaatregel. [slachtoffer] dient voor de rest van het gevraagde bedrag in haar vordering volgens de officier van justitie niet ontvankelijk te worden verklaard. [naam 1], [naam 2], [naam 3] en [naam 4] dienen volgens de officier van justitie voor het gehele bedrag in hun vordering niet ontvankelijk te worden verklaard, nu een causaal verband tussen deze vorderingen en de feiten op de tenlastelegging van verdachte ontbreekt.

4.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in haar vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

5.De beoordeling van het bewijs

De rechtbank is van oordeel dat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard dat verdachte het sub 1 en sub 2 tenlastegelegde heeft begaan, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

6.De schade van benadeelden

6.1
De vorderingen van de benadeelde partijen
[slachtoffer], [naam 1], [naam 2], [naam 3] en [naam 4], allen wonende te [woonplaats] aan de [adres], hebben zich voorafgaand aan het onderzoek op de zitting op de wettelijk voorgeschreven wijze als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces.
De rechtbank is van oordeel dat de benadeelde partijen niet ontvankelijk moeten worden verklaard in hun vordering, nu verdachte van de tenlastegelegde feiten wordt vrijgesproken.

7.De beslissing

De rechtbank:
vrijspraak/bewezenverklaring
- verklaart niet bewezen dat verdachte het sub 1 en sub 2 tenlastegelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
schadevergoeding
- verklaart de benadeelde partijen [slachtoffer], [naam 1], [naam 2], [naam 3] en [naam 4] niet ontvankelijk in hun vordering en bepaalt dat zij hun vordering slechts bij de burgerlijke rechter kunnen aanbrengen.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.J. Stoové, voorzitter, mr. F.H.W. Teekman en
mr. C.C.S. Koppes, rechters, in tegenwoordigheid van P.G.M. Klaassen, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 9 december 2014.