ECLI:NL:RBOVE:2014:6638

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
14 november 2014
Publicatiedatum
12 december 2014
Zaaknummer
3408636 ER 14-114
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • J.A.O.M. van Aerde
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bepaling termijn indienen vorderingen in nalatenschapszaak

In deze beschikking van de Rechtbank Overijssel, Team Kanton en Handelsrecht, is op 14 november 2014 een verzoek behandeld tot het vaststellen van een termijn voor het indienen van vorderingen in het kader van de vereffening van een nalatenschap. Het verzoek is ingediend door mr. H. Reitsma, die optreedt als vereffenaar van de nalatenschap van een overleden persoon, geboren in 1943 en overleden in 2014 te Deventer. De rechtbank heeft op 5 september 2014 het verzoekschrift ontvangen en heeft besloten om af te zien van een mondelinge behandeling, omdat de kantonrechter zich voldoende geïnformeerd achtte.

De kantonrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat het in het belang van de schuldeisers van de nalatenschap redelijk is om de termijn voor het indienen van vorderingen te stellen op zes weken na de datum waarop de oproep om vorderingen bij de vereffenaar bekendgemaakt zal worden. Tevens heeft de rechtbank in een eerdere beschikking van 29 augustus 2014 de vereffenaar ontheven van de wettelijke publicatieplicht met betrekking tot zijn benoeming. Dit is gedaan omdat het aannemelijk is dat de schulden de baten van de nalatenschap zullen overtreffen, en de preferente schuldeiser, CMIS Nederland B.V., niet volledig voldaan zal kunnen worden.

De kantonrechter heeft besloten dat de vereffenaar niet verplicht is om de oproep voor het indienen van vorderingen te plaatsen in de Staatscourant of in nieuwsbladen, omdat hiermee geen redelijk belang is gediend. De beschikking zal echter wel op internet bekendgemaakt worden via rechtspraak.nl. De beslissing van de kantonrechter omvat het vaststellen van de termijn, het ontheffen van de publicatieplicht en de bekendmaking van de beschikking op internet. Tegen deze beslissing kan, behoudens berusting, binnen drie maanden hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL
Team Kanton en Handelsrecht
Zittingsplaats Zwolle
zaaknummer. : 3408636 ER 14-114
datum :

Beschikking op een verzoek tot bepaling termijn indienen vorderingen

ingediend door:
mr. H. Reitsma,
verbonden aan AMS advocaten te 1060 CD Amsterdam, Postbus 69111,
verzoeker,
die blijkens de beschikking van de rechtbank Overijssel d.d. 29 augustus 2014 handelt als vereffenaar van de nalatenschap van:
de heer
[naam], geboren te Deventer op [geboortedatum] 1943 en overleden te Deventer op [datum] 2014, laatst gewoond hebbende te Deventer, hierna te noemen: erflater.

De procedure

Op 5 september 2014 is ter griffie ingekomen een verzoekschrift om een termijn vast te stellen als bedoeld in artikel 4:214 lid 1 BW.
Nu de kantonrechter zich voldoende geïnformeerd acht, is afgezien van een mondelinge behandeling.

De beoordeling

De kantonrechter acht het gezien het belang van de schuldeisers van de nalatenschap redelijk de datum als bedoeld in artikel 4:214 lid 1 BW te stellen op zes weken na de datum dat de oproep om de vordering bij de vereffenaar in te dienen, zal worden bekendgemaakt.
De rechtbank Overijssel heeft in haar genoemde beschikking d.d. 29 augustus 2014 de vereffenaar ontheven van de wettelijke publicatieplicht (ex artikel 4:206 lid 6 BW) van diens benoeming. De kantonrechter zal om de zelfde reden, namelijk dat het aannemelijk is dat de schulden de baten van de nalatenschap zullen overtreffen en de preferente schuldeiser (de eerste hypotheekhouder CMIS Nederland B.V.) al niet volledig voldaan zal kunnen worden, de vereffenaar ontheffen van de verplichting om de oproep zoals bedoeld in artikel 4:214 lid 1 BW juncto artikel 4:206 lid 6 BW te plaatsen in de Staatscourant en in een of meerdere nieuwsbladen, nu hiermee geen redelijk belang is gediend. De kantonrechter zal wel bepalen dat deze beschikking op internet (rechtspraak.nl) bekend zal worden gemaakt.

De beslissing

De kantonrechter:
- bepaalt dat de datum als bedoeld in artikel 4:214 lid 1 BW zal worden gesteld op zes weken na de datum dat de oproep zal worden bekendgemaakt;
- ontheft de vereffenaar van de verplichting om de oproep zoals bedoeld in artikel 4:214 lid 1 BW te plaatsen in de Staatscourant en in een of meerdere nieuwsbladen;
- bepaalt dat deze beschikking op internet (rechtspraak.nl) bekend zal worden gemaakt.
Aldus gegeven door mr. J.A.O.M. van Aerde, kantonrechter, en uitgesproken in de openbare terechtzitting van , in tegenwoordigheid van de griffier. (lw)
Tegen deze beslissing kan, behoudens berusting, hoger beroep worden ingesteld binnen drie maanden na de dagtekening van deze eindbeschikking door indiening van een beroepschrift (door een advocaat) ter griffie van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.