In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 12 december 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting Hart van Twente en het dagelijks bestuur van de Gemeenschappelijke regeling Gebiedsontwikkeling Luchthaven Twente. De eiseres, vertegenwoordigd door mr.drs. J. Glazenburg, heeft beroep ingesteld tegen de weigering van verweerder om de concessieovereenkomst en de leveringsakte openbaar te maken. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder bij besluit van 5 maart 2014 de openbaarmaking heeft geweigerd, en dit besluit is later in het bestreden besluit van 30 juni 2014 bevestigd, waarbij verweerder wel een gedeeltelijke openbaarmaking heeft toegestaan.
De rechtbank heeft op 13 november 2014 de zitting gehouden, waar de vertegenwoordiger van eiseres en de gemachtigde van verweerder, H. Feitsma, aanwezig waren. De rechtbank heeft overwogen dat de weigering van de openbaarmaking onvoldoende gemotiveerd was. De rechtbank heeft vastgesteld dat de geheimhoudingsgrond, zoals bedoeld in de Wet openbaarheid van bestuur (Wob), niet van toepassing was op de leveringsakte, omdat deze niet als bedrijfs- of fabricagegegevens kon worden aangemerkt. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de belangen van openbaarmaking zwaarder wegen dan de belangen van geheimhouding.
De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en verweerder opgedragen om de leveringsakte openbaar te maken. Tevens heeft de rechtbank bepaald dat verweerder het door eiseres betaalde griffierecht van € 328,-- dient te vergoeden en verweerder is veroordeeld in de proceskosten van eiseres, vastgesteld op € 974,--. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van de beslissing.