Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het procesverloop
- de dagvaarding met 12 producties,
- de mondelinge behandeling op 28 november 2014.
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Overijssel op 5 december 2014 uitspraak gedaan in een kort geding tussen eiseres en gedaagde. Eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.A. Schuring, vorderde machtiging om de woning, die zij samen met gedaagde had gekocht tijdens hun affectieve relatie, te gelde te maken. De relatie tussen partijen was in mei 2008 beëindigd en de woning was nog niet verdeeld. Eiseres stelde dat zij niet langer in onverdeeldheid kon blijven en dat de onverdeeldheid nadelige fiscale gevolgen voor haar had. Gedaagde was niet verschenen op de zitting, hoewel hij schriftelijk verweer had gevoerd. De voorzieningenrechter verleende verstek tegen gedaagde en oordeelde dat eiseres voldoende spoedeisend belang had bij haar vorderingen. De voorzieningenrechter heeft eiseres gemachtigd om de woning te verkopen, met inachtneming van een redelijke termijn en verkoopprijs, en bepaalde dat dit vonnis in de plaats komt van de noodzakelijke toestemming van gedaagde. De kosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.