Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.[eiser],
[eiseres],
1.[gedaagde 1],
[gedaagde 2],
1.Het procesverloop
- de dagvaarding met producties;
- de mondelinge behandeling op 12 december 2014;
- de pleitnota van [eiser];
- de pleitnota van [gedaagde 1].
Rechtbank Overijssel
In deze zaak, behandeld door de voorzieningenrechter van de Rechtbank Overijssel, hebben eisers, buren van gedaagden, een kort geding aangespannen. De eisers vorderden dat gedaagden de executie van een eerder vonnis van 18 november 2014 zouden staken. Dit vonnis betrof een geschil over een recht van erfdienstbaarheid, waarbij eisers waren veroordeeld om binnen 24 uur na betekening van het vonnis bepaalde handelingen te verrichten. De eisers stelden dat zij aan de voorwaarden van het vonnis hadden voldaan en dat gedaagden misbruik maakten van recht door het vonnis te laten betekenen.
De mondelinge behandeling vond plaats op 12 december 2014, waarbij beide partijen hun standpunten naar voren brachten. De voorzieningenrechter oordeelde dat voldoende aannemelijk was dat eisers aan het vonnis van 18 november 2014 hadden voldaan. Gedaagden konden niet aantonen dat zij onredelijk werden beperkt in de uitoefening van hun erfdienstbaarheid door de aanwezigheid van een betonnen poer op de erfgrens. De voorzieningenrechter concludeerde dat er geen grond was voor het afdwingen van verdere executiemaatregelen en dat de vordering van eisers moest worden afgewezen.
De beslissing werd op 16 december 2014 uitgesproken, waarbij de proceskosten werden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Dit vonnis benadrukt het belang van het voldoen aan rechterlijke uitspraken en de voorwaarden waaronder executiemaatregelen kunnen worden afgedwongen.