Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser 2]te Deventer, als beherend vennoten van
Café [naam café] VOF, te Schalkhaar, eisers
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de bestuursrechter van de rechtbank Overijssel geoordeeld over de intrekking van de drank- en horecavergunning en de exploitatievergunning van Café [naam café] VOF in Deventer. De burgemeester van Deventer had op 11 april 2014 besloten om deze vergunningen in te trekken, omdat de exploitant, [eiser 1], niet voldeed aan de eis van goed levensgedrag. [Eiser 1] was op 27 juni 2013 door de meervoudige strafkamer van de rechtbank Overijssel veroordeeld voor zijn betrokkenheid bij een criminele organisatie, wat leidde tot een gevangenisstraf van 18 maanden. De burgemeester concludeerde dat deze veroordeling een negatieve invloed had op de geschiktheid van [eiser 1] als leidinggevende van het café.
Eisers, [eiser 1] en [eiser 2], hebben tegen het besluit van de burgemeester bezwaar gemaakt, maar dit werd ongegrond verklaard in het bestreden besluit van 10 juli 2014. Tijdens de zitting op 24 september 2014 zijn eisers niet verschenen, maar de burgemeester was vertegenwoordigd. De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting gesloten na aanvullende informatie van de burgemeester over de vergunningen.
De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat de burgemeester terecht de vergunningen heeft ingetrokken op basis van de wettelijke eisen die aan leidinggevenden in de horeca worden gesteld. De rechtbank oordeelde dat de burgemeester niet alleen op het politieadvies mocht afgaan, maar dat dit advies ook was gebaseerd op relevante justitiële antecedenten van [eiser 1]. De rechtbank heeft de beroepsgronden van eisers, waaronder schending van het gelijkheidsbeginsel en onvolledige regelgeving in het besluit, verworpen. Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard en de intrekking van de vergunningen bevestigd.