Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.[eiser],
[eiseres],
1.De procedure
- de dagvaarding met producties
- de conclusie van antwoord met producties
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek.
2.De feiten
er op uiterlijk 31 maart 2006 niet blijkt uit een rechterlijke uitspraak van de bestuursrechter van de Rechtbank te Almelo, terzake van de thans aanhangige procedure waarvan koper en verkoper op de hoogte zijn, dat het gastenverblijf als bedoeld in artikel 1.1 mag worden gebruikt voor permanente bewoning op basis van het overgangsrecht.”
.
In artikel 13 van de koopovereenkomst is een ontbindende voorwaarde opgenomen voor wat betreft de permanente bewoning van het gastenverblijf [adres]. De bestuursrechter van de Rechtbank te Almelo heeft inmiddels een voor partijen negatief vonnis gewezen, waardoor de ontbindende voorwaarde feitelijk in werking is getreden. Partijen wensen dat de koopovereenkomst alsnog definitief doorgang kan vinden, met inachtneming van de na te melden wijzigingen.”.
De koopsom wordt gewijzigd in € 1.250.000,00 vrij op naam (Zegge: Één miljoen tweehonderd vijftig duizend euro); vrij op naam. (…).
Indien uiterlijk op 31 december 2009 alsnog van de Gemeente Enschede definitief toestemming is verkregen het onderhavige gastenverblijf als woonhuis aan te wenden, zal door koper alsnog een aanvulling op de koopsom worden voldaan ten bedrage van
Uit het voorgaande volgt dat er geen grond is voor het oordeel dat het college had moeten afzien van handhavend optreden tegen de verbouwing van de berging/hobbyruimte tot woning. Daarmee is in dit geval tevens gegeven dat het gebruik van de berging/hobbyruimte als woning, waar de aanschrijving mede op ziet, niet (meer) mogelijk is. Er bestaat dan ook geen grond om nog in te gaan op hetgeen appellant heeft gesteld over het gebruiksovergangsrecht.”.
3.Het geschil
- veroordeling van gedaagde tot betaling van een bedrag van € 200.000,- ten titel van schadevergoeding, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 31 januari 2010, althans vanaf de dag der dagvaarding, dan wel een in goede justitie te bepalen dag, tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeling van [gedaagde] tot betaling van een bedrag van € 250,- ten titel van buitengerechtelijke kosten.
“Verkoper zal beroep aantekenen tegen het vonnis bij de Raad van State(onderstreping rechtbank)
en partijen zullen alles in het werk stellen de beoogde bewoning van [adres]. mogelijk te maken en zijn daarbij gehouden elkaar over en weer te informeren omtrent de voortgang van de procedure.”). De inspanningsverplichting van [eiser] is enigszins concreet omschreven, die van [gedaagde] niet.
de procedure(onderstreping rechtbank). Daarmee wordt kennelijk dezelfde handhavingsprocedure bedoeld.
zal alles in het werk stellen de beoogde bewoning van [adres]. mogelijk te maken door de mogelijkheden bij het College van B&W en de gemeenteraad om te komen tot een woonbestemming voor het pand te onderzoekeneneen procedure herziening bestemmingsplan te starten, waarbij hij gehouden is [eiser] te informeren over de voortgang van de procedure.”. Zo’n bepaling is echter niet opgenomen.
4.000,00 (2 x 2.000,- tarief VI)