ECLI:NL:RBOVE:2014:7043
Rechtbank Overijssel
- Wraking
- M. Zweers
- A. van Eerden
- J. Stoové
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van een wrakingsverzoek tegen een kantonrechter wegens schijn van partijdigheid
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 8 oktober 2014 een verzoek tot wraking toegewezen. Het verzoeker, wonende te [woonplaats], had mr. A.H. Canté, de kantonrechter, gewraakt in verband met de behandeling van een civiele procedure onder nummer 2843852 CV EXPL 14-1170. Het wrakingsverzoek werd ingediend op 1 september 2014, waarna de kantonrechter op 15 september 2014 schriftelijk reageerde. De mondelinge behandeling vond plaats op 24 september 2014, waarbij verzoeker werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. C.G. Mensink. De wederpartij, de Stichting Beheerfonds Marssteden (SBM), was niet vertegenwoordigd.
De wrakingsgrond was dat de kantonrechter de schijn van partijdigheid had gewekt door SBM, na haar dagvaarding en conclusie van repliek, opnieuw de gelegenheid te geven haar vordering nader toe te lichten. Verzoeker stelde dat deze actie de indruk wekte dat de kantonrechter de belangen van SBM bevoordeelde, wat de objectieve vrees voor partijdigheid bij verzoeker rechtvaardigde. De kantonrechter ontkende echter partijdigheid en verdedigde zijn beslissing om SBM de kans te geven haar vordering te onderbouwen.
De wrakingskamer oordeelde dat de vrees voor partijdigheid objectief gerechtvaardigd was, vooral vanwege de opmerking van de kantonrechter dat SBM kon aangeven hoe het in voorgaande jaren was gegaan met de betaling van de contributie. Dit ging buiten het partijdebat om en leidde tot de conclusie dat de schijn van partijdigheid was gewekt. De rechtbank besloot het verzoek tot wraking toe te wijzen, wat betekent dat de kantonrechter niet langer betrokken zal zijn bij de zaak.