ECLI:NL:RBOVE:2014:708
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.P.W. Esmeijer
- A. Landstra
- Rechtspraak.nl
Weigering omgevingsvergunning voor het wijzigen van een bouwvergunning ten behoeve van het realiseren van een kelder en het aanpassen van de fundering van een woning
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 3 februari 2014 uitspraak gedaan in het geschil tussen eiser, wonende te Dalfsen, en het college van burgemeester en wethouders van Dalfsen. Eiser had een omgevingsvergunning aangevraagd voor het wijzigen van een bouwvergunning, die eerder was verleend voor het realiseren van een kelder en het aanpassen van de fundering van zijn woning. De aanvraag werd echter geweigerd omdat het bouwplan deels was geprojecteerd op grond die toebehoorde aan Woningstichting Vechthorst, die bezwaar had gemaakt tegen de vergunning. De rechtbank oordeelde dat de verweerder zich op het standpunt mocht stellen dat er een evidente privaatrechtelijke belemmering was voor het verlenen van de omgevingsvergunning, aangezien het bouwplan in strijd was met het bestemmingsplan en de aanvraag niet voldeed aan de vereisten voor een vergunning.
De rechtbank heeft in haar overwegingen benadrukt dat een privaatrechtelijke belemmering evident is wanneer zonder nader onderzoek kan worden vastgesteld dat het bouwplan is voorzien op grond die eigendom is van een ander. In dit geval bleek uit een rapport van het Kadaster dat de kelder deels buiten het bouwvlak was gerealiseerd, wat in strijd was met de planvoorschriften. Eiser betoogde dat de privaatrechtelijke belemmering niet definitief was, omdat er een civiele procedure liep tussen hem en Vechthorst. De rechtbank oordeelde echter dat het niet noodzakelijk was om het vonnis van de civiele rechter af te wachten, aangezien de feiten ten tijde van het bestreden besluit duidelijk waren.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep van eiser ongegrond en bevestigde de weigering van de omgevingsvergunning. De rechtbank zag geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, en de uitspraak werd openbaar gedaan op 3 februari 2014.