ECLI:NL:RBOVE:2014:7183

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
2 juli 2014
Publicatiedatum
9 juni 2015
Zaaknummer
158312 / KG RK 2024-2014
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verschoningsverzoek van rechter in strafzaken tegen verdachten

Op 2 juli 2014 heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, een beslissing genomen in een verschoningsverzoek van rechter mr. S.K. Huisman. Dit verzoek was ingediend in het kader van twee strafzaken tegen verdachten, waarbij het Openbaar Ministerie betrokken was. Tijdens een openbare terechtzitting op 24 juni 2014, waar mr. Huisman, mr. Koppes en mr. Bloebaum zitting hadden, deed mr. Huisman het verzoek tot verschoning. Dit verzoek was gebaseerd op de ontdekking dat de vader van de aangever een neef van haar is, wat haar onpartijdigheid in de zaak in twijfel trok.

De verschoningskamer heeft vastgesteld dat er geen bezwaren zijn ingebracht door de verdediging of het OM tegen het verzoek. Gezien de omstandigheden, waarbij de familieband tussen mr. Huisman en de aangever werd erkend, concludeerde de verschoningskamer dat er sprake was van een zwaarwegende aanwijzing voor mogelijke vooringenomenheid. Dit leidde tot de beslissing om het verzoek tot verschoning toe te wijzen.

De rechtbank heeft daarmee mr. Huisman toegestaan zich te verschonen van de verdere behandeling van de strafzaken met de parketnummers 08/760043-14 en 08/760044-14. De beslissing werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier mr. Morskieft.

Uitspraak

beslissing

RECHTBANK OVERIJSSEL

Verschoningskamer
Zittingsplaats Almelo
zaaknummer / rekestnummer: 158312 / KG RK 2024-2014
Beslissing van 2 juli 2014
in de zaak van
mr. S.K. HUISMAN,
rechter in de rechtbank Overijssel,
afdeling strafrecht,
verzoekster tot verschoning,
inzake het verzoek zich te mogen verschonen in de procedures van het OM tegen [verdachte 1] onder parketnummer 08/760043-14 en van het OM tegen [verdachte 2] onder parketnummer 08/760044-14.

1.De procedure

1.1.
In de hierboven genoemde strafzaken heeft op 24 juni 2014 een openbare terechtzitting van de meervoudige strafkamer plaatsgevonden, alwaar mr. Koppes,
mr. Huisman en mr. Bloebaum, zitting hadden.
1.2.
Bij gelegenheid van de behandeling ter terechtzitting heeft mr. Huisman een verzoek tot verschoning gedaan, zoals blijkt uit de processen-verbaal van de terechtzitting van 24 juni 2014.
1.3.
Van de zijde van de verdediging en het OM zijn geen bezwaren tegen het verschoningsverzoek ingebracht.
1.4.
De verschoningskamer heeft afgezien van een mondelinge behandeling.
1.5.
De beslissing is bepaald op vandaag.

2.Het verschoningsverzoek

2.1.
Aan het verzoek zich te mogen verschonen legt mr. Huisman ten grondslag dat zij ter terechtzitting heeft geconstateerd dat de vader van aangever een neef van haar is, zodat zij zich niet langer vrij voelt om de zaak de beoordelen.

3.De beoordeling

3.1.
Verschoning is een middel ter verzekering van de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de rechter. Voorop dient te staan dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij zich uitzonderlijke omstandigheden voordoen die zwaarwegende aanwijzingen opleveren voor het oordeel dat een rechter jegens een partij een vooringenomenheid koestert, althans dat de bij deze partij dienaangaande bestaande vrees objectief gerechtvaardigd is.
3.2.
De omstandigheid dat de vader van aangever een neef is van mr. Huisman levert naar het oordeel van de verschoningskamer een zwaarwegende aanwijzing op als hiervoor onder 3.1. bedoeld.
3.3.
Het verzoek wordt toegewezen.

4.De beslissing

De rechtbank
4.1.
wijst toe het verzoek van mr. Huisman zich van de verdere behandeling van de procedures met kenmerk 08/760043-14 tussen het OM en [verdachte 1] en 08/760044-14 tussen het OM en [verdachte 2] te mogen verschonen.
Deze beslissing is gegeven door mrs. Zweers, Stoové en Van Eerden in tegenwoordigheid van de griffier mr. Morskieft en in het openbaar uitgesproken op 2 juli 2014.