5.1De beoordeling van het bewijs
De rechtbank acht niet bewezen wat aan de verdachte sub 2 primair, sub 6 primair en subsidiair en sub 8 is tenlastegelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De rechtbank is door de inhoud van de wettige bewijsmiddelen tot de overtuiging gekomen, dat de verdachte het sub 1 primair, sub 2 subsidiair, sub 3 primair, sub 4, sub 5 primair, sub 6 meer subsidiair, sub 7 en sub 9 primair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij op 25 september 2013 in de gemeente Enschede tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een auto (merk Mercedes), toebehorende aan [slachtoffer 1], waarbij verdachte en zijn mededader het weg te nemen goed onder hun bereik hebben gebracht door middel van een valse sleutel;
2.
hij op 25 september 2013 in de gemeente Enschede opzettelijk sleutels, toebehorende aan [slachtoffer 1], welke goederen verdachte anders dan door misdrijf, te weten onbeheerd had aangetroffen, onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
3.
hij op 11 november 2013 in de gemeente Enschede tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een tas (met inhoud) en geld en pasjes en sleutels en andere spullen, toebehorende aan [slachtoffer 2];
4.
hij op 20 januari 2014 in de gemeente Enschede met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een snorfiets/scooter (merk Tomos), toebehorende aan [slachtoffer 3];
5.
hij op 24 februari 2014 in de gemeente Enschede op de openbare weg de Klomp, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een portemonnee met inhoud, toebehorende aan [slachtoffer 5], welke diefstal werd vergezeld van geweld tegen genoemde [slachtoffer 5], gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, welk geweld hierin bestond dat hij, verdachte en zijn mededaders naar/tegen het hoofd en elders tegen het lichaam van die [slachtoffer 5] hebben geschopt en geslagen;
6.
hij op 24 februari 2014 in de gemeente Enschede met anderen, aan de openbare weg, de Reudinkstraat, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 6] en [slachtoffer 7], welk geweld bestond uit aanvallen van en indringen op genoemde [slachtoffer 6] en [slachtoffer 7] en die [slachtoffer 6] en [slachtoffer 7] tegenhouden en achtervolgen van die [slachtoffer 6] en [slachtoffer 7] bij de nek grijpen en slaan en schoppen tegen het lichaam van die [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7];
7.
hij op 21 februari 2014 in de gemeente Enschede tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een tablet en een mapje/tasje en een pinpas en sleutels, toebehorende aan [slachtoffer 8], welke diefstal werd vergezeld van geweld tegen [slachtoffer 8], gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, welk geweld hierin bestond dat hij en zijn mededader naar die [slachtoffer 8] zijn toegegaan en [slachtoffer 8] onverhoeds zijn genaderd, en vervolgens aan die tablet - welke door genoemde [slachtoffer 8] werd vastgehouden - hebben getrokken en uit handen van genoemde [slachtoffer 8] heeft gegrist en een mapje en bankpas en sleutels hebben gepakt en bovengenoemde goederen onverhoeds uit haar tas hebben gepakt;
9.
hij op 4 juni 2013, in de gemeente Enschede, met anderen, op de openbare weg, de Kuipersdijk, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een persoon genaamd [slachtoffer 10], welk geweld bestond uit het
- indringen op en aanvallen van die [slachtoffer 10] en
- uitschelden van die [slachtoffer 10] en de moeder van die [slachtoffer 10] en
- met kracht bij de keel/hals vastpakken van die [slachtoffer 10] en
- met kracht van de fiets afduwen waar die [slachtoffer 10] op zat en
- met kracht tegen de grond werken/schoppen van die [slachtoffer 10] en
- met kracht slaan of stompen in het gezicht en het lichaam van die [slachtoffer 10] en
-zulks terwijl die [slachtoffer 10] op de grond lag- met kracht schoppen tegen de rug en het lichaam van die [slachtoffer 10] waarbij hij, verdachte, die [slachtoffer 10] in het gezicht en het lichaam heeft geslagen of gestompt en die [slachtoffer 10] bij de keel/hals heeft vastgepakt en voornoemde [slachtoffer 10] tegen het lichaam heeft getrapt of geschopt, en welk door hem gepleegd geweld enig lichamelijk letsel (rugpijn en striemen rond de halsstreek) voor die [slachtoffer 10] ten gevolge heeft gehad.
In geval van hoger beroep zullen de gebruikte bewijsmiddelen worden opgenomen in een aanvulling bij dit vonnis. De in die bewijsmiddelen voorkomende feiten en omstandigheden zijn redengevend voor deze beslissing. De inhoud van de bewijsmiddelen is telkens alleen gebruikt voor het bewijs van het feit waarop het in het bijzonder betrekking heeft.
De rechtbank heeft de eventueel in de tenlastelegging voorkomende schrijffouten verbeterd in de bewezenverklaring. Verdachte wordt hierdoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan de verdachte sub 1 primair, 2 subsidiair, 3 primair, 4, 5 primair, 6 meer subsidiair, 7 en 9 primair meer of anders is tenlastegelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.