ECLI:NL:RBOVE:2015:1234

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
10 maart 2015
Publicatiedatum
11 maart 2015
Zaaknummer
08/910070-14
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Mensenhandel en uitbuiting van een jonge vrouw in de prostitutie

In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 10 maart 2015 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van mensenhandel. De verdachte heeft meegeprofiteerd van de uitbuitingssituatie van een jonge vrouw, die gedwongen werd om in de prostitutie te werken. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, samen met een medeverdachte, opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de seksuele uitbuiting van het slachtoffer. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich bewust was van de uitbuitingssituatie en dat zij profijt heeft getrokken uit de inkomsten die het slachtoffer genereerde. De verdachte werd veroordeeld tot een taakstraf van 240 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 8 maanden, met bijzondere voorwaarden waaronder een meldplicht en een contactverbod met het slachtoffer. De rechtbank heeft ook een schadevergoeding van €5.000,-- aan het slachtoffer toegewezen, te vermeerderen met wettelijke rente. De zaak benadrukt de ernst van mensenhandel en de impact op de slachtoffers, waarbij de rechtbank de rol van de verdachte in de uitbuitingssituatie als significant heeft beoordeeld, ondanks dat zij niet zelf actief betrokken was bij de prostitutie.

Uitspraak

Rechtbank Overijssel

Afdeling Strafrecht
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08/910070-14
Datum vonnis: 10 maart 2015
Vonnis (promis) op tegenspraak van de rechtbank Overijssel, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1989 in [geboorteplaats],
wonende in [woonplaats], [adres].

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 24 februari 2015. De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. A.M. Vloedbeld en van hetgeen door de verdachte en haar raadsvrouw mr. A. Çimen, advocaat te Amsterdam, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte zich samen met een ander heeft schuldig gemaakt aan mensenhandel.
Voluit luidt de tenlastelegging aan de verdachte, dat:
zij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 september
2012 tot en met 31 december 2013 in de gemeente(n) Enschede en//of Groningen
en/of te Vianen en/of Den Bosch en/althans (elders) in Nederland
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
A) een ander of anderen, te weten [slachtoffer], (telkens) door
dwang, geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) of door dreiging met geweld
of (een) andere feitlijkhe(i)d(en), door afpersing, fraude, misleiding dan wel
door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht, door
misbruik van een kwetsbare positie,
- heeft geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest of opgenomen, met het
oogmerk van seksuele uitbuiting van die (sub 1°) en/of
- heeft gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten
van arbeid of diensten van seksuele aard dan wel onder die omstandighe(i)d(en)
enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte en/of verdachtes
mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer]
zich daardoor beschikbaar zou(den) stellen tot het
verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard (sub 4°) en/of
- heeft gedwongen dan wel bewogen verdachte en/of verdachte(s) mededader(s) tebevoordelen uit de opbrengst van zijn/haar/hun, [slachtoffer],
seksuele handelingen met en/of voor een derde (sub 9°) en/of
B)(telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de seksuele uitbuiting
van die/een ander of anderen, te weten [slachtoffer], (sub 6°),
hierin bestaande dat verdachte tezamen met haar mededader(s) en/althans alleen
(telkens):
- gebruik heeft/hebben gemaakt het van geestelijke en/of lichamelijke
overwicht dat hij/zij over die [slachtoffer] had(den), en/of
- gebruik heeft/hebben gemaakt van de kwetsbare fianciële positie waarin die
[slachtoffer] zich bevond, en/of
- tegenover die [slachtoffer] heeft/hebben gedaan alsof
hij/zij het door haar verdiende geld voor haar zou(den) sparen, en/of
- die [slachtoffer] meermalen en/althans eenmaal (met kracht)
in het gezicht heeft gestompt en/of geslagen en/of in de buik(streek) heeft
geschopt/getrapt en/althans (telkens) in/tegen het hoofd en/of lichaam heeft
gestompt/geslagen en/of geschopt/getrapt, en/of
- die [slachtoffer] aan de haren heeft gerukt/getrokken, en/of- (meermalen) heeft/hebben gedreigd met verkrachting en/of het uit de mond
slaan van tanden en/altahns (telkens) dreigende woorden heeft
geuit/geschreeuwd indien die [slachtoffer] geen
prostitutiewerkzaamheden wilde verrichten en/of had verricht, en/of
- ( meermalen) heeft/hebben gedreigd met een AMK-melding en/of het inseinen van
Jeugdzorg betreffende de kinderen van die [slachtoffer], en/of
- controle heeft uitgeoefend over (de betalingen voor) de prostitutie-
werkzaamheden van die [slachtoffer] door advertenties op haar
naam te plaatsen en/of op te waarderen en /of omhoog te plaatsen en/ of door
haar werktelefoon in zijn/haar/hun bezit te houden en afspraken voor haar te
maken met klanten;

3.De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor het tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van achttien maanden voorwaardelijk, met aftrek van voorarrest. Aan deze straf dient als bijzondere voorwaarde te worden verbonden dat verdachte op geen enkele wijze contact zal hebben met aangeefster [slachtoffer]. Voorts heeft de officier van justitie gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot het verrichten van een taakstraf van 240 uren, subsidiair 120 dagen hechtenis.
De door de benadeelde partij [slachtoffer] ingediende civiele vordering dient te worden toegewezen tot het gevorderde bedrag van EUR 7.500,--, te vermeerderen met de wettelijke rente, met oplegging daarbij van de schadevergoedingsmaatregel.

4.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

5.De beoordeling van het bewijs

Deze paragraaf bevat het oordeel van de rechtbank over de vraag of het ten laste gelegde feit bewezenverklaard kan worden of dat daarvan moet worden vrijgesproken. In het geval de rechtbank tot een bewezenverklaring komt, steunt de beslissing dat verdachte het feit heeft begaan op de inhoud van bewijsmiddelen die hierna in het vonnis zijn opgenomen en daarvan op die wijze deel uitmaken. Deze bewijsmiddelen bevatten dan de redengevende feiten en omstandigheden op grond waarvan de rechtbank de overtuiging heeft gekregen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
5.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte het haar ten laste gelegde feit heeft begaan. Zij baseert zich daarbij met name op de verklaringen van aangeefster, de bevindingen van de politie met betrekking tot de advertenties op de internetsite [website 1], het veelvuldig opwaarderen van die advertenties door verdachte en haar medeverdachte, diverse taps van telefoongesprekken, sms-berichten en ping-gesprekken, alsook de verklaring van de getuige [getuige] en de verklaringen van verdachte zelf, telkens voor zover van belang.
Volgens de officier van justitie is in de onderhavige zaak sprake van de wettelijke bestanddelen geweld, dreiging met geweld en feitelijkheden, misleiding en misbruik van de kwetsbare positie van aangeefster. Ook is volgens de officier van justitie sprake van bevoordeling van verdachte en haar medeverdachte uit de opbrengst van de door aangeefster verrichte prostitutiewerkzaamheden. Volgens de officier van justitie kunnen verdachte en haar medeverdachte in dit verband worden aangemerkt als medeplegers.
5.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft geconcludeerd dat verdachte van het aan haar tenlastegelegde dient te worden vrijgesproken. De raadsvrouw heeft daartoe - kort gezegd - aangevoerd dat verdachte het haar tenlastegelegde ontkent. Uit het dossier blijkt niet dat verdachte middelen heeft gebruikt om aangeefster in de prostitutie te dwingen en/of opzettelijk voordeel heeft getrokken uit haar uitbuiting. De rol van verdachte heeft enkel bestaan in aannemen van de telefoon van aangeefster, het oppassen op haar kinderen tijdens haar prostitutiewerkzaamheden, het wegbrengen naar een afspraak en in enkele gevallen het opwaarderen van de contactadvertenties. Die facilitaire handelingen leveren, zelfs in onderlinge samenhang bezien, onvoldoende steun voor de stelling dat er sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking ter zake van mensenhandel.
5.3
De bewijsoverwegingen van de rechtbank
5.3.1
Het toetsingskader
Aan de verdachte is medeplegen van overtreding van artikel 273f Wetboek van Strafrecht (Sr) ten laste gelegd. In dit artikel is mensenhandel strafbaar gesteld. Dit artikel is opgenomen in de titel “Misdrijven tegen de persoonlijke vrijheid”. Hierdoor wordt het karakter van het strafbare feit benadrukt: niet de sector waarin de uitbuiting plaatsvindt, maar het feit dat de uitbuiting een inbreuk op de persoonlijke vrijheid van het slachtoffer betekent, vormt de strafwaardigheid van de handelingen. Het grondrecht van de persoonlijke vrijheid wordt gegarandeerd in de artikel 4 en 5 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) en in artikel 15 van de Grondwet.
Blijkens de wetsgeschiedenis is artikel 273f Sr onder meer gebaseerd op het VN-Verdrag tegen grensoverschrijdende georganiseerde criminaliteit en het daarbij behorende Protocol inzake de voorkoming, bestrijding en bestraffing van mensenhandel, in het bijzonder vrouwenhandel en kinderhandel, kortweg het protocol mensenhandel. Blijkens artikel 3 van het Protocol mensenhandel is van mensenhandel sprake als de verweten gedraging geschiedt ten behoeve van uitbuiting.
De rechtbank zal daarom onderzoeken of de ten laste gedragingen te bewijzen zijn en zo ja, of deze gedwongen of verplichte arbeid of diensten mensenhandel in de zin van artikel 273f Sr hebben opgeleverd. Daarbij is van belang of deze gedragingen in strijd zijn met de menselijke waardigheid, de lichamelijke integriteit of de persoonlijke vrijheid - in de zin van beperking van de bewegingsvrijheid - van de in de tenlastelegging genoemde persoon. Voorts moet sprake zijn van een zekere mate van onderwerping of horigheid van deze persoon.
5.3.2
Verklaringen
De rechtbank past de hierna te noemen bewijsmiddelen toe die voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder weergegeven.
1.
Het proces-verbaal van aangifte van 19 september 2013, bevattende de verklaringen van aangeefster [slachtoffer], inhoudende:
Ik heb [medeverdachte] leren kennen in november 2011. Eind januari heb ik voor de eerste keer seks met hem gehad. Na de tweede keer seks heeft [medeverdachte] tegen mij gezegd dat ik nu van hem was. Op 26 februari 2012 kreeg ik een relatie met [medeverdachte].
In juli 2012 heb ik mijn laatste studiefinanciering gekregen. Toen kwam [medeverdachte] op het idee om op de rug te gaan liggen. Hij bedoelde hiermee te werken in de prostitutie. Ik zei meteen dat ik dat niet kon, dat zou het laatste zijn wat ik zou gaan doen. Toen kwam hij met mooie praatjes en zei: “Als ik een meisje was geweest zou ik dat meteen doen’. Hij zei ook dat die meisjes wel veel geld verdienden. Ik ging wel twijfelen over zijn praatjes. [medeverdachte] gaf ook verschillende opties. Achter het raam staan of escort. Ik zei: “En de oppas dan”. Toen bood hij aan om op te passen op mijn kinderen. Op een gegeven moment heb ik gezegd dat het goed was. [medeverdachte] gaf mij twee telefoonnummers waar ik naar toe kon bellen. Het waren nummers van een bordeel of zoiets. Ik had op dat moment al een schuld van 3000 euro en ook een huurachterstand. Ik dacht als ik dit werk doe, weet niet iedereen dat en kan ik toch van mijn schulden af komen. Op een gegeven moment kwam [medeverdachte] met een naam van een Afrikaans meisje dat bij seksclub [seksclub] werkte en zij zou mij wel willen uitleggen hoe het in zijn werk ging bij club [seksclub]. Ik heb gebeld met [seksclub]. Ik zou in een half uur 90 euro en in een uur 180 euro verdienen. Ik ben meteen gaan werken. Ik weet dat ik aan het einde van de avond 200 euro kreeg. Ik ben tegen 5 uur half zes door [medeverdachte] opgehaald en naar huis gebracht. [medeverdachte] zijn bijnaam is [bijnaam medeverdachte]. Hij vroeg mij hoeveel ik verdiend had. Hij zei dat hij het geld in het luchtbed zou bewaren. Ik dacht dat ik de eerste keer het geld zou kunnen houden. 200 euro is erg veel geld voor mij. [bijnaam medeverdachte] zei dat ik beter kon gaan sparen. Ik heb dus het verdiende geld aan [bijnaam medeverdachte] gegeven, 200 euro. De eerste week heb ik drie dagen gewerkt. Ook dit geld heb ik aan [bijnaam medeverdachte] gegeven. [bijnaam medeverdachte] heeft mij gehaald en gebracht. [bijnaam medeverdachte] stond altijd klaar om op te passen, zodat ik klanten kon ontvangen. In totaal heb ik misschien 400 euro verdiend bij [seksclub], misschien 500 euro. Het geld is allemaal bij [bijnaam medeverdachte] gekomen. Ik leverde al het geld in bij [bijnaam medeverdachte] om te sparen. Het gespaarde geld was niet het enige geld dat [bijnaam medeverdachte] had van mij. [bijnaam medeverdachte] had ook het geld van de studiefinanciering van mij gekregen. Dat is een paar keer 300 euro geweest.
[bijnaam medeverdachte] kwam op een gegeven moment met het idee over Suriname. Hij had geld nodig en zei dat je ook thuis klanten kon ontvangen. [bijnaam medeverdachte] heeft toen voor mij een site aangemaakt op [website 1].NL. [bijnaam medeverdachte] heeft uitgelegd hoe dat ging op de site. Er is ook een site aangemaakt op [website 2].nl en [website 3].nl. [bijnaam medeverdachte] heeft met zijn telefoon foto’s gemaakt die uitdagend moesten zijn. De klanten die hadden gereageerd op [website 1].nl kwamen bij mij thuis. Dit is begonnen in september 2012. Het eerste weekend heb ik 1200 euro verdiend. Hierna kwam het verhaal dat hij geld nodig had voor Suriname. Al het verdiende geld ging naar [bijnaam medeverdachte] toe. In he begin was [bijnaam medeverdachte] altijd bij mij in de buurt. De klant gaf mij het geld en daarna gaf ik het geld aan [bijnaam medeverdachte]. In de advertentie stond dat ik 24/7 dagen beschikbaar was. Ik hield dat niet meer vol. [bijnaam medeverdachte] zei dat ik dan meer klanten zou kunnen krijgen. Ook maakte [bijnaam medeverdachte] op een gegeven moment afspraken met de klant. [bijnaam medeverdachte] gaf aan dat ook pijpen zonder condoom mogelijk was. Ik heb aan [bijnaam medeverdachte] gezegd dat ik niet meer wilde, maar de klant die dan bij mij was wilde dit wel en de klant zei dan ook dat hij dat afgesproken had aan de telefoon.
Een van de laatste keren, de telefoon was al niet meer bij mij en de klanten sprake af via [bijnaam medeverdachte] of met [verdachte]. Soms kwamen de klanten midden in de nacht bij mij aan de deur. [bijnaam medeverdachte] maakte de afspraak met de klant en stuurde deze naar mijn huis. Eigenlijk had [bijnaam medeverdachte] schijt aan mij, want hij weet dat ik dan geen oppas heb. Hij hield geen rekening meer met mij. De escort heeft van september 2012 tot juli 2013 geduurd. Ik had de telefoon al sinds oktober 2012 niet meer in mijn bezit, die hadden [bijnaam medeverdachte] en [verdachte]. Dus de afspraken met klanten verliepen via [bijnaam medeverdachte] en/of [verdachte]. [verdachte] is in beeld gekomen in oktober 2012. [verdachte] kon dan beter afspraken maken met de klant, omdat [verdachte] dan kon oppassen op de kinderen. Ik kreeg dan een ping van haar wanneer ik een klant kon verwachten. Ik heb wel eens tegen [bijnaam medeverdachte] gezegd dat ik niet meer wilde en dat ik moe was. [bijnaam medeverdachte] luisterde niet.
[verdachte] was al in beeld bij [bijnaam medeverdachte] voordat ik wist van haar. Zij heet [verdachte]. Eigenlijk vanaf het moment dat ik haar had gezien was hij steeds met haar. Ik denk dat ze toen in oktober 2012 al bij hem was ingetrokken in zijn woning in [plaats]. Ik vond het heel moeilijk om tegen [bijnaam medeverdachte] in te gaan. Ik had wel ontzag voor hem. Hij had mooie praatjes dat hij voor altijd bij mij zou blijven en dat hij mij zou helpen om van mijn schulden af te komen. [verdachte] kwam in beeld en regelde voor mij de klanten. Zij had de telefoon en als er een klant belde kwam ze naar mijn woning toe om op de kinderen te passen. Ze kwam zelf met de auto of [bijnaam medeverdachte] bracht haar. Elke dag kwam [bijnaam medeverdachte] wel langs en haalde het geld op. In die tijd, oktober 2012, kwam [bijnaam medeverdachte] met het verhaal dat een vriendin van [verdachte] naar Suriname wilde vliegen om daar drugs te halen. [bijnaam medeverdachte] vroeg mij of ik hem wilde helpen om de ticket voor dat meisje en de overige kosten te betalen. De ticket zou 1200 kosten en de douane 500 euro. Hij had ook nog geld nodig om de man met wie hij samen werkte te betalen. En de drugs in Suriname moesten gekocht worden. En er moest ook nog zakgeld komen. Dat zou dan betaald moeten worden met het door mij verdiende prostitutiegeld. Als ik de ticket zou betalen en de deal zou lukken, dan zou ik al mijn schulden kunnen betalen. [bijnaam medeverdachte] zou zijn schuld van 1000 euro die hij bij mij had terug betalen. Hij zou weer met mij gaan samenwonen en mijn huis helemaal nieuw inrichten. Ik ging dus aan het werk om te proberen dat geld bij elkaar te krijgen. Dat was dus prostitutiewerk wat liep via [verdachte] en [bijnaam medeverdachte]. Op een donderdag pingde [bijnaam medeverdachte] mij dat er een klant was. Ik ben toen niet naar huis gegaan en heb geen klant ontvangen. [bijnaam medeverdachte] raakte geïrriteerd. Hij zweerde op zijn moeder dat hij mijn tanden eruit zou slaan omdat ik niet reageerde omdat er klanten waren geweest. Hij zei dat als ik een jongen was geweest, hij mij al lang in elkaar had geslagen. Door die dreigementen werd ik eigenlijk heel bang. Ik kreeg voice-memo’s waarin hij mij uitschold. Ik was een mongooltje en ik was dom. Ik was tot die tijd alleen aan mijn haren getrokken. [bijnaam medeverdachte] noemde toen ook een termijn waarbinnen ik der ticket zou moeten hebben betaald. Die termijn was binnen een week.
Ik heb in ieder geval meer dan vijftig escort klanten gedaan. Een klant kwam vaker en ik heb twee keer 600 euro gekregen van een klant. Het geld heb ik aan [bijnaam medeverdachte] gegeven voor de vliegticket. Eerst heb ik gewoon in Enschede gewerkt. In december 2012 ben ik naar Den Bosch gegaan. Dit is gekomen omdat [bijnaam medeverdachte] voorstelde om in een hotel in Den Bosch te gaan werken. Met de auto van [bijnaam medeverdachte] gingen [bijnaam medeverdachte], mijn twee kinderen, [verdachte] en ik naar Den Bosch. [bijnaam medeverdachte] reserveerde twee kamers naast elkaar. In deze tijd had [verdachte] al de telefoon in bezit waar klanten op konden bellen. [verdachte] regelde de klanten via de telefoon. De klanten hebben aan mij betaald. Ik heb het geld aan [bijnaam medeverdachte] gegeven. Ook zijn we in Almere geweest bij een man thuis. Het huis had [bijnaam medeverdachte] of [verdachte] geregeld via [website 3]. Ik heb daar 3-4 klanten gehad. Van Almere gingen we weer terug naar Enschede.. In Enschede is het drie keer gebeurd dat ik escort heb gedaan. Een keer heeft [verdachte] mij naar een klant gebracht. [verdachte] sms’te de klant dat we voor de deur stonden. De klant heeft aan mij betaald. Dat was 150 of 180 euro. Ik heb het geld aan haar gegeven of aan [bijnaam medeverdachte]. De beide andere keren bracht [bijnaam medeverdachte] mij naar de klant. Beide keren betaalde de klant aan mij en in de auto gaf ik het hele bedrag aan [bijnaam medeverdachte]. Dat was beide keren 80 euro. Een keer heeft een klant mij opgepikt bij mij in de buurt. Ik ben met hem in zijn auto naar zijn huis gereden. Ik vond het doodeng. Ik deed dat maar omdat [bijnaam medeverdachte] mij dat gevraagd had. Ik deed het dan om hem tevreden te houden.
Ik geloof dat we in februari 2013 naar Groningen gingen. Dat waren [bijnaam medeverdachte], [verdachte], mijn twee kinderen en ik. Ik Groningen woonde een neef van [bijnaam medeverdachte]. Het plan was dat ik mij in de woning van die neef ook zou gaan prostitueren. In de woning van de neef zijn wel 4 of 5 klanten geweest. Ik weet niet of ik daarna nog veel gewerkt heb. Ik heb nog wel een keer 300 of 400 euro verdiend bij klanten. Dat werd dan weer geregeld door [bijnaam medeverdachte] en [verdachte]. [bijnaam medeverdachte] zei dat hij weer een schuld had. Bovendien zei hij dat hij binnenkort vast kwam te zitten en hij wilde zakgeld hebben. Ik heb hem dat verdiende geld toen gegeven.
Op een bepaald moment had ik een klant in Enschede. Dit was voor april 2013. Ik werd geappt door [bijnaam medeverdachte] dat er een klant voor mij was. Toen hij mij ophaalde keek [bijnaam medeverdachte] heel boos naar mij. Ik ben in de auto gestapt bij [bijnaam medeverdachte] en [verdachte], samen met mijn kinderen. Ik werd afgezet bij de klant en na een half uurtje was ik weer buiten. Ik ben in de auto gaan zitten. Toen vroeg ik aan [bijnaam medeverdachte]: “Wat is er nou. Na een paar keer zei hij: “Je weet heel goed wat er is. [verdachte] draaide zich toen ook geïrriteerd om en zei toen: “Ja van dat telefoongesprek. Ik heb iets gezegd en [bijnaam medeverdachte] ook. Ik wilde de auto uit. Ik kreeg plotseling van [bijnaam medeverdachte], die zich omdraaide, een harde klap aan de linker zijde van mijn hoofd. Ik voelde een hevige pijn. Ik ben met mijn kinderen uit de auto gestapt. Ondertussen schreeuwde [bijnaam medeverdachte] tegen mij dat ik normaal moest doen, ik moest die dingen niet bij hem doen, wist ik wel wie ik voor me had. [bijnaam medeverdachte] stapte de auto uit en kwam naar mij toe. [bijnaam medeverdachte] gaf mij weer een klap aan de linker zijde van mijn hoofd. Hij gaf mij meerdere harde klappen met zijn vlakke hand. Een klap deed echt heel erg pijn tegen mijn oor. Ik heb hier zeker de hele week erg last van gehad. Ik kon niet op mijn linker kant liggen en moest huilen van de pijn. Op een gegeven moment heeft hij mij in mijn buik geschopt en ook tegen mijn been. Hij heeft mij meerdere keren getrapt/geschopt. Toen ben ik naar [getuige] huis gelopen met de kinderen en ik heb haar verteld wat er gebeurd was. Dat [bijnaam medeverdachte] mij had geslagen en dat ik bang voor hem was. [bijnaam medeverdachte] had mij in het verleden al eens gezegd dat ik in de problemen zou komen met jeugdzorg als ze wisten dat ik in de prostitutie zou werken. Ook mijn uitkering zou dan worden stop gezet. Ik had echt last van mijn oor en ik heb gebeld naar de huisartsenpost. Vervolgens ben ik naar de huisarts gegaan.
Ik weet niet meer wanneer Vianen in beeld kwam. Er hoefde geen geld meer te komen voor een vliegticket. Er moesten eerst openstaande boetes worden betaald, anders zou hij worden aangehouden op Schiphol. Ook kwam [bijnaam medeverdachte] met het verhaal dat prostitutie in België goed zou lopen. [bijnaam medeverdachte] had 500 euro nodig voor benzine en voor een hotel in België. Het geld moest ik gaan verdienen in Vianen. Dat is waarschijnlijk geweest in juni 2013. Wel moest ik eerst in Enschede werken voor geld voor een hotelkamer en voor benzine. Dat geld heb ik langzaam bij elkaar verdiend met prostitutie. We zijn naar hotel Van der Valk in Vianen gegaan. [bijnaam medeverdachte] haalde mij en mijn vriendin [naam 1] op met de auto. [verdachte] had nog steeds de telefoon in haar bezit en alle klantencontacten liepen via [verdachte]. Ik was op de kamer en als er een klant kwam ging [naam 1] met [bijnaam medeverdachte] mee. ’s Avonds waren er nog twee klanten, maar ik heb de telefoon niet gehoord en hierover was [bijnaam medeverdachte] weer geïrriteerd. Hij werd sarcastisch en zei “oh, niet de telefoon opnemen en oh, nou geld weg”. [bijnaam medeverdachte] had er geen oog voor dat ik moe werd van dit werk. Ik heb het geld voor [bijnaam medeverdachte] bij een GWK gestort.
Ik moest werken om zo snel mogelijk van mijn schulden af te komen. [bijnaam medeverdachte] zei dat ik bezig was om mijn schulden af te lossen, maar [bijnaam medeverdachte] zei ook dat het geld was voor het vliegticket en het drugstransport. Wanneer dit zou lukken zou ik in een keer van mijn schuld af zijn.
Ik ben al die tijd aan het werk geweest voor het totaal plaatje: dat [bijnaam medeverdachte] en ik samen een leven zouden beginnen en een huis inrichten en om alle schulden af te lossen. Het doel was samen een toekomst in te richten. [getuige] wist dat ik werkte in de prostitutie en dat het geld naar [bijnaam medeverdachte] ging. Ik voelde mij gedwongen omdat hij zei dat ik zijn gezicht niet moest laten vallen bij zijn vrienden en ook dat hij mijn tanden eruit zou slaan. Ook om hem te bewijzen dat ik van hem hield en dat hij de belofte gaf om mij van mijn schulden af te lossen. Het prostitueren is pas begonnen in de tijd van [medeverdachte].
2.
Een tweetal als bijlage bij voormeld proces-verbaal gevoegde advertenties van de internetsite [website 1].nl, beide gesteld op naam van [getuige], met daarbij de volgende gegevens:
Tel.nr.: [telefoonnummer 1]
Plaatsnaam:Vianen UT
Leeftijd: [leeftijd]
Lengte: [lengte] cm
Kleur ogen: [kleur]
Kleur haar: [kleur]
Lichaamsbouw: [lichaamsbouw]
Cupmaat: [cupmaat]
Uiterlijk:
Escort regio: Flevoland, Noord-Holland, Overijssel, Utrecht,
en met vermelding van de soort escortwerkzaamheden welke mogelijk zijn met de daarbij behorende prijzen per half en heel uur.
3.
Het proces-verbaal van aangifte van aangeefster [slachtoffer] voornoemd van 28 augustus 2014, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
-als vraagstelling van verbalisanten:
Was het met jouw instemming dat je op een gegeven moment de werktelefoon waarop de klanten belden niet meer in bezit had.
-als antwoord van aangeefster:
Ik vond het ook wel vervelend dat ik niet meer de telefoon had omdat ik dan ook niet kon doen alsof ik de klanten niet gehoord had. Ik heb dit nooit tegen [bijnaam medeverdachte] gezegd. Ik wilde niet dat hij boos zou worden. [bijnaam medeverdachte] was alleen maar aan het stressen over geld.
-als vraagstelling van verbalisanten:
Door wie werd je gebeld als er een klant was.
-als antwoord van aangeefster:
Dat ging via de ping of een app met de telefoon van [bijnaam medeverdachte].
-als vraagstelling van verbalisanten:
Wat werd er dan gezegd.
-als antwoord van aangeefster:
Er is een klant, voor hoelang en welke tijd. Ook wel eens welke seksuele handelingen ik moest doen. Soms werd er ook een geldbedrag genoemd. We hadden de prijzen afgesproken maar soms werd er ook iets afgesproken tussen de klant en [bijnaam medeverdachte]. Er werd dan niet met mij overlegd. Soms werd er iets veranderd met de prijs.
-als vraagstelling van verbalisanten:
Kon je dan zelf beslissen of je de klant wilde ontvangen.
-als antwoord van aangeefster:
Nee. Ik heb wel eens gezegd: Alweer, of ik ben in de stad. We kregen dan altijd ruzie hierover. [bijnaam medeverdachte] zei dan: Weer geen klant weer geen geld. Hij zei dit erg boos. Ik voelde mij bang dat als ik hem zou zien, hij weer boos zou zijn en dat we ruzie zouden krijgen.
-als vraagstelling van verbalisanten:
Je hebt eerder verklaard dat [medeverdachte] regelmatig kwaad op jou werd. Om welke reden werd [medeverdachte] kwaad op jou.
-als antwoord van aangeefster:
Het is 4-5 keer voorgekomen dat [bijnaam medeverdachte] kwaad op mij werd dat ik niet bereikbaar was voor klanten. Hij zei dan dat hij zijn gezicht niet moest laten vallen voor mensen die hij kende. Hij had een reputatie die dan zou schaden. Hij had andere mensen iets gezegd en dat kon hij dan niet waarmaken.
-als vraagstelling van verbalisanten:
Je hebt verklaard dat je op een gegeven moment uitgeput raakte van het prostitutiewerk. Heb je dit tegen [medeverdachte] gezegd en hoe reageerde hij daarop.
-als antwoord van aangeefster:
Als ik het op een normale manier zei, dan zei hij tegen mij nog even doorgaan voor het geld.
-als vraagstelling van verbalisanten:
Je hebt ons de vorige keer een aantal pingberichten toegestuurd die je bewaard had op je oude telefoontoestel. In deze tekstberichten is [medeverdachte] kennelijk boos op jou. Kun je aangeven waar de volgende tekstberichten over gaan:
Kheb de laatste paar weken na jou pijpen gedanst.
Omin kk dat je me geflasht hebt dat ik je vroeg of je kon en shit
Fuck die kk werk en fuck wat jij zegt man!
Want je LIEGT. Je liegt KK VEEL
Ga door ksa al je tanden eruit nu
-als antwoord van aangeefster:
Dit is bericht van [bijnaam medeverdachte]. Dit was zijn manier van reageren als ik niet had gereageerd wanneer er een klant was.
-als vraagstelling van verbalisanten:
Jonge als je een jonge was had ik allang je tanden eruit geslagen en je een fixe boete gegeven
Zo werk ik op de straat en met mensen die zo met mij omgaan op zakelijk gebied
jo en die kk hoer van een [naam 1] vertrouw jullie samen nooit van me leven
Jij gaat voor elke keer dat je me gezicht heb laten vallen toch Iets krijgen ervoor
Zo makkelijk kom jij er niet vanaf op me moeder is een belofte
Kogels gaan jullie eten
En jij!!!!!
Zweer op me moeder en kids jij moet gaan verhuizen en heel snel
Jij denkt dat je deze dingen kan doen er gebeurd niks met je he Elke kk keer als je naar buiten gaat denk aan mij voordat je die stap buiten je deur zet
-als antwoord van aangeefster:
Dit zijn berichten van [bijnaam medeverdachte] aan mij. Dat is [bijnaam medeverdachte] wanneer hij kwaad is. Ik voelde heel veel angst toen hij mij deze berichten verstuurde. Dit bericht verstuurde hij wanneer ik mij niet aan de afspraak hield om bereikbar te zijn voor klanten.
-als opmerking/vraagstelling van verbalisanten:
We hebben een aantal telefoongesprekken die we je graag willen laten horen. Het eerste gesprek is een gesprek van 17 maart 2013.
NN-vrouw: Ja?
H: he, wat denk je kankerwijf, wat is er met jou man, wil je dat..he..je maak me kankerwoest..ja..ik zeg je alvast he..die knkerstreek die je elke keer weer maakt met mij toch..je moet niet..onverstaanbaar..serieus he, je hebt het nog steeds niet door he jij he..
NNvrouw: Wat heb ik nu gedaan dan?
H: Wat heb je..
NNvrouw: Ik zeg toch hij vraagt jou zelf ik heb al tegen hem…
H: Ik heb je nu..onverstaanbaar (schreeuwt) jij moet…je moet wat the fuck jij he.. je denkt ik groentje.. ji denk ik ben groen he..je denkt ik ben groen he ik serieus ik ga je nog een laatste kans geven om normaal te doen he..ik zeg je eerlijk..want ik ga je echt..ik..he..als je zo met mij om wilt gaan he..pas op want je hebt de verkeerde voor je..ik waarschuw je niet meer he..
Even later in hetzelfde gesprek
H;oke, maar dan (schreeuwt)..onverstaanbaar..bek joh..je moet niet doen met mij..he..he..jongen he..hoe ik jou waarschuw je probeert toch weggetjes door te wringen om gek te doen of wat dan ook toch..ik zeg je eerlijk..ik ga je tanden voor je eruit slaan..en je weet niet he..je denk ik maak grappen..en dit keer ga ik nog verder effe serieus..als je op die (onverstaanbaar) bij mij wilt komen.
NNvrouw:Alsjeblieft
H: (schreeuwt) Weet wat je bent nu, weet je, weet op wat je bent.
NNvrouw: Ik doe niks.
H: Weet..
NNvrouw: Ik doe helemaal niks.
-als vraagstelling van verbalisanten:
Wat kun je over dit gesprek vertellen.
-als antwoord van aangeefster:
Dit is wel heel confronterend. Dit is een gesprek tussen mij en [bijnaam medeverdachte]. (opmerking verbalisanten: aangeefster begint te huilen, zichtbaar verdrietig). Wanneer ik hem nu hoor krijg ik het benauwd. Volgens mij ging dit gesprek over dat zijn neef seks met mij wilde hebben. Hij werd kwaad omdat zoiets aan mij werd gevraagd.
-als opmerking van verbalisanten:
Volgend geluidsfragment:
Je kan maar beter je kanker attitude weg halen hoor. Ik weet niet wat jij aan het doen bent. Je kan mij niet uitleggen wat jij moet…hoe jij moet dansen, want voor hetzelfde geld toch had hij je verkracht of wat the fock dan ook toch…en dan weet ik niet wat er aan de hand is, begrijp je wat ik bedoel te zeggen? Dan kom je maar aan je baas uitleggen wat is. Begrijp je? Want jij komt net kijken in die wereldje, dus weet je, jij weet niks. He, er zijn erge dingen met die wijven gebeurd, dat weet jij niet he. Je denkt dit is een spelletje, die dinges of zo, omdat het nu makkelijk gaat, omdat er geen hoofdpijn is. Nog nooit is er hoofdpijn bij jou geweest, maar vergis jou niet hoor…
He, ik zeg jou eerlijk, als jij met iemand anders ging samenwerken toch, die gewoon, echt gewoon druk op jou ging zetten toch, had hij je tanden eruit geslagen. Waarom, omdat jij doet wat je zelf wilt en ik leg jou dingen gewoon normaal uit omdat ik geen ruzie met je wil toch. Want als ik iets zeg, dan voel je je gelijk aangevallen en shit. Begrijp je wat ik bedoel te zeggen.
-als vraagstelling van verbalisanten:
Wat kun je over dit gesprek vertellen.
-als antwoord van aangeefster:
Dit was een gesprek tussen mij en [bijnaam medeverdachte]. Hij vond dat ik zelf niet mocht bepalen wat ik wilde doen.
-als vraagstelling van verbalisanten:
In een van de pingberichten die je had bewaard op je oude telefoon staat de tekst: “Jeugdzorg voor jou”. Wat denk je dat [medeverdachte] hiermee bedoelde.
-als antwoord van aangeefster:
Ik denk dat dat [bijnaam medeverdachte] hiermee bedoelde dat jeugdzorg de kinderen zou afpakken. Ik denk dat hij een AMK melding zou maken. Ik was hierdoor bang dat ik de kinderen zou kwijt raken. Ik voelde mij bedreigd dat hij echt dit zou gaan doen.
-als vraagstelling van verbalisanten:
In februari 2013 ben je bij de huisartsenpost geweest, dit was nadat [medeverdachte] jou op straat in elkaar had geslagen. Je verklaarde dat je samen met je kinderen en [verdachte] in de auto zat en dat je net bij een klant was geweest, opeens werd [medeverdachte] erg boos. Uit medische gegevens blijkt dat je die avond bij de huisartsenpost hebt aangegeven dat je tegen de verwarming was gevallen. Kun je je nog herinneren wat de reden was voor [medeverdachte] om je te slaan.
-als antwoord van aangeefster:
[bijnaam medeverdachte] was boos op mij omdat ik telefonisch contact had met [naam 2]. Eerst wist ik niet waarom hij zo boos was op mij. Al voordat we naar de klant gingen was [bijnaam medeverdachte] boos op mij.
-als vraagstelling van verbalisanten:
Zijn er wel eens situaties geweest dat [medeverdachte] fysiek geweld tegen je heeft gebruikt.
-als antwoord van aangeefster:
Ja die zijn er geweest. Het stukje met [naam 3] dat ik haar had ge-appt. [bijnaam medeverdachte] zei toen van dat is mijn brood. Toen heeft hij aan mijn haar getrokken.
-als vraagstelling van verbalisanten:
Je hebt eerder verklaard dat al het verdiende geld naar [medeverdachte] ging. Heb je ooit zelf de beschikking gehad over het geld dat je verdiende met prostitutie.
-als antwoord van aangeefster:
Nee, het was de bedoeling dat de helft voor mij was en de helft voor [bijnaam medeverdachte]. Later werd al het verdiende gele voor mij bewaard in een luchtbed. Van dit geld heb ik nooit iets terug gezien. Later werd door [bijnaam medeverdachte] gezegd dat het geld nodig was voor de reis naar Suriname.
-als vraagstelling van verbalisanten:
Wie bepaalde er wat jij met het geld mocht doen wat je met de prostitutie verdiende.
-als antwoord van aangeefster:
Eigenlijk bepaalde [bijnaam medeverdachte] wat er met het geld ging gebeuren.
-als vraagstelling van verbalisanten:
Je hebt eerder verklaard dat je op verschillende plekken in Nederland in hotels heb gewerkt (o.a. in Vianen en Den Bosch). Wie betaalde de benzine en wie betaalde de hotelkamer(s).
-als antwoord van aangeefster:
Ik moest daar eerst voor werken. Er werd van tevoren afgesproken dat ik zou werken en van dat geld werden de onkosten betaald.
-als vraagstelling van verbalisanten:
Je gaf ook aan dat je een paar dagen in Groningen klanten hebt ontvangen. Wie heeft deze hotelkamer betaald.
-als antwoord van aangeefster:
Dat is ook van mijn geld geweest.
-als vraagstellig van verbalisanten:
Je hebt eerder verklaard over [verdachte] en dat op een gegeven moment jouw klanten via [medeverdachte] en [verdachte] werden geregeld. Hoe lang werkte je al in de prostitutie toen [verdachte] klanten voor jou regelde.
-als antwoord van aangeefster:
Ik heb haar aan de telefoon gehoord wanneer ze met klanten sprak. Ze vertelt mij ook wat klanten van mij verwachten.
-als vraagstelling van verbalisanten:
Heeft [verdachte] jou wel eens weggebracht naar klanten.
-als antwoord van aangeefster:
Ja, ze bracht mij met de auto
4.
Het proces-verbaal verhoor aangever [slachtoffer] voornoemd van 6 november 2014, voor zover, zakelijk weergegeven, inhoudende:
-als vraagstelling van verbalisanten:
Waren er afspraken gemaakt met [bijnaam medeverdachte] over het geld wat je verdiende met prostitutiewerkzaamheden.
-als antwoord van aangeefster:
Het zou 50-50 zijn. Voor een half uur was 75 euro. Ook wel eens 65 of 85 euro dat een klant moest betalen voor een half uur. Voor een uur moest een klant tussen de 120 en 150 euro betalen. Omdat [bijnaam medeverdachte] dingen nodig had ging vaak het hele bedrag naar [bijnaam medeverdachte] toe.
5.
Het proces-verbaal verhoor getuige [getuige] van 30 september 2014, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
-als vraagstelling van verbalisanten:
Hoe kun jij [slachtoffer] omschrijven.
-als antwoord van de getuige:
Zij is een heel lief, zacht meisje, dat met iedereen het beste voor had. Wij hadden een heel goede band met elkaar en konden elkaar alles vertellen.
-als vraagstelling van verbalisanten:
Wanneer ging het volgens jou wat minder goed met [slachtoffer].
-als antwoord van de getuige:
Toen [slachtoffer] [bijnaam medeverdachte] leerde kennen.
-als vraagstelling van verbalisanten:
Wat kun je vertellen over de relatie tussen [slachtoffer] en [bijnaam medeverdachte].
-als antwoord van de getuige:
Ongeveer 4 maanden nadat ze een relatie kreeg met [bijnaam medeverdachte] vertelde [slachtoffer] mij dat zij wilde gaan werken als hoer om wat extra geld te verdienen.
-als vraagstelling van verbalisanten:
Wat vertelde [slachtoffer] jou over haar prostitutiewerkzaamheden.
-als antwoord van de getuige:
Zij heeft ongeveer één à twee maanden bij club [seksclub] gewerkt. Toen vertelde zij mij dat zij een advertentie op het internet zou zetten omdat zij dan veel meer geld zou verdienen. Zij stond op verschillende sites onder andere www.[website 1].nl.
-als vraagstelling van verbalisanten:
Wat deed [slachtoffer] met het geld dat zij verdiende.
-als antwoord van de getuige:
Dat moest zij allemaal afgeven aan [bijnaam medeverdachte]. Hij controleerde haar zoveel mogelijk.
-als vraagstelling van verbalisanten:
Hoe controleerde hij haar.
-als antwoord van de getuige:
Hij nam regelmatig de telefoon op, maar hij moest ook vaak oppassen op haar kinderen anders kon zij niet weg. Dus dan wist hij precies wat zij verdiende.
-als vraagstelling van verbalisanten:
Hoeveel geld moest [slachtoffer] vragen aan de klant.
-als antwoord van de getuige:
Ik weet het niet precies. Het gehele bedrag dat zij verdiende moest zij aan hem geven. Hij had [slachtoffer] verteld dat hij met dat geld naar Suriname zou gaan om drugs te smokkelen zodat hij daar veel geld mee zou verdienen. Hij had hiervoor 40.000 euro nodig. Maar uiteindelijk zou hij alleen maar geld maken waardoor zij samen een beter leven zouden opbouwen. [slachtoffer] geloofde daar heilig in omdat zij erg verliefd op hem was.
-als vraagstelling van verbalisanten:
Wat gebeurde er als zij niet deed wat [bijnaam medeverdachte] haar vroeg.
-als antwoord van de getuige:
[slachtoffer] heeft mij wel eens verteld dat hij agressief werd als zij het geld niet af gaf en dat hij haar bedreigde en ook heeft hij haar wel eens geslagen. Ik weet nog dat [slachtoffer] een keer bij mij kwam toen zij ruzie had gehad met [bijnaam medeverdachte]. [slachtoffer] moest toen erg huilen en de kinderen waren bang. Een van de kinderen zei dat [bijnaam medeverdachte] mama auw had gedaan. Zij vertelde mij dat zij in de auto ruzie had gekregen met [bijnaam medeverdachte] en dat hij haar toen had geslagen waar de kinderen bij waren. Volgens mij is zij die avond nog wel naar de eerste hulp gegaan. [slachtoffer] heeft mij wel vaker verteld dat zij door hem was mishandeld en bedreigd met de dood. Hij heeft wel eens bij haar voor de deur gestaan, schreeuwend dat hij haar dood zou maken.
6.
a.
een aanvraag medische gegevens, met daarbij gevoegd en blanco geneeskundige
verklaring, afkomstig van [verbalisant 1] verbonden aan de politie Oost-Nederland, afdeling Vreemdelingenpolitie Enschede, en gericht aan de arts Schoenmakers.
b.
een geneeskundige verklaring d.d. 21 februari 2014, opgesteld en ondertekend door de huisarts dr. M. Schoenmakers, zakelijk weergegeven, inhoudende als verklaring van die arts:
Betreft medische informatie van [slachtoffer], geboren op [geboortedag] 1990, wonende te [woonplaats]. Ik, de huisarts van patiënte op dit moment, stuur een melding op van de huisartsenpost Enschede op 8/2-2013. Dit is het bericht waarover u informatie wenst. Het gaat om het letsel: kneuzing kaak.
c.
Een bericht van HDT Oost te Enschede, onder meer vermeldende:
Patiëntdata: Mevr. [slachtoffer]/[geboortedag]-1990, [woonplaats], [adres]. Datum: 08-02-2013 22:02:59. Onderwerp: contusie kaak. Waarneming: (S) mv is met de li kant van haar hoofd tegen een verwarming gevallen. Nu erg veel pijn in de kaak, mond openen erg pijnlijk, pij aan de li van het hoofd. (O) contusie: kaak.
7.
Het proces-verbaal van bevindingen van 7 oktober 2013, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van de verbalisant [verbalisant 2]:
Op diverse data in augustus en september 2013 is er een aangifte mensenhandel opgenomen (artikel 273F Wetboek van Strafrecht) van: [slachtoffer], geb. [geboortedag]-1990. In die aangifte verklaarde de aangeefster dat er advertenties van haar op het internet waren geplaatst en wel op de sites [website 1].nl, [website 2].nl en [website 3].nl. Aangeefster verklaarde dat ze op de sites stond met de werknaam [werknaam slachtoffer] en dat ze onder andere had gewerkt in Vianen en Enschede. Op 21 augustsu 2013 heb ik, verbalisant [verbalisant 2], op genoemde sites gezocht. Op de site [website 1].nl vond ik een advertentie van:
[werknaam slachtoffer], lekkere jonge dame wacht op jou Vianen.
Uiterlijk Zuid Amerikaans,
Escort regio: Flevoland, Noord-Holland, Overijssel, Utrecht.
Bij de advertenties waren een 13-tal (naakt) foto’s geplaatst. In de advertentie stond het telefoonnummer: [telefoonnummer 1]. De hierboven beschreven advertentie is op 26 augustus 2013 aan aangeefster getoond. Zij verklaarde in haar aangifte dat dit de advertentie was, waarin zij beschreven staat. De gemaakte (naak)foto’s waren inderdaad van haar, aldus aangeefster.
8.
Het proces-verbaal van bevindingen van 4 september 2014, voor zover inhoudende als, zakelijk weergegeven, verklaring van de verbalisant [verbalisant 1]:
In haar aangifte verklaart [slachtoffer] over het feit dat er een advertentie van haar op verschillende sekssites is geplaatst, waaronder [website 1].nl, [website 2].nl en [website 3].nl. Zij stond onder op deze sites onder de werknaam “[werknaam slachtoffer]” en zou gewerkt hebben in Enschede en Vianen. Op de site [website 1].nl werd door collega [verbalisant 2] een advertentie gevonden van een [werknaam slachtoffer] die als werkgebied onder andere Vianen had. Aan deze advertentie was het advertentienummer [advertentienummer] gekoppeld. Door [slachtoffer] werd, na het tonen van een uitdraai, bevestigd dat het haar advertentie betrof. Bij de beheer van de site [website 1].nl zijn vervolgens gegevens opgevraagd, waarmee inzicht kon worden verkregen vanaf welke telefoons en/of IP-adressen deze advertentie is onderhouden, dan wel de advertentie is opgewaardeerd. Dit opwaarderen kan plaatsvinden door een sms-bericht te versturen met daarin vermeld het advertentienummer. Door het opwaarderen wordt de advertentie “omhoog” geplaatst en wordt dus eerder zichtbaar voor gebruikers van de advertentiesite. Uit deze gegevens blijkt dat er over de periode van 22 oktober 2012 tot en met 30 juli 2013 oor verschillende telefoonnummers is in gebeld om de advertentie met het nummer [advertentienummer] omhoog te laten plaatsen. De telefoonnummers welke in de opgevraagde periode veruit het vaakst contact hebben gehad met [website 1].nl betroffen:
-[telefoonnummer 2] (10 maal)
-[telefoonnummer 3] (18 maal)
-[telefoonnummer 4] (2 maal)
-[telefoonnummer 5] (3 maal).
Uit onderzoek is komen vast te staan dat deze telefoonnummers in gebruik waren bij: [medeverdachte], geboren op [geboortedag] te [geboorteplaats].
Daarnaast is de voornoemde advertentie een aantal keren omhoog geplaatst, waarbij gebruik werd gemaakt van de telefoonnummers:
-[telefoonnummer 6] (4 maal)
-[telefoonnummer 7] ( 5 maal)
-[telefoonnummer 8] (6 maal).
Deze telefoonnummers, zo is vastgesteld, zijn in de onderzoeksperiode in gebruik geweest bij: [verdachte], geboren op [geboortedag] 1989 te [geboorteplaats].
9.
Het proces-verbaal van bevindingen van 16 september 2014, voor zover inhoudende als, zakelijk weergegeven, verklaring van de verbalisant Zwartjens voornoemd:
In haar aangifte verklaart [slachtoffer] dat ze medio februari 2013 samen met haar kinderen, [medeverdachte] en [verdachte] voor een aantal dagen naar Groningen is geweest. [slachtoffer] heeft daar in een woning van een neef van [medeverdachte] verschillende klanten ontvangen en ’s avonds hebben ze in een v/d Valk hotel in Groningen overnacht. Naar aanleiding van bovenstaande informatie heb ik, verbalisant, opgenomen telefoongesprekken en tekstberichten nader bekeken die mogelijk meer inzicht konden geven in de gebeurtenissen in Groningen. Uit onderzoek telecommunicatie blijkt dat [slachtoffer] op 18 maart 2013 om 20:30:39 uur, met het telefoonnummer [telefoonnummer 2], naar het v/d Valk hotel Groningen belt en een kamer wil huren. Ze geeft daarbij haar naam op. Dezelfde avond, 18 maart 2013 om 22:23:10 uur belt [medeverdachte] met het telefoonnummer [telefoonnummer 2] naar Hotel v/d Valk Zuidbroek en bestelt twee comfortkamers. Hij geeft zijn naam “[medeverdachte]” door en zijn adres [adres] in [woonplaats] met telefoonnummer [telefoonnummer 5]. Uit onderschepte pingberichten blijkt dat zeer vermoedelijk [medeverdachte] contact heeft met [verdachte]. Dit is op te maken uit het feit dat de unieke pingnummers te herleiden zijn naar Blackberry-toestellen die bij [medeverdachte] en [verdachte] in gebruik waren. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van de nicknames “[bijnaam medeverdachte]” en “[bijnaam verdachte]”. [slachtoffer] heeft verklaard dat [medeverdachte] onder andere de nickname “[bijnaam medeverdachte]” gebruikte op zijn Blackberry. Op 18 maart 2014 worden er vanaf 22:15:59 uur diverse pingberichten verstuurd. Er wordt onder andere gezegd dat “ze” naar een hotel gaan. Ze moeten kunnen updaten. [verdachte] pingt om 22:38:30 uur dat ze net “[website 3] heeft gedaan” en dat ze “nu [website 1] kunnen doen”. Enkele seconden later om 22:38:49 uur wordt er een sms-bericht verstuurd vanaf het toestel [telefoonnummer 2], in gebruik bij [medeverdachte], met de tekst “[website 1] [advertentienummer]”. Uit onderzoek was reeds vastgesteld dat het nummer “[advertentienummer]”, het unieke advertentienummer was van [werknaam slachtoffer], de werknaam van [slachtoffer] op de sekssite [website 1].nl.
Even later komt een retour sms bericht met de tekst “Bedankt voor je bestelling. Je advertentie wordt omhoog geplaatst”. De volgende dag, 19 maart 2013, om 12:46:16 uur, vindt er een gesprek plaats tussen [medeverdachte] en een onbekende man. Tijdens dit gesprek is op de achtergrond [verdachte] te horen die aan de telefoon is met een klant. Er is te horen dat [verdachte] zegt: “Hi schat. Ok het is op 23..ja tot zo. Hoe lang wou je schat. Een uurtje? Oke, is goed ik zie je zo”.
10.
Het proces-verbaal van bevindingen van 15 januari 2015, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van de verbalisant [verbalisant 3]:
In de aangifte van [slachtoffer] verklaart zij dat zij op 30 juli 2013 samen met de verdachte [medeverdachte] een kamer heeft geboekt bij hotel Van der Valk te Vianen en tevens dat zij in de maand december 2013 samen met de verdachten [medeverdachte] en [verdachte] een aantal nachten in hotel van der Valk te Den Bosch-Vught zou hebben verbleven. In verband daarmee is door mij middels een vordering 126nd, hotelregistergegevens opgevraagd bij de bovengenoemde hotels. Uit de verstrekte gegevens werd door mij vastgesteld dat aangeefster [slachtoffer] inderdaad in het hotelregister van hotel Van der Valk te Vianen staat vermeld dat zij kamer 113 heeft geboekt voor de periode van 30 juli 2013 tot en met 31 juli 2013.
11.
Het proces-verbaal verhoor verdachte [medeverdachte] van 18 september 2014, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
-als vraagstelling van verbalisanten:
Wat zijn jouw bijnamen.
-als antwoord van verdachte:
[bijnaam medeverdachte] of [bijnaam medeverdachte].
-als vraagstelling van verbalisanten:
Waar heb je [slachtoffer] ontmoet.
-als antwoord van verdachte:
Ik ken een jongen die [naam 4] heet en hij was toen met [slachtoffer].
-als vraagstelling van verbalisanten:
Is [verdachte] er achter gekomen dat je wat met [slachtoffer] had.
-als verklaring van verdachte:
Ja, en ik heb me er uit gelogen.
-als vraagstelling van verbalisanten:
Je geeft aan dat het beeld wat je van har had langzaam veranderde. Hoe uitte zich dat naar haar.
-als antwoord van verdachte:
Ik werd boos en dan kan ik best agressief worden.
-als vraagstelling van verbalisanten:
Heb je dingen gedaan waar je later spijt van hebt gehad.
-als antwoord van verdachte:
Ik heb wel eens gezegd dat ik haar tanden uit haar mond zou slaan.
-als vraagstelling van verbalisanten:
Wat weet je van de financiële situatie van [slachtoffer].
-als antwoord van verdachte:
Ik weet dat ze in een traject zat voor mensen die schulden hebben.
-als vraagstelling van verbalisanten:
De aangifte ging over het feit dat [slachtoffer] als prostituee heeft gewerkt. Weet jij wanneer ze daarmee begonnen is.
-als antwoord van verdachte:
Ik geloof dat dit ongeveer een jaar geleden is geweest. Ik denk 2012.
-als vraagstelling van verbalisanten:
Heeft [slachtoffer] het daar met jou over gehad.
-als antwoord van verdachte:
Later kwam ze bij mij of ik haar zou willen helpen.
-als vraagstelling van verbalisanten:
Hoe heb je haar geholpen.
-als antwoord van verdachte:
Ik ben er voor haar geweest. Ik heb de advertenties opgehoogd voor haar. Ik ben er bij geweest en ik heb haar naar klanten gebracht.
-als vraagstelling van verbalisanten:
Wat was de rol van [verdachte] hierin.
-als antwoord van verdachte:
[slachtoffer] heeft op een gegeven moment gevraagd of niet iemand anders de telefoon kon opnemen. Ik heb toen aan [verdachte] gevraagd of zij dat wilde doen. [verdachte] wilde dat wel doen maar niet zo lang.
-als vraagstelling van verbalisanten:
Waar heeft [slachtoffer] overal gewerkt.
-als antwoord van verdachte:
Enschede en ik geloof een keer in Hengelo. Amersfoort maar dat weet ik ook niet zeker. Ik heb haar wel gebracht. We hebben haar ook wel samen weggebracht [verdachte] en ik, en dan pasten wij op de kinderen.
-als vraagstelling van verbalisanten:
Ben je wel eens in Groningen geweest.
-als antwoord van verdachte:
Ja mijn neef woont daar. [slachtoffer] heeft daar een of twee klanten ontvangen in de woning van mijn neef.
12.
Het proces-verbaal verhoor van verdachte [medeverdachte] van 19 september 2014, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
-als vraagstelling van verbalisanten:
Op 27 november 2012, omstreeks 22:34:18 uur ping jij naar [slachtoffer] en vraagt of de klant gisteren nog is geweest. Dit wordt bevestigd door [slachtoffer]. [medeverdachte] vraagt “Heb je de centjes voor me moet weg schat”. Wat wordt hier bedoeld.
-als antwoord van verdachte:
Het zal wel gaan over iets waar zij mij mee zou helpen. Betalen van boetes of geld om de week door te komen.
-als vraagstelling van verbalisanten:
We begrijpen dat je op reis wilde.
-als antwoord van verdachte:
Ik wilde naar Suriname gaan.
-als vraagstelling van verbalisanten:
Vroeg [slachtoffer] jou vaak om advies over wat ze moest vragen voor handelingen.
-als antwoord van verdachte:
Ja, we hadden wat samen en zij vond het dan normaal om te overleggen en dan noemde ik ook maar een prijs.
-als vraagstelling van verbalisanten:
Half april 2013 was jij volgens [slachtoffer] boos. [slachtoffer] heeft verklaard dat jij haar een harde klap tegen haar hoofd hebt gegeven en dat jij haar in haar buik hebt geschopt. [slachtoffer] is naar de dokter geweest en er is een dokters verklaring dat zij een kneuzing had aan de linker kant van haar gezicht.
-als antwoord van verdachte:
Er is een ruzie geweest waar zij de auto uit is gegaan. Dat was in Enschede.
-als vraagstelling van verbalisanten:
Uit onderzoek telecommunicatie blijkt dat [medeverdachte] op 17 maart 2013 belt met een NN man. Hij zegt: “He G. die dingen die je nu doet toch, wat je nu doet toch,..onverstaanbaar..die dingen vragen weet je, moet je niet doen want nu ga je mij op een dag, nu ga je mij daar op een manier daar neerzetten weet je..waar ik mijn brood mee kan kwijt raken.
Dat gaat erover dat jouw neef seks wil met [slachtoffer]. Waar komt de opmerking vandaan “daar kan ik mijn brood mee kwijt raken”.
-als antwoord van verdachte:
Ik heb gedaan alsof zij voor mij werkte. Ik heb het gedaan zodat ik geen gezichtsverlies zou leiden ten opzichte van mijn neef.
-als vraagstelling van verbalisanten:
Als jij de werktelefoon had en je had een afspraak gemaakt. Je zei tegen [slachtoffer] “Over een half uur komt er een klant” en [slachtoffer] zegt dat ze niet wil. Wat dan.
-als antwoord van verdachte:
Als ik een afspraak heb gemaakt met een klant en dan komt [slachtoffer] die afspraak niet na en dat gebeurt een aantal klanten achter elkaar. Dan word ik kwaad.
-als vraagstelling van verbalisanten:
Dus geld moest binnen komen.
-als antwoord van verdachte:
Ja geld moet binnen komen maar niet perse van hoeren. Ik heb haar voorgelogen en daarom weet [naam 2] niet beter dan dat ik een prostituee voor mij heb werken.
-als vraagstelling van verbalisanten:
Hoe vaak heb je geld ontvangen van [slachtoffer].
-als antwoord van verdachte:
Soms kreeg ik één keer in de week geld en soms twee keer.
13.
Het proces-verbaal verhoor verdachte [medeverdachte] van 16 oktober 2014, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
-als vraagstelling van verbalisanten:
Wij hebben [slachtoffer] en [getuige] verhoord in deze zaak en zij verklaren het volgende: [getuige] 30 september 2014 pag. 4: “[medeverdachte] heeft [slachtoffer] verteld dat hij met dat geld naar Suriname zou gaan om drugs te smokkelen. Hij had hiervoor 40.000 euro nodig”.
[slachtoffer] augustus/september 2013 pag 10-12 en 16: “oktober 2012 kwam [bijnaam medeverdachte] met het idee dat een vriendin van [verdachte] naar Suriname zou vliegen en daar drugs op zou halen. Ticket kostte 1200 euro en douane 500 euro. [bijnaam medeverdachte] vroeg of ik wilde helpen. Alles zou betaald worden met geld dat door mij verdiend was in de prostitutie”.
-als antwoord van verdachte:
Het zou best kunnen dat ik hen verteld heb dat ik dat ging doen.
-als opmerking van verbalisanten:
Verklaring [getuige] 30 september 2014 pag 4: “Het hele bedrag wat [slachtoffer] verdiende moest zij aan [medeverdachte] geven.
Verklaring [verdachte] 22 september 2014 pag 7: “[medeverdachte] zei dat ze bepaalde afspraken hadden over wat zij ([slachtoffer]) krijgt en wat hij zou krijgen. Als ik aan [medeverdachte] vroeg hoeveel hij dan zou krijgen zei hij dat ik mij er niet mee moest bemoeien.
-als antwoord van verdachte:
Er waren geen afspraken. Als ze wat kon missen gaf ze dat.
-als vraagstelling van verbalisanten:
Zou het kunnen zijn dat [slachtoffer] toch heel bang was voor jou en dat ze niet tegen jou durfde te zeggen dat ze met het werk wilde stoppen.
-als antwoord van verdachte:
Ik heb tegen [slachtoffer] gelogen. Ik had haar gezegd dat wij samen zouden blijven en ik heb dingen gezegd die niet waar waren over mijn relatie en mijn gevoel voor haar heb ik nooit gelogen.
14.
Het proces-verbaal verhoor verdachte [verdachte] van 16 september 2014, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
-als vraagstelling van verbalisanten:
Nog even terug naar het gesprek wat je had met [naam 5] op 19 februari 2013. We hebben vastgesteld dat je dat gesprek met hem hebt gehad en dat je hem verteld had dat je een nieuwe vriend had namelijk [medeverdachte] en dat je had gesproken over die negerin die op haar facebook die foto had geplaatst met tekst: “mijn liefde met iets vies in zijn mond”. Maar er is meer gezegd in dit gesprek. [verdachte] zegt in dit gesprek “Er is één wijf, die werkt voor hem als hoer. Dat is een negerin. Ze is kankerlelijk en wanneer wij daar zijn geeft hij ook geen aandacht we komen daar alleen je weet toch die klant gaat daar geld klaren”.
-als antwoord van verdachte:
Dat is een beetje stoere praat om mezelf niet gebruikt over te laten komen.
15.
Het proces-verbaal verhoor van verdachte [verdachte] van 22 september 2014, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
-als vraagstelling van verbalisanten:
Zijn er nog dingen die je vooraf wil zeggen of verklaren.
-als antwoord van verdachte:
Ik heb nagedacht over de beschuldiging en ik moet vertellen dat ik wel wist dat [slachtoffer] werkte. Ik heb de aangifte van [slachtoffer] gelezen en ik ben erg geschrokken.
-als vraagstelling van verbalisanten:
Wanneer heb jij [slachtoffer] voor het eerst ontmoet.
-als antwoord van vedachte:
In oktober, toen zag ik haar in Enschede. Ik ging tien weken met [medeverdachte] toen er een telefoon van hem afging en hij vroeg of ik de telefoon op wilde nemen. Ik wilde [medeverdachte] niet boos maken want dan ben ik liever niet in zijn buurt want dan wordt hij agressief, heel agressief. De gesprekken aan de telefoon waren mensen die seks wilden hebben en dat het om een donker meisje ging. [medeverdachte] vroeg op een gegeven moment of ik op de kinderen kon passen. Toen [medeverdachte] mij na twee of drie uur op kwam halen toen was dat meisje dat ik in Enschede had ontmoet bij hem. Toen werd wel duidelijk dat zij werkte als prostituee. Op een gegeven moment, het was ongeveer januari, kwam [medeverdachte] met het verhaal dat [slachtoffer] naar Den Bosch naar een hotel wilde om daar te gaan werken en [medeverdachte] mee had gevraagd voor de veiligheid. Ik ben mee gegaan. We zijn daar twee dagen gebleven en ik heb ook gesprekken gevoerd met [slachtoffer]. Ik moest na terugkomst nog een paar keer de telefoon opnemen en een paar keer moest ik voor [medeverdachte] een nummer bellen met mijn eigen telefoon. Ik werd nu op mijn eigen gsm gebeld door mannen die seks wilden. Nadat we terug waren in Enschede appte [medeverdachte] me of ik haar op wilde halen en naar een klant wilde brengen. Op een gegeven moment kwam [medeverdachte] dat [slachtoffer] naar Groningen wilde en dat hij mee moest.
-als vraagstelling van verbalisanten:
Ik hoorde je net zeggen: “neem de auto maar als je maar van mij afblijft”. Waar was je bang voor.
-als antwoord van verdachte:
Dat was in juli 2013. Ik zag toen een bericht van ene [naam 6] in zijn telefoon,. Ik confronteerde hem hiermee en toen gooide hij me van de ene naar de andere kant van de woning. Hij trok ook aan mijn haar. Hij gooide me door de kamer en dan liep hij weer naar je toe en trok mij overeind aan mijn haren. Hi schold mij uit voor kankerwijf. Eind 2013 heeft hij mij om mijn keel gepakt en ik heb daar ook littekens van. het werd toen zwart voor mijn ogen en ik kwam toen bij op de vloer.
-als vraagstelling van verbalisanten:
Wat voor opmerkingen maakte [medeverdachte] als hij kwaad was.
-als antwoord van verdachte:
Kankerhoer, kankerwijf. Hij gaf altijd de schuld aan een ander. Maart 2013 ging [medeverdachte] met [slachtoffer] naar Groningen. We zijn daar één dag gebleven en ik heb de telefoon voor haar opgenomen.
-als vraagstelling van verbalisanten:
Heft [medeverdachte] je wel eens bedreigd of gedreigd.
-als antwoord van verdachte:
Hij maakte het meteen waar.
-als vraagstelling van verbalisanten:
Als je nu kijkt naar het stukje vrijwilligheid bij [slachtoffer] hoe zie je dat dan.
-als antwoord van verdachte:
Ik heb de whatsapp gesprekken gelezen en als ik mij al bedreigd voelde door hem als hij kwaad was, dan kan ik mij voorstellen dat zij helemaal bang was. Naar haar toe zei hij in die whatsapp gesprekken dat hij haar tanden uit haar bek zou slaan.
-als vraagstelling van verbalisanten:
[slachtoffer] kon natuurlijk niet weten of jij te vertrouwen was. Jij nam ook de telefoon op en je nam ook het geld aan.
-als antwoord van verdachte:
Ik weet wel dat hij een keer bij [slachtoffer] de deur heeft ingetrapt. Hij was eerst aan de telefoon en hij was boos. Hij ging toen naar de [straat] en daar trapte hij de deur van het portiek in. We waren ook een keer in de auto met de kinderen van [slachtoffer]. We reden toen naar een locatie in Enschede waar [slachtoffer] in de auto kwam. [medeverdachte] flipte toen ineens de pan uit en ik schrok daar heel erg van. [medeverdachte] schold [slachtoffer] toen uit en hij zei “kankerwijf”, waar ben je nou mee bezig. Wat bezielt je’. [slachtoffer] rende toen de auto uit en [medeverdachte] ging haar achterna. Ik bleef toen met de kinderen in de auto achter. Een tijdje later kwam [slachtoffer] om de hoek en ze riep naar haar kinderen. De kinderen zijn toen naar [slachtoffer] gerend. U vroeg mij in het vorige verhoor of ik ergens bang voor was. Ik ben bang voor [medeverdachte], vooral als hij boos is.
-als vraagstelling van verbalisanten:
Heb je wel eens een advertentie omhoog geplaatst of gebeld.
-als antwoord van verdachte:
Ja dat heb ik wel eens gedaan en dan kreeg je een sms terug dat de advertentie omhoog was geplaatst.
-als vraagstelling van verbalisanten:
Wat waren de prijzen en mogelijkheden voor klanten.
-als antwoord van verdachte:
De keer dat ik de telefoon op moest nemen was het 75 euro voor een half uur en 150 euro voor een uur. Dat moest ik zeggen van [medeverdachte]. Zonder condoom pijpen kon ook.
-als vraagstelling van verbalisanten:
Is het wel eens voorgekomen dat je niet wist wat je met een klant moest omdat hij iets vreemds wilde.
-als antwoord van verdachte:
[medeverdachte] zei tegen mij dat [slachtoffer] alles deed behalve seks zonder condoom.
-als vraagstelling van verbalisanten:
Had ze ook aan [medeverdachte] aan kunnen geven dat ze handelingen niet wilde doen of dat ze een klant niet wilde.
-als antwoord van verdachte:
Als ik nu aan haar verklaring terug denk en als ik er aan denk hoe [medeverdachte] is als hij boos is dan denk ik niet dat [slachtoffer] in een positie was om handelingen of klanten te weigeren. Als ik al dingen niet durfde te weigeren bij [medeverdachte] dan denk ik dat zij het helemaal niet durfde.
-als opmerking van verbalisanten:
“Dat zij de “money” niet mag houden want dadelijk gebruikt ze het”.
-als antwoord van verdachte:
[medeverdachte] zei dat ze bepaalde afspraken hadden over wat zij krijgt en wat hij zou krijgen. Als ik aan [medeverdachte] vroeg hoeveel hij dan zou krijgen dan zei hij dat ik mij er niet mee mocht bemoeien.
-als vraagstelling van verbalisanten:
Jij appt op 20 oktober 2012 naar [medeverdachte] “Ik heb de waggie nodig om drie uur ga ik op escort” . Voor wie heb jij de auto nodig.
-als antwoord van verdachte:
Voor [slachtoffer].
-als vraagstelling van verbalisanten:
Uit onderzoek blijkt dat jij langere tijd afspraken maakt voor [slachtoffer] en dat jij je voordoet als [getuige]. Dat jij de prijzen bepaalt en onderhandelt. Verder dat jij de advertentie omhoog zet en dat jij vanaf jouw toestel potentiële klanten benadert.
-als antwoord van verdachte:
Dat klopt. [medeverdachte] heeft mij gevraagd om de telefoon te beantwoorden.
16.
Het proces-verbaal van bevindingen van 9 september 2014, voor zover inhoudende als, zakelijk weergegeven, verklaring vn de verbalisant [verbalisant 4]:
Ik heb op 9 september 2014 een taplijn welke uit het onderzoek Citroen is opgenomen, opnieuw beluisterd in verband met het onderzoek BOHOL. Het onderzoek Bohol betreft een onderzoek naar prostitutie en mensenhandel. Een van deze gesprekken betreft het gesprek op taplijn 12 sessie 81 dd 17-03-2013 00:34:52 uur.
Uitgaand gesprek van [telefoonnummer 2] in gebruik bij [medeverdachte] naar [telefoonnummer 9] in gebruik bij [slachtoffer].
[medeverdachte]: R
[slachtoffer]: G
R: He, wat de fock is met jou man! Ben je gek of zo man wat heb je..je me laten praten..wat wil je.. he..laat me niet daar naar je toekomen he..luister dan..laat me niet kanker wild worden voor jou ja?!
NN: ik doe toch niks?
R: he, die ding wat je nu net deed toch? Om..je weet toch om te praten over die kanker dingen je weet toch..je weet wat je net deed toch. Doe dat nooit weer..he ik ga je he..luister dan he wil je me wild hebben of zo?!
NN: Ik heb toch niks gezegd, ik doe toch ook niks?
R: He ga..wacht even ik kom nu daar joh..wat ik denk ik maak pang pang met jou..zo weet je..what the fock, wat kom je me vragen man..wat.
NN: Ik vroeg jou niks.
R: Wat kom jij mij zeggen op die, wat kom jij mij die dingen door verwijzen he (begint te schreeuwen) wat ben je op die kankerbek gevllen ofzo?!.
R: He..ik kom naar je toe..jewilt..(onverstaanbaar) bekken, gekke bekken trekken daar..ik kom naar je kankerbek voor je kankerwijf..je gaat zien.
17.
Het proces-verbaal van bevindingen van 9 september 2014, voor zover inhoudende als, zakelijk weergegeven, verklaring van de verbalisant [verbalisant 4] voornoemd:
Ik heb op 9 september 2014 een taplijn welke uit het onderzoek Citroen is opgenomen, opnieuw beluisterd in verband met het onderzoek BOHOL, welke op dit moment draait bij de politie Oost Nederland. Het onderzoek Bohol betreft een onderzoek naar prostitutie en mensenhandel. Een van deze gesprekken betreft het gesprek op Taplijn 12 sessie 82 d.d
17-03-2013 00:37:30 uur.
Uitgaand gesprek van [telefoonnummer 2] in gebruik bij [medeverdachte] naar [telefoonnummer 9] in gebruik bij [slachtoffer].
[medeverdachte]: R
[slachtoffer]: G
G: Ja
R: wat denk je kankerwijf, wat is er met jou man. Je maakt mij kankerwoest jij nu he. Ik zeg je alvast he. Die knkerseks die je elke keer met mij maakt toch, je moet (schreeuwend, onverstaanbaar).
G: Wat heb ik nu gedaan dan?
R: Je ziet mij als een groentje he, jij denkt ik ben groen hehe serieus he ik geef jou een laatste kans geven om normaal te doen. Ik zeg je eerlijk..he als je zo met mij wil omgaan he, pas op wat je..je hebt de verkeerde voor je waarschuw je niet meer he!
G: Weet ik ook al lang.
R: Wat zeg je?!
G: ik zeg, ik weet dat ook al wel lang, denk je dat ik expresse doe?
R: (Schreeuwend onverstaanbaar) je moet niet doen met mij he jongen he hoe ik jou waarschuw je probeer toch weggetjes door te wringen om gek te doen of wat dan ook toch, ik zeg je eerlijk..ik ga je tanden voor je eruit slaan. En je weet niet he..je denk ik maak grappen..en dit keer ga ik nog effen serieus..als je op die (onvdrstaanbaar) bij mij wil komen.
G: [bijnaam medeverdachte] Alsjeblieft.
R: (schreeuwend) Weet je at je bent nu, weet je, weet op wat je bent.
G: Ik doe niks.
R: Weet
G: Ik doe helemaal niks.
R: Ik zeg jou weet op wat je bent he (stilte).
G: Ik weet toch hoe of wat
R: Wat wat wat?! Wat is er, wat zegt hij
G: Wat?
R: Jij je dom, jij domme meid, dom spelen.
G: Hij zegt.
R: Weet je wat donder op jij, ik zeg je eerlijk..dat zeg ik toch..hey..ik kom daar man, ik zeg je eerlijk..je zuch, je weet hoe je spelletjes moet spelen, niet met mij man.
G: Nee, jij wordt weer boos op mij, terwijl..
R: Boos op jou..Hey luister..
18.
Het proces-verbaal van bevindingen van 14 augustus 2014, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van de verbalisant [verbalisant 5]:
Ik heb op dinsdag 12 augustus 2014 een taplijn welke uit het onderzoek Citroen is opgenomen, opnieuw beluisterd in verband met het onderzoek welke op dit moment draait bij de afdeling mensenhandel binnen de politie Oost Nederland. Het onderzoek Bohol betreft een onderzoek naar prostitutie c.q. mensenhandel.
Een van deze gesprekken betreft het gesprek op taplijn 10 sessie 207 d.d. 19 februari 2013 te 20:04:03 uur.
Uit dit tapgesprek blijkt dat betrokkene [verdachte], geboren op [geboortedag] 1989 te [geboorteplaats], wonende te [woonplaats], [adres], gebeld wordt door een onbekende man vanuit een penitentiaire inrichting. Zij wordt gebeld op het nummer [telefoonnummer 10].
Het gesprek gaat onder meer over en vrouw welke prostitutie werkzaamheden verricht voor de vriend van [verdachte]. Deze vrouw betreft zeer vermoedelijk de aangeefster in het onderzoek Bohol genaamd [slachtoffer].
In het begin van het gesprek zegt [verdachte] dat haar vriend in zijn jeugd ook in de Hunneberg heeft gezeten. Op de vraag hoe haar vriend dan heet zegt [verdachte]: [medeverdachte].
Een van de passages is letterlijk uitgewerkt:
[verdachte] zegt: Weet je wat er wel is. Er is 1 wijf, die werkt voor hem als hoer. Dat is een ndgerin, ze is kankerkleijk en wanneer we daar zijn hij geeft r ook geen aandach enzo. We komen daar alleen je weet toch, die klant gaat daar geld klaren je weet tocht.
NN man: Ja
[verdachte]: Maar die swa die zet nu foto van hem op facebook mijn man, mijn man dit dat, je weet och ik begin het een beetje vervelend te worden weet je.
NN man: Ja.
[verdachte]: maar mijn vriend zei, ja het is wel money, we leven wel van dat geld snap je want ik doe geen ene moer.
NN man: ja.
[verdachte]: Die wijf geeft alles.
Tevens geeft [verdachte] aan beller aan dat ze een Audi A4 heeft. NN man zegt: Zoho…[verdachte] zegt: ja een beetje op niveau. NN man vraagt of die zuipt. [verdachte] zegt dat dit wel meevalt. [verdachte] zegt dat…niet te verstaan…1000 euro zelf betaald, en dat die hoer 700 euro gewerkt heeft. Wel makkelijk hoor, zo’n wijf.
19.
Een bundel Ping berichten genummerd B37367, met daarin onder meer:
Een bericht op 20 oktober 2012 tussen [medeverdachte] en [slachtoffer], onder meer inhoudende:
H: Maar dat weet je wel jij bent me toekomst en me leven baby..
H: Hou tot de dood van jou schat
H: Maar t gaat nu beginnen te lopen
H: Ik moet op die site gaan
H: Maar je hebt einde van de middag een afspraak sowieso
H: Ping me wann je klaar bent ja
A: ik ben klaar schat
H: Kom er aan
A: Ik heb ff voor max 10 min 50 eu gevraagd want hy moet half 12 hengelo zijn
H: Heb je het al gedaan
A: Hey schat ja srry was deze tel kwijt
A: 10 min was t nie meer
H: En heb je die monie ook gelijk voor me
Een bericht op 22 oktober 2012 tussen [medeverdachte] en [slachtoffer], onder meer inhoudende:
A: Kga zo 2 terug smsen
A: En 1 vraagt wat een uurtje massage kost
H: Half uur he niet langer
H: En vraag m wat ik je heb gezegd
H: Je hebt miss om elf uur ook een half uur
H: Dan moet je hem half twaalf doen
H: Je had nog iemand toch
A: Nee is al geweest
H: En kan je die ding meege en
A: Welke?
A: Geld? Aan hem?
H: Nee je hebt gelijk kom t zelf halen
A: Prostaat massage met vibrator en 69 tegelijk
A: Wat zou ik daar voor vragen?
H: 110 euro
Een bericht vanaf 5 november 2012 tussen [medeverdachte] en [slachtoffer], onder meer inhoudende:
H: Je hebt miss een pijpdate zonder om c
A: gevraagd voor 5 mannen en moest nadenken over hoelang ong..
A: Maar k d8 als geld geen probleem was dan heb ik wel 5x een bedrag aangezien je t nodig hebt
H: Klopt ja
H: Je hebt een afspr om kwart voor negen
H: Schat maar hi wil wel ook anaal
H: Tegen extra betaling
H: Doe maar 100 extra.
Een bericht vanaf 27 november 2012 tussen [medeverdachte] en [slachtoffer], onder meer inhoudende:
H: Was die klant gister nog geweest
A: Ja
A: Gatverdemme
H:Heb je die centjes voor me moet weg schat
H: We gaan morgen die ticket al halen anders is er geen plaats meer voor het einde van het jaar
H: Kheb een klant die wil trio
H: En hij wil 4u lang bij hem thuis een wat oudere man..
A: Voor hoeveel?
H: 500 barki
A: pp?
A: Yep
Een bericht vanaf 26 november 2012 tussen [medeverdachte] en [verdachte], onder meer inhoudende:
H: Hoeveel klannies zouden komen dan
H: Staan nu twee voor de deur
G: oke
G: Die ene van pijpen
G: Maar die andere was al binnen tog allaanggg
H: Ja klopt
G: Er is nu iemand voor uur
G: Die man heb er 300 barkie gegevn
G: was die man van 600:p
G: jaja beter
G: Hahah
H: oke oke
H: is een hele goei klant
H: En hij heeft t geld
H: Dus je kam m als je goed praat gwn leegtrekken
G: Jaa ik snap het
Een bericht vanaf 18 februari 2013 tussen [verdachte] en een persoon genaamd [naam 7], onder meer inhoudende:
G: Maar hij praat de hele dag door met meids
G: Maja ls ik erover praat word die boos
G: Ik ben met jou voor de liefde van hun profiteer ik
G: Hij wil ze laten werken en shit
G: Terwijl de afspraak was..Als die ze ding heb stopt die met die wijfen
G: En hij is nu bijna zover
G: Dus geld moet binnen komen
G: Dus is toch makkelijk die kk hoeren
Een bericht van vanaf 4 maart 2013 tussen [medeverdachte] en [slachtoffer], onder meer inhoudende:
H: Er is iemand om half zes
H: Alleen pijpen
H: ik kom nu jkaa
A: Is goed
A: Maar hoeveel moet je nog want kwl je nog wel heef ff hlpen maar wil wel ff weten hoe en wat
A: Want kzit nu al op die 700 zoveel
Een bericht vanaf 9 maart 2013 tussen [medeverdachte] en [verdachte], onder meer inhoudende:
G: Maar als je liegt ik kom tog erachter
G: Net zoals toen je [slachtoffer] had geklapt daarna op zaterdag ben je ook naar haar toe gegaan alleen om met der te praten
G: En moet sommige dingen soms accepteren
Een bericht vanaf 18 februari 2013 tussen [medeverdachte] en [verdachte], onder meer inhoudende:
H: En er is een klant vaneen uur..
G: Okee baby
G: Lange dag
G: Hoe laat komt die klani
H: Nu wil hij komen
H: Hij wil nu een uur of anders laat maar zitten
G: Oh ok
H: Dus wat moet iknu doen dan..
H: Kwil die monie wel
G: ja oke baby het is gewoon een moeilijke vieze iets die domme wijfen maar wel geld.
Een bericht vanaf 11 maart 2013 tussen [medeverdachte] en [verdachte], onder meer inhoudende:
G: Hij is binnen babe
H: oke
H: Hoe lang is deze eigenlijk
G: half uur
H: Kzie m
H: Hij staat in de gang
G: Sta je vo de deur
H: Nee in de auto nog
G: Ja kom maar popi
G: Hijs binnen in de kamer als goed is.
Een bericht vanaf 18 maart 2013 tussen [medeverdachte] en [verdachte], onder meer inhoudende:
H: We gaan naar een hotel hoor
G: jaa morgen de hele dag komt er vast wel iets
H: We moeten kunnen opdaten
G: Jaa heb net [website 3] gedaan
G: En we kunnen [website 1] nog x doen
G: Die man is er al babe
H: Kom er aan baby
G: Okidoo xxxx
G: Hijs binnen baby
G: Iemand wilt 9 uur
G: Hij is er al
G: Die ene man van hier achter wil
G: Met die andere man erbij ook kan dat
G: 120, 20 min
G: Gewoon samen 20 minuut 120
H: Die sma kan niet
Een bericht vanaf 18 maart 2013 tussen [medeverdachte] en [slachtoffer], onder meer inhoudende:
A: Voor uurtje is deze
H: Ja schat
H: 150 he
H: Heb je die geld zo voor me kan ik betalen bij t inchecken
A: Kben al klaar
H: Ohw oke
H: En hoeveel heb je dan
A: 120
Een bericht vanaf 25 maart 2013 tussen [medeverdachte] en [verdachte], onder meer inhoudende:
G: Hij is binnen boo
H: Ok pop
G; Ik denk dat die al boven is
H: Hoe lang dan schat
H: Kblijf gwn in de auto hoor dan weet je dat..
G: Oh okee baby
G: Half uurtje gewoon
H: Wauw ze mag wel nu ook opschieten
G: Je kan eigenlijk gewoon komen
G: dat ze die money ff houd
H: Wil die monie gelijk
G: Heheh oh okee boo
H: oke ze is klaar
H: Kga die geld nu halen
Een bericht vanaf 3 april 2013 tussen [medeverdachte] en [verdachte], onder meer inhoudende:
G: Hij is binnen boo
H: Kom er aan
H: Hoe lang is die klant
G: Eigenlijk 1 uur
G: Gepijpt. Zonder geneukt
G: Baby iemand wilt half 3
H: Oke kga kijken of ze kan
G: Oke popi
H: Kheb dr geappt
H: Dus ik hop dat t kan
G: Oh okeee jaa hoop het ook
H: Ze is er om half drie
G: Oke baby
G: Die man is er
G: Baby laat der die man alvast binnen anders
G: Want die andere van vanmorgen wild ook afmaken
G: Maar die kan alleen om half 4
G: Dus als ze dan alvast deze binnen laat kan ze die van half 4 ook pakke
G: Is die man van die 600 barkie
G: Dese is ook 1 uur
G: Ze zegt die andere mannetje
G: En deze heft nu 150 gegeven
H: Oh oke
G: ik weet het niet hor wat zij doet voor 150
G: Volgens ij doet zij pijpen zonder erbij ofzo voor 150
G: Jij rekent op hoeren
G: Die nooit voor altijd zijn
G: Geld binnen brengen
H: Maar ik hoef ze niet voor altijd
Een bericht vanaf 15 april 2013 tussen [medeverdachte] en [verdachte], onder meer inhoudende:
G: Als goed is komt iemand om 6 uur
G: 50 snelle
H: Ohw oke
H: Die gast werd gebeld dat ie weg moest drm is het een kwartier geworden
G: Ooh okke schatt
G: 50 toch
G: Of 60
G: beter iets dan niets dan maar
G: Baby pff die man van een half uur is er nu
G: Ooh oke baby die man is net binnen denk ik tien minuut ofzo
G: En die andere belde die vaste die is er ook ongeveer met een half uur. En die wilt dat ze dat rooie aantrekt
H: Kdacht effe een half uurtje snel
H: En hoe lang wilt die
G: Jaa pop half uurtje wilt die ook.
Een bericht vanaf 31 mei 2013 tussen [medeverdachte] en [slachtoffer], onder meer inhoudende:
H: Ben t zat
H: ik vroeg je wat
H: Ben kwaad ben duivels
H: Ben tot alles in staat
H: Dan moet ik je ompraten
H: Je hebt er elke keer problemen mee
H: Weet je hoeveel jij er dee week heb laten gaan
H: Khad allang die kk monie kunnen hebben
H: Maar maak me niet blij met een fucking dooie mus
H: jij wilt gwn niet
H: met dat hele werk gebeuren
H: Maar laat mij gezicht niet vallen
H: En dat doe je keer op keer
H: Miss moet ik dan gwn iemand anders zoeken daarin
H: Die dat wel zonder te klagen zonder iets dat er tussen komt kan doen, zonder dat ze zich minder voelt of wat…Zonder gezeik
H: Maar fuck it gwn
H: Ik moet de hele kk tijd rennen achter geld wegrennen voor pop niet vrij kunnen lopen..En jij kweet never wat jij doet want jij zou me ermee helpen..Kheb geen zin om in je kont te hangen zodat je het voor me gaat doen
A: Ik wil je helpen
Een bericht vanaf 16 juni 2013 tussen [medeverdachte] en [slachtoffer], onder meer inhoudende:
H: kan je 2 tientjes lenen tot morgen
H: Krijg ik geld van me werk
H: Dank je
A: Kmoet het je dit keer egt lenen
A: Nog maar 60
A: En egt alles is op.
Beoordeling van de bewijsmiddelen
Mensenhandel in vereniging
De rechtbank ziet zich voor de vraag gesteld of verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het mede)plegen van mensenhandel zoals bedoeld in artikel 273f eerste lid onder 1°, 4° en 9° Sr.
Naar vaste jurisprudentie is voor medeplegen nauwe en bewuste samenwerking vereist. Het is niet nodig dat de verschillende samenwerkende personen ieder voor zich alle bestanddelen van het delict verwezenlijken; die kunnen over verschillende personen verdeeld zijn. Dit is ook wel omschreven als de eis dat sprake moet zijn van een handeling door de medepleger die voor de uitvoering van het strafbare feit van overwegend belang is, of ook: een handeling die daarvoor van wezenlijke betekenis is.
Bij de beoordeling spelen de volgende omstandigheden een rol. Verdachte en de medeverdachte [medeverdachte] vervulden blijkens de hiervoor vermelde bewijsmiddelen ieder een eigen, elkaar over en weer complementerende rol bij het tot stand brengen en houden van de uitbuitingssituatie van aangeefster. Genoemde medeverdachte trad op als initiatiefnemer en als degene die dwang- en drukmiddelen ten opzichte van aangeefster uitoefende waardoor zij werd bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen. De rol van verdachte in dit geheel heeft er met name in bestaan dat zij, in de wetenschap dat aangeefster werd geprostitueerd, een aantal keren op haar kinderen heeft gepast en telefonisch afspraken heeft gemaakt met potentiële klanten. De rechtbank acht een en ander onvoldoende om daaruit te kunnen afleiden dat het oogmerk van verdachte was gericht op de uitbuiting van aangeefster. Nu aldus van een eventueel vooropgezet plan tussen verdachte en de medeverdachte daartoe niet is gebleken, zal de rechtbank verdachte vrijspreken van het haar onder A tenlastegelegde.
De rechtbank is daarentegen wel van oordeel dat verdachte als medepleger kan worden aangemerkt van de haar onder B verweten gedragingen. Voor de beoordeling van het strafrechtelijk voordeel trekken uit de uitbuiting van een ander geldt dat de verdachte die profijt trekt weet, of behoort te weten dat uitbuiting plaatsvindt. Uit het opzetvereiste volgt dat de dader zich in ieder geval bewust moet zijn van de relevante omstandigheden waaruit uitbuiting voortvloeit. Op grond van de hiervoor opgenomen bewijsmiddelen is de rechtbank van oordeel dat verdachte zich bewust moet zijn geweest van de uitbuitingssituatie waarin aangeefster zich bevond. Uit het verhandelde ter terechtzitting is in dat verband gebleken dat verdachte op de hoogte was van de wijze waarop aangeefster inkomsten genereerde. De telefoongesprekken die in dat verband tussen haar en de medeverdachte werden gevoerd en de dreigementen die daarbij door laatstgenoemde jegens aangeefster werden uitgeoefend kunnen verdachte niet zijn ontgaan. Ook heeft verdachte blijkens het desbetreffende tapgesprek op 19 februari 2013 een telefoongesprek gevoerd met een persoon, waaruit , zakelijk weergegeven, kan worden afgeleid dat verdachte en de medeverdachte leefden van het geld dat aangeefster met haar prostitutiewerk verdiende. Onder deze omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat verdachte welbewust heeft geprofiteerd van inkomsten van aangeefster en voordeel heeft getrokken uit haar uitbuitingssituatie. Dit leidt ertoe dat de rechtbank verdachte aanmerkt als medepleger voor zover de tenlastelegging inhoudt het opzettelijk voordeel trekken uit de uitbuiting van een ander, zoals bedoeld in artikel 273f Sr, eerste lid aanhef onder 6° Sr.
5.4
De conclusie
De rechtbank is door de inhoud van de wettige bewijsmiddelen tot de overtuiging gekomen, dat de verdachte het in aanhef en onder B tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
zij in de periode van 1 september 2012 tot en met 1 augustus 2013 in de gemeenten Enschede en Groningen en Den Bosch en elders in Nederland
tezamen en in vereniging met een ander,
opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de seksuele uitbuiting
van een ander, te weten [slachtoffer],
hierin bestaande dat verdachte tezamen met haar mededader:
- gebruik heeft gemaakt van het geestelijke en lichamelijke
overwicht dat hij/zij over die [slachtoffer] had(den), en
- gebruik heeft gemaakt van de kwetsbare financiële positie waarin die
[slachtoffer] zich bevond, en
- controle heeft uitgeoefend over (de betalingen voor) de prostitutie-
werkzaamheden van die [slachtoffer] door advertenties op haar
naam te plaatsen en op te waarderen en omhoog te plaatsen en door
haar werktelefoon in zijn/haar/hun bezit te houden en afspraken voor haar te
maken met klanten.
De rechtbank heeft de eventueel in de tenlastelegging voorkomende schrijffouten verbeterd in de bewezenverklaring. Verdachte wordt hierdoor niet in haar verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij haar daarvan zal vrijspreken.

6.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld bij de artikelen 273f Sr. Sr. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op het misdrijf: mensenhandel gepleegd door twee of meer verenigde personen.

7.De strafbaarheid van de verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor het bewezenverklaarde feit.

8.De op te leggen straf of maatregel

8.1
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van de verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. Ook neemt de rechtbank de volgende factoren in aanmerking.
Mensenhandel is een zeer vergaande manier van uitbuiting waarbij de lichamelijke en geestelijke integriteit van vrouwen geheel ondergeschikt wordt gemaakt aan geldelijk gewin. Naar het oordeel van de rechtbank verdient de pooierpraktijk die bekend staat als mensenhandel, een forse bestraffing, gelet op de inbreuk die daarbij wordt gemaakt op fundamentele rechten als de menselijke waardigheid en de persoonlijke vrijheid. Kwalijk is in dit geval dat aangeefster onder niet vrijwillig gekozen omstandigheden haar werkzaamheden moest verrichten. Zij werd in aanzienlijke mate in haar bewegingsvrijheid beperkt doordat zij voortdurend werd gecontroleerd en pas met haar werkzaamheden mocht stoppen indien zij voldoende inkomsten had gegenereerd. Tekenen van vermoeidheid werden door de medeverdachte genegeerd.
Verdachte zag dit allemaal aan en liet dit toe. Hoewel zij niet zelf actief bijdroeg aan het creëren en in stand houden van de aldus ontstane uitbuitingssituatie, profiteerde zij mee van de inkomsten die aangeefster op deze manier binnenhaalde. Op deze wijze leven van de prostitutiewerkzaamheden van aangeefster kwam verdachte kennelijk goed uit, zoals ook blijkt uit het door haar gevoerde en hiervoor in de bewijsmiddelen opgenomen telefoongesprek op 19 februari 2013, waarin zij – zakelijk weergegeven- aangeeft dat zij en haar medeverdachte wel leven van het geld en zelf geen ene moer doen. Dat door deze omstandigheden evenwel een zeer grote inbreuk is gemaakt op de integriteit van aangeefster, lijkt voor verdachte nauwelijks, in ieder geval een ondergeschikte rol te hebben gespeeld. De rechtbank rekent dit verdachte ernstig aan. Tegelijkertijd houdt de rechtbank in het voordeel van verdachte rekening met de omstandigheid dat haar rol, zeker in verhouding tot die van haar medeverdachte, beperkt was en dat zij zelf niet echt actief heeft bijgedragen aan het creëren en in stand houden van de uitbuitingssituatie waarin aangeefster verkeerde.
Wat betreft de persoon van verdachte heeft de rechtbank gelet op het Uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 5 januari 2015, waarin weliswaar eerdere contacten met politie en justitie in Nederland staan vermeld, maar niet ter zake een soortgelijk delict als het onderhavige. Daarnaast heeft de rechtbank gelet op het door de Reclassering Nederland omtrent verdachte opgemaakte voorlichtingsrapport van 28 januari 2015.
Ten opzichte van de eis van de officier van justitie houdt de rechtbank ten slotte rekening met het feit dat zij tot een andere bewezenverklaring komt en verdachte vrij zal spreken van de feitelijkheden zoals op de dagvaarding onder A aan haar verweten.
De rechtbank acht daarom in het onderhavige geval oplegging van een onvoorwaardelijke taakstraf voor de maximale duur van 240 uren passend en geboden. Teneinde verdachte ervan te weerhouden in de toekomst wederom een feit als thans bewezen verklaard te plegen, zal de rechtbank daarnaast ook een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur opleggen, met daaraan verbonden als bijzondere voorwaarden een meldplicht, een behandelverplichting en een contactverbod met aangeefster, een en ander in het kader van een verplicht reclasseringstoezicht, zoals in het dictum nader omschreven.
De rechtbank heeft op de voet van het bepaalde in artikel 63 Sr rekening gehouden met de taakstraf van 40 uur subsidiair 20 dagen hechtenis, waarvan 20 uur subsidiair 10 dagen hechtenis voorwaardelijk, waartoe verdachte bij vonnis van de politierechter te Utrecht van 17 april 2013 onherroepelijk is veroordeeld.

9.De schade van benadeelden

9.1
De vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer], heeft zich voorafgaand aan het onderzoek op de zitting, op de wettelijk voorgeschreven wijze als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert veroordeling van de verdachte tot betaling van in totaal € 7.500 (zevenduizend vijfhonderd euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd. Deze schade bestaat uit de post: immateriële schade.
Dit is gevorderd als “voorschot”. De rechtbank begrijpt dit als een vordering tot schadevergoeding van slechts een deel van de geleden schade. De benadeelde partij behoudt zich kennelijk het recht voor een ander deel van de schade buiten het strafgeding van verdachte te vorderen.
Ook heeft de benadeelde partij gevraagd een schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
Naar het oordeel van de rechtbank is de benadeelde partij in haar vordering ontvankelijk en is de vordering deels gegrond. Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat de verdachte door het bewezenverklaarde feit rechtstreeks nadeel heeft toegebracht aan het slachtoffer dat niet in vermogensschade bestaat. De opgevoerde schadepost is voldoende onderbouwd en aannemelijk. De rechtbank zal het gevorderde naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid begroten op een bedrag van € 5.000,--en daarom dat bedrag toewijzen, te vermeerderen met de van rechtswege verschuldigde wettelijke rente vanaf 1 augustus 2013. Daarnaast zal de rechtbank verdachte veroordelen tot betaling van de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt of zal maken voor rechtsbijstand en de executie van dit vonnis.
De rechtbank zal de benadeelde partij ten aanzien van het meer of anders gevorderde niet-ontvankelijk verklaren. De benadeelde partij kan haar vordering in zoverre slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
9.2
De schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank zal hierbij de maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, aangezien de verdachte jegens het slachtoffer naar burgerlijk recht (mede) aansprakelijk is voor de schade die door de feiten is toegebracht.

10.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 22c, 22d, 27, 47 en 63 Sr.

11.De beslissing

De rechtbank:
vrijspraak/bewezenverklaring
  • verklaart niet bewezen dat verdachte het in aanhef en onder A tenlastegelegde heeft begaan en spreekt haar daarvan vrij;
  • verklaart bewezen, dat verdachte het in aanhef en onder B tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
  • verklaart niet bewezen wat aan verdachte in aanhef en onder B meer of anders is tenlastegelegd en spreekt haar daarvan vrij.
strafbaarheid
  • verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
  • verklaart dat het bewezenverklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
  • verklaart verdachte strafbaar voor het bewezenverklaarde.
straf
  • veroordeelt verdachte tot een
  • bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast:
- omdat de veroordeelde geen medewerking aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 14d, tweede lid, Sr heeft verleend, medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
- omdat de veroordeelde tijdens de proeftijd de bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd;
  • stelt als
  • draagt deze reclasseringsinstelling op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
  • stelt als
  • stelt als
  • stelt als
  • bepaalt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
  • veroordeelt verdachte tot een
  • beveelt, voor het geval dat de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
schadevergoeding
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer] van een bedrag van € 5.000,--, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf
1 augustus 2013, voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan;
  • veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
  • legt de
  • bepaalt dat als veroordeelde heeft voldaan aan haar verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als veroordeelde aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
bepaalt dat de benadeelde partij: [slachtoffer] voornoemd, voor een deel van
€ 2.500,-- niet-ontvankelijk is in haar vordering, en dat de benadeelde partij de vordering
voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
opheffing bevel voorlopige hechtenis
- heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Wentink, voorzitter, mr. M. Melaard en mr. P.M.F. Schreurs, rechters, in tegenwoordigheid van H.J. ter Haar, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 10 maart 2015.
Mr. Schreurs is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.